"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie zorg & ethiek: Huisje, boompje, eitje

Donderdag, 19 oktober, 2023

Geschreven door: Michiel De Proost
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Een oefening in feministische ethiek

De auteur

Bio-ethicus Michiel De Proost is verbonden aan de Universiteit Gent.

Het boek

Stel: je bent zo’n slimme meid die niet alleen investeert in haar opleiding en loopbaan maar ook zeker weet dat ze een kind wil: ooit, maar niet nu, want je wil een kind uitsluitend opvoeden met een partner. En die ontbreekt vooralsnog. Stel: je bent na je dertigste nog steeds single én hebt een goedgevulde bankrekening. Dan kun je je eicellen laten invriezen.

Deze invriespraktijk wapent vrouwen tegen de onverbiddelijke biologische klok. Zo kun je op latere leeftijd zwanger worden met relatief jonge, gezonde eitjes. Dus ja, een slimme meid krijgt haar kinderen het liefst op tijd, maar eitjes invriezen is zo bezien een goede tweede keus als je kinderen per se binnen een relatie wil krijgen.

Bovenstaande redenering start vanuit het idee dat autonomie voor vrouwen belangrijk is. Je vindt het terug in het emancipatiedenken van Shulamith Firestone. Deze feminist pleitte in de jaren zeventig niet alleen voor een glimlachboycot, maar ook voor technologie waarmee vrouwen hun vruchtbaarheid konden controleren.

Yoga Magazine

Bio-ethiek redeneert vanuit principes, waaronder het autonomieprincipe, stelden de Amerikanen Tom Beauchamp en James Childress in Principes van de biomedische ethiek uit 1979. De praktijk vonden ze minder interessant. Hun ethische argumenten leunden sterk op standaardvoorbeelden.

De Proost beoefent in Huisje, boompje, eitje een andere vorm van bio-ethiek. Hij benadert het invriezen van eitjes als een ‘verantwoordingspraktijk’. Leidende vraag daarbij: hoe reflecteren vrouwen zelf op hun ervaringen bij het laten invriezen van hun eitjes?

Uit zijn gesprekken met 21 vrouwen komen drie thema’s bovendrijven. Eén ervan is onzekerheid: veel vrouwen kiezen voor invriezen om zich te wapenen tegen een onzekere toekomst.

Het tweede thema bestrijkt de lichamelijke gevolgen van de invriesprocedure. Onder invloed van extra hormonen rijpen soms wel twintig eitjes tegelijk. Dat veroorzaakt een lijden waar weinig verhaal bij is. Je vertoont verschijnselen van zwangerschap maar je bent niet zwanger. Ook het oogsten van de eitjes kan pijnlijk en soms ronduit traumatiserend zijn.

Het derde thema is gemoedsrust. Bij gebrek aan een partner hebben de meeste geïnterviewden hun eitjes nooit laten terugplaatsen. Voor sommigen was het doorlopen van de procedure het begin van een rouwproces dat eindigde in berusting in een leven zonder biologische kinderen.

In het wat rommelige laatste deel bekritiseert De Proost het ideaal van het heteroseksuele kerngezin. Daarbij gebruikt hij werk van Sara Ahmed en andere ‘feministische pretbedervers’. Zo speculeert hij over andere, queer, samenlevingsvormen met kinderen die even goed liefde, zorg en warmte opleveren.

Activistische vrouwen van kleur introduceerden eerder het begrip ‘reproductieve rechtvaardigheid’ dat voor iedereen – en niet alleen de heteroseksuele hogere middenklasse – mogelijkheden creëert om een kind te krijgen of om juist van kinderen af te zien. Dat begrip bevalt De Proost kennelijk. Hij eindigt het boek met een plompverloren vraag aan de lezer: ‘Werk jij mee aan het verder breken van het ijs voor reproductieve rechtvaardigheid?’

Redenen om dit boek niet te lezen

Wat is die sprong van ethiek vanuit de levende ervaring naar speculatie toch vreemd! De Proost interpreteert het verlangen naar zwangerschap vooral als een door ideologie gevormd verlangen, waarin een vrouwenleven pas volledig is met het baren van een kind.

Maar waar blijven de ethische reflecties van vrouwen en hun partners in diverse omstandigheden en relatievormen? In plaats van speculeren had De Proost ook kunnen reflecteren op de uiteenlopende ervaringen met de onomkeerbare, meerduidige en o en zo lichamelijke avonturen van biologisch moederschap.

Die geleefde ervaringen had hij kunnen koppelen aan een veel feitelijker analyse van de neoliberale invloed op de voortplanting van kapitaalkrachtige individuen, met een omstreden internationale handel in eitjes en sperma en uitbuiting van draagmoeders als gevolg.

Redenen om het boek te lezen

Dit boekje vertoont een publieksfilosofie die wérkt: De Proost bedrijft een heldere vorm van ethiek over een maatschappelijke kwestie, een vorm die ook nog eens politiek en theoretisch relevant is. Hij heeft althans mijn luchthartige gedachten over het invriezen van eicellen zowel verdiept als veranderd.

Eerder gepubliceerd in Trouw en Tanny Dobbelaar