"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hypermama

Dinsdag, 8 oktober, 2019

Geschreven door: Sanne Bloemink
Artikel door: Carmen Meuffels

[Recensie] Don’t judge a book by its cover, luidt het gezegde. Toch is dat precies wat ik in dit geval deed, toen ik Hypermama tussen de andere opvoedkundige boeken zag staan in een kringloopwinkel. De vrolijke, kleurige kaft trok meteen mijn aandacht, en de tekst op de achterkant haalde me over de figuurlijke streep.

“Waarom hebben moeders het idee dat het nooit goed genoeg is? Waarom voelen zoveel moeders zich altijd schuldig? Of ze nu thuis zijn met hun kinderen, een volledige baan hebben of juist een deeltijdbaan, moeders schieten altijd tekort.”

Hoewel Sanne Bloemink dit boek in 2008 publiceerde, toen ze zelf in Manhattan (New York) woonde met haar twee kinderen, vind ik het verrassend actueel. Helaas, zou je bijna zeggen, want de mom struggles die Bloemink beschrijft, blijken ook nu nog op te gaan. Nog steeds geven met name vrouwen iets (een ambitie, een carrière, soms zelfs een relatie) op wanneer ze een kind krijgen, en nog altijd zit de samenleving blijkbaar vol valkuilen en tegenstrijdigheden die van alle tijden zijn.

Zo leven we, in 2008 maar volgens mij anno 2019 alleen nog maar meer, in een consumptiemaatschappij, waarin het belangrijk is om veel te werken zodat je veel kunt verdienen zodat je veel kunt uitgeven en kopen. Bovendien heerst er ook nog steeds een bepaalde angstcultuur, die ervoor zorgt dat we kinderen willen behoeden tegen een val van het klimrek, maar net zo goed tegen een onvoldoende. De hypermama waar Bloemink het over heeft, vertoont dan ook gelijkenissen met de curlingouder waar ik het eerder over gehad heb.

Boekenkrant

Hypermama is een vol boek. Het staat vol informatie en vergelijkingen: van het heden met het verleden, van Amerika met Nederland, van de auteur met moeders om haar heen. Bloemink behandelt in overzichtelijke, korte hoofdstukken met duidelijke tussenkopjes allerlei uiteenlopende onderwerpen die met het moederschap te maken hebben. Daarbij maakt ze dankbaar gebruik van onderzoeken die gedaan zijn of boeken die eerder verschenen zijn. Hypermama is daarmee méér dan een subjectieve, autobiografische zoektocht – het is een rijkelijk gedocumenteerde analyse van de moederschapsideologie, waarin Engelse termen je weliswaar om de oren vliegen, maar altijd helder worden uitgelegd. Bij mommy wars kunnen we ons bijvoorbeeld allemaal wel iets voorstellen. Bij de anti-adult bias, de mommy track, downshifting, backlash of de maternal wall wordt het al moeilijker. Bloemink gebruikt deze termen niet zomaar: allemaal staan ze in dienst van het punt dat zij probeert te maken. Welk punt is dat dan?

Het is moeilijk samen te vatten, omdat Bloemink (gelukkig!) heel genuanceerd is. Ze is niet simpelweg voor of tegen werkende moeders, niet voor of tegen het uitbesteden van de zorg van je kinderen, niet voor of tegen het stimuleren van je kind om hoge schoolresultaten te halen. Ze pleit voor een nieuwe kijk op moederschap, en haar persoonlijke pleidooi is meer een pleidooi om wat milder te zijn. Milder voor jezelf, als moeder, en milder voor de moeders om je heen:

“Ik vraag me vaak af of ik zelf een hypermama ben. Aan de ene kant probeer ik me te verzetten tegen de druk op moeders van buitenaf en ben ik me ervan bewust dat er onmogelijke eisen aan moeders worden gesteld. Aan de andere kant blijft het lastig om je te onttrekken aan de moederideologie en aan de cultuur waarin je leeft. Ook ik voel me altijd verantwoordelijk, schuldig en kijk angstvallig naar hoe andere moeders het doen. Maar als ik bewust probeer wat meer ontspannen tegen de opvoeding van mijn kinderen aan te kijken, dan krijg ik meer zelfvertrouwen, dan ben ik gelukkiger. Ik doe het eigenlijk best goed, denk ik dan.”

Een mooi, kwetsbaar einde, en een welkom tegenwicht tegen de continue informatiestroom uit alle hoofdstukken daarvoor. Niet dat ik die erg vond – ik ontvang graag informatie van auteurs die zo genuanceerd en grondig te werk gaan als Bloemink.

Fijn is tot slot aan haar dat ze zich er voortdurend van bewust is dat ook zij – en daarmee ook Hypermama – in een bepaalde traditie zit. Het is net als met alle andere opvoedboeken: hoe die ontvangen worden door het publiek, geeft alleen maar aan hoe de maatschappij er op dat moment over denkt. ‘Als het past in een bepaald plaatje, dan wordt het omarmd,’ aldus Bloemink. In welk plaatje haar boek precies past, weet ik niet. Wat ik wél weet, is dat ik er veel uit herkend en veel van opgestoken heb. Hypermama is wat mij betreft ook nu, in 2019, elf jaar na het verschijnen, nog steeds de moeite van het lezen waard.

Eerder verschenen op mother&Sons


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Hypermama