"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het tuinfeest en andere verhalen

Vrijdag, 31 maart, 2023

Geschreven door: Katherine Mansfield
Artikel door: Jan Koster

Niets aan kracht verloren

[Recensie] Het is inmiddels een eeuw geleden dat Katherine Mansfield (1888-1923) overleed. Het toeval wil dat ik de laatste tijd enkele boeken heb gelezen waarin zij ter sprake werd gebracht. Een daarvan is Lente van Ali Smith, waarin een hoofdpersoon voorkomt die kenner is van het werk van Mansfield. Een aantal van haar verhalen is nu opnieuw gebundeld en uitgebracht onder de titel Het tuinfeest en andere verhalen. Deze hernieuwde aandacht is meer dan terecht.

In het kort, want haar leven bevat genoeg materiaal voor een interessante biografie. Katherine Mansfield groeide op in Nieuw-Zeeland als dochter van een rijke handelaar. Toen zij vijftien jaar oud was, werd zij naar Engeland gestuurd voor haar opleiding. Zij keerde daarna terug, maar dat duurde niet lang. De wereld van haar kindertijd was haar te klein geworden en in 1908 vertrok zij definitief naar Europa.

Bloomsburygroep
Zij kwam in aanraking met de Bloomsburygroep, met illustere namen als D.H. Lawrence en Virginia Woolf (terzijde: de uitgever van dit boek is Orlando, genoemd naar een werk van Woolf). Mansfield verdiende de kost met het schrijven van kritieken, daarnaast bouwde zij in korte tijd een geduchte reputatie op als schrijver van korte verhalen. Virginia Woolf noemde Mansfield haar rivale en zij heeft later gezegd dat Mansfield de enige schrijver was op wie zij jaloers was. Het vakmatige respect was wederzijds.

Mansfield was een avontuurlijke en eigenzinnige vrouw. Zij was niet erg honkvast; zo heeft zij een tijdje geleefd in een soort woongroep en had zij relaties met mannen en vrouwen. Al op jonge leeftijd liep zij gonorroe op en enkele jaren daarna tuberculose. Het is die laatste ziekte die haar in 1923, zij was pas vierendertig, fataal werd.

Boekenkrant

Het titelverhaal is kenmerkend
De verhalen in Het tuinfeest en andere verhalen zijn verschillend van omvang. Het eerste verhaal, Aan de baai, beslaat zo’n vijftig pagina’s, het kortste, Nationale feestdag, slechts vijf.

Als het gaat om een bundel verhalen zoek je vaak naar gemeenschappelijke kenmerken. Die zijn er voldoende. Sfeertekening is zo’n kenmerk. Mansfield weet met weinig woorden en prachtige details een sfeer op te roepen die je het verhaal in trekt. Je zou ze kunnen vergelijken met bijvoorbeeld landschapsschilderijen waarin soms wel, soms niet, een detail eruit springt.

Er zit een zekere consistentie in de onderwerpen en de thematiek. Contrasten en standsverschillen komen geregeld terug. Een voorbeeld daarvan is het rijkeluisleventje aan de ene kant en schrijnende armoede aan de andere kant. Dat komt misschien wel het beste tot zijn recht in het titelverhaal, Het tuinfeest.

Kunstmatige feestvreugde
Verwende rijkeluistypes maken zich daarin druk over onbetekenende details in de aanloop naar een ritueel tuinfeest. De kunstmatig opgewekte feestvreugde wordt verstoord door een vreselijk bericht. Een jonge vrachtrijder uit een van “de kleine huisjes onder aan de weg” is op zijn achterhoofd gevallen en overleden. Maar het feest moet en zal doorgaan. Een paar citaten om aan te geven hoe de feestvierders op het nieuws reageren:

“Het tuinfeest stopzetten? Laura, doe niet zo mal. Daar is natuurlijk geen sprake van. Niemand verwacht zoiets van ons. Doe niet zo overdreven.”

“Als je iedere keer dat iemand een ongeluk heeft gehad wilt dat er geen muziek gemaakt, wordt, zul je je handen eraan vol hebben.”

“Je kunt een dronken werkman niet weer tot leven wekken door sentimenteel te doen, zei ze zacht.”

Niet alleen hieruit, maar ook uit verschillende andere neerbuigende bewoordingen blijkt de onverschilligheid ten opzichte van degenen die niet tot het welgestelde kliekje behoren enorm.

Prachtige beelden en teksten
In andere verhalen is Mansfield beeldender en is de (verkapte) maatschappijkritiek minder manifest. Soms is het bijna sprookjesachtig, soms pijnlijk, maar het taalgebruik is altijd prachtig en het zijn kleine, mooie details die de verhalen tot leven brengen.

Nog maar een paar citaten, voor het geval de honger naar deze prachtige bundel nog niet groot genoeg is.

“Maar zodra je de tijd nam om de bloemblaadjes uiteen te nemen, om de onderkant van een blad te ontdekken, kwam het Leven langs en werd je meegesleurd.”

“Een kleine jongen werd met nijdige rukken meegetrokken door zijn vader en moeder; hij leek op een klein vliegje dat in de room gevallen was.”

Maar Mansfield kan ook behoorlijk giftig uit de hoek komen. Lees over hoe een verliefd jong stel spreekt over een oudere dame en zij zich onvrij wanen, in het park waar zij op een bankje vertoeven:

“’Waarom komt ze hier eigenlijk… wat heeft ze hier nog te zoeken? Waarom blijft ze met die malle tronie niet thuis’?
‘Het gekste is nog haar bo-bontje, giechelde het meisje. Het is net een gebakken wijting’.”

Als je van dit soort teksten en beelden niet gelukkig wordt, kun je misschien maar beter een andere hobby zoeken dan lezen. Voor alle anderen is Het tuinfeest en andere verhalen een dikke aanrader!

Eerder verschenen op jkleest