"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het Scherp van de Snede. Vier eeuwen papierkunst in Nederland

Donderdag, 20 juli, 2023

Geschreven door: Jan Peter Verhave
Artikel door: Chris Reinewald

Knippen of snijden

[Recensie] Een rijk geïllustreerd boek bekroont het levenswerk van Nederlands knipkunst-expert Jan Peter Verhave (1943) en het veertigjarig jubileum van de Nederlandse vereniging die dit materieel (=de knipsels) en ook immaterieel erfgoed (=de verhalen erbij) presenteert. Dat klinkt allemaal tuttiger dan het liefderijk in vlotte hoofdstukjes geschreven boek daadwerkelijk blijkt.

Knipkunst is geen officiële kunstvorm maar verhoudt zich meer tot het borduren of het kalligraferen als toegepaste volkskunst. Daarom vind je knipsels, zoals in dit boek – met topografie, allegorie, geboorte-en huwelijkswerkjes, silhouetportretten, politieke of godsdienstige prenten – meestal in historische stads- of streekmusea.

Verhave vertelt over de knipkunst vanaf de Gouden Eeuw, toen vooral nog in gegoede kringen beoefend. Als onderwerpen waren verhalen uit Oude Testament of nationale helden populair.

Voor een portret van koning-stadhouder Willem III sneed men een bestaande gravure uit en knipte er een rijk versierde omlijsting bij. Een hertenjacht werd daarentegen geheel als fijnzinnig silhouet uitgeknipt. (Met 21ste eeuws oog zie je hierbij de schilderijen van de kunstenaars Kara Walker en Natasja Kensmil die deze volkskunst als stijlmiddel citeren.)

Boekenkrant

Zoals bij veel toegepaste (volks)kunsten staan de beoefenaars zichzelf amper verandering toe.

Waarschijnlijk werden kniptechnieken met strenge eisen binnen families doorgegeven.

Knullig
Een ware virtuoos is Frederik Hendrik van Voorst, van Gelderse adel, die zeer gedetailleerde taferelen en gelegenheidsknipwerk (voor huwelijken) en heraldiek maakte.

Aandoenlijk knullig zijn juist de koningsportretten door Justus van Maurik. Hij sneed die met een pennenmesje wat een elegant, optisch trillend effect geeft.

Voor Verhave gingen de makers van de knipsels zó leven dat hij met schaarse biografische gegevens hun biografie reconstrueerde. Hij veroorlooft zich zelfs een fictieve monoloog van een neef over zijn Ome Jan Kopper (1714-88), meesterknipper te Rotterdam. Kopper maakte silhouet-taferelen van scheepjes waarbij hij het papier voor de zeilen de golven overtuigend modelleerde door het te bevochtigen.

Elders plaatst Verhave een echte advertentie waarin een knipper de stad voor zijn weggelopen, bedriegerige vrouw waarschuwt. 

Protestants plezier
Als vervolg op een vorige publicatie met overeenkomend beeldmateriaal raadpleegde Verhave de nu digitaal ontsloten Delpher-krantenarchieven en streekarchieven. Dat leverde hem ook zakelijke informatie op: meldingen van faillissementen en nalatenschappen. Bij “verervingen” gingen knipsels steeds weer over naar een jongere generatie.

Deze cultuurhistorische immateriële kant interesseert ons nu ook omdat het over de weinig gedocumenteerde en gekende mensenlevens van boeren, burgers en buitenlui gaat.

Toch weten we niet waarom vooral protestanten (mennonieten) warm liepen voor knipsels.

Omdat het een nederige volkskunst was? Of bij gebrek aan grote kloosters, waar nonnen zakdoekjes borduurden en heilige kastjes knutselden, zoals in de Zuidelijke Nederlanden.

Statistisch gezien levert Noord-Holland overigens de meeste knippers. Waren ze bedrevener met handwerken doordat ze als vissers ook netten knoopten?   

In 1782 bezegelden de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken hun vrouwenliefde door de silhouetten die Matthias van Geuns van ze knipte. Ze lijken levensecht als de eerste portretfotografie.

Vijftig jaar later treden mannen en vrouwen knippers meer buiten de gebaande paden.

Jan Huijssoon koestert Bijbelse of topografische architectuur die hij in kleur weergeeft. Neeltje Prijs plaatst arbeidsintensieve parades in diorama’s. Een amper zichtbare Koning Willem III die met gevolg de Wijde-Wormer bezoekt. Scheepsverkeer op het (nieuwe) Noordhollands kanaal bij Buiksloot en Purmerend. Superbe is een winters gezicht op een Amsterdamse gracht met ijsschaatsers tussen gigantische driekleuren aan de gevels. Dit werk kan zich meten met Amerikaanse “naïeve” kunstenaars uit dezelfde tijd.

Verfijning
Behalve zelf gemaakt wordt knipkunst ook verzameld, geruild en in de 20e eeuw ook  gewetensvol gedocumenteerd. Verhave bewijst eer aan voorgangers als Line Huizenga. Zij verzamelde Groningse volksverhalen en kwam daarbij vaak ook knipkunst op het spoor.

Niet in dit boek maar in diens voorganger ’Geknipt!’ (2008) – en te mooi om níet te citeren – is de knipper/verzamelaar Wiecher Lever. In 1961 liet hij zich door het damesweekblad Libelle ondervragen. Zijn drie dochters en hij zaten graag gezellig aan tafel te knippen, want: “..als volkskunst voor beoefening in alle bevolkingslagen brengt het knippen en snijden geen materiaalkosten mee en leent het zich toch tot verfijning.”

Over welke fijne motoriek je moet beschikken en aan welke technische eisen schaar, mes en papier eigenlijk moeten voldoen, dat vermeldt ‘Het Scherp van de Snede’ niet. En zo schaart knipkunst zich definitief bij de folklore in streekmusea. 

Eerder in andere, korte vorm verschenen in Museumtijdschrift

Uitgave bij het 40-jarige jubileum van de Nederlandse Vereniging voor Papierkunst, www.papierknippen.nl
Expositie: In de spotlights, Museum van Papierknipkunst, Westerbork, t/m 29 oktober www.papierknipmuseum.nl


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.