"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met Martje van den Brug

Maandag, 24 oktober, 2016

Geschreven door: Martje van der Brug
Artikel door: Roelant de By



Wie is Martje?
Martje van der Brug is auteur van de romans Wat doen we met moeder (2016) en Havo is geen optie (2013) die beide verschenen bij AmboAnthos uitgevers.


Tot je twaalfde heb je in diverse landen gewoond. Waarom was dat en hoe zijn je herinneringen aan die periode?
Ik ben opgegroeid in Iran, Canada, de Verenigde Staten en op Curaçao. Mijn vader werkte in die landen voor Shell en wij verhuisden mee. Ik vond het niet altijd makkelijk om steeds opnieuw ergens mijn draai te vinden, maar het was wel erg boeiend om veel van de wereld te zien.


Had je als kind al de ambitie om te gaan schrijven? Kun je je eerste schrijfsel nog herinneren? Waar ging dat over?
Ik was dol op lezen. Van De brief voor de Koning tot Pitty op kostschool en de boeken van Irmgard Smits. Ik droomde er van om net als zij schrijfster te worden en heb haar ook fanmail gestuurd en antwoord gekregen. Mijn eerste schrijfsel dat ik me herinner was een opstel in de derde klas (groep 5). De titel was: Als ik later groot ben, word ik schooljuffrouw. Ik mocht het bij het hoofd der school, in de zesde klas voorlezen, ik weet nog dat ik daar erg trots op was.


Je hebt een hele periode in de reclamewereld gewerkt. Is dat ook een vorm van fictie? Wat is daar zo leuk aan geweest? 
Reclame is echt iets heel anders dan fictie hoor! Als tekstschrijver moet je de boodschap van je opdrachtgever zo goed en zo aantrekkelijk mogelijk verwoorden. Je kunt dus alleen creatief zijn binnen de kaders die de klant stelt. Meestal moet het in heel weinig woorden, één pakkende slogan bijvoorbeeld. Wat dat betreft is een boek schrijven gemakkelijker! Het leuke van de reclame is dat je meestal in teamverband werkt, met een artdirector. Die doet de vormgeving bij de teksten van de copywriter.


En dan maak je de stap naar het schrijven van boeken. Hoe dat zo?
Ik droomde van jongs af aan van het schrijven van boeken. Ik had alleen geen idee hoe ik dat aan moest pakken. Bovendien had ik een baan en drie kinderen. Pas toen de jongste uit huis ging, ben ik wat minder gaan werken om eindelijk die roman te kunnen schrijven. Dat werd Havo is geen optie.



Je werkt soms nog in de reclame. Hoe combineer je dat?
Ik werk als freelancer. Dat betekent dat ik opdrachten kan aannemen als ik ze leuk vind en als ik tijd heb. Dat is heel fijn voor ‘erbij’. Want als auteur ben je niet continu aan een boek bezig. Afgelopen voorjaar verscheen mijn tweede roman, en ik ben nu aan het broeden op een derde boek. Dan is het fijn om zo nu en dan commerciële opdrachten te kunnen doen.


Heb je een bepaald schrijfritueel?
Ik heb een heel simpel recept. Als ik aan een boek begin, moet ik van mezelf 1000 woorden per dag schrijven. Elke dag, zeven dagen per week. Ik mag pas stoppen als die 1000 woorden er echt staan. Soms is dat al om 11 uur ’s ochtends. Dan kan ik lekker op een terras gaan zitten nadenken over het vervolg. Maar soms zit ik tot 3 uur ’s nachts te worstelen. Dat is vreselijk. Om die 1000 woorden te kunnen schrijven moet ik zo min mogelijk afleiding hebben. Geen borrels, feestjes, lunches met vriendinnen. Daarom ga ik dan zoveel mogelijk naar ons huisje in Frankrijk. Daar kan ik ongestoord doortikken en dan haal ik het wel.


‘Wat doen we met moeder’ is een verhaal over het zelf in de hand hebben en houden van het moment van sterven. Hoe is dat op je pad gekomen?
Eigenlijk gaat het boek vooral over hoe leden van een gezin totaal verschillend naar de situatie van hun zieke moeder kijken. Dat heb ik zelf ook zo meegemaakt. Mijn vader was ernstig ziek en de vier kinderen hebben echt geworsteld met de vraag wat nu het beste voor hem was. Bij ons ging die discussie overigens niet over euthanasie maar over de opname in een verpleeghuis.



Hoe sta jij tegenover euthanasie?
Ik ben voor zelfbeschikking. Ik vind dat ieder mens die dat wil, het recht moet hebben om op een zorgvuldige manier het leven te beëindigen. Dat is natuurlijk best ingewikkeld. Met mijn roman probeer ik een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke discussie.


Welk personage uit het boek lijkt het meest op jou? Zitten er autobiografishe elementen in verwerkt?
Mensen die mij goed kennen zeggen dat ik een mix ben van Dorien en Fiona. Net als Dorien vind ik dat de moeder in het boek helemaal zelf mag weten of ze wil doorleven of niet. En net als Fiona ben ik thuis de oudste.
Autobiografische elementen in het boek zijn bijvoorbeeld dat het gezin net als ik op Curaçao heeft gewoond als Shell-expats. En dat de familie daarna naar Berkheij verhuisde, een dorp dat lijkt op Wassenaar, waar ik sinds mijn 12e jaar bijna mijn hele leven heb gewoond.


Wat hoop je met je boeken te bereiken?
Ik probeer mijn lezers te vermaken en tegelijkertijd een maatschappelijk thema aan te snijden dat ik belangrijk vind.
‘Wat doen we met moeder’ gaat over het recht op zelfbeschikking omdat ik vind dat iedereen over het levenseinde zou moeten nadenken, ook als je nog niet oud bent. Maar ondertussen mag er wel gelachen worden. ‘Havo is geen optie’ gaat over de tomeloze ambitie van ouders die willen dat hun kind een zo hoog mogelijke schoolopleiding doet. Ik ben lang betrokken geweest bij het bestuur van een middelbare school, en daar zag ik hoe het kan misgaan als een kind door ouders gepusht wordt om een opleiding te doen die te hoog gegrepen is. Het gaat er natuurlijk om dat je als ouder het echte talent van je kind ontdekt. Ieder kind is ergens goed in, dat weet ik zeker.



Zou je op je dertigste dezelfde boeken hebben kunnen schrijven? (Martje is geboren in 1959)
Wat een hele goede vraag! Ik heb mezelf jaren wijsgemaakt dat ik niet genoeg tijd had om te schrijven. Maar als ik eerlijk ben: ik wist ook niet waar ik over moest schrijven. Het moest voor mij namelijk wel echt ergens over gaan, niet alleen een leuk of spannend verhaal zijn. Dus blijkbaar had ik levenservaring nodig om deze sociale romans te kunnen schrijven.


Hoe ervaar jij social media en het contact met je lezers?
Sociale media brengen mensen bij elkaar. Kijk maar naar De Perfecte Buren! Zo’n community van boekenliefhebbers is toch geweldig? Ik krijg veel reacties van lezers via Facebook, Twitter, Instagram en Linkedin. En via mijn eigen website, martje.nl.


Welke leeftijd zou je tien jaar willen vasthouden en waarom?
Mijn huidige leeftijd, 57, vind ik prima! Maar als ik dat zeg, dan moet mijn man nog tien jaar langer doorwerken en dat vind ik zielig. Laat ik daarom zeggen dat ik wel tien jaar 60 wil zijn. Dan is hij 65. Ons plan is tegen die tijd meer tijd in Frankrijk door te brengen. Hopelijk kan ik dan tien jaar lang elk jaar een boek schrijven!


Wat is het beste moment om te schrijven voor jou?
Ik ben geen ochtendmens. De eerste uren van de dag rommel ik wat in huis terwijl ik nadenk over wat ik de vorige dag heb geschreven. Meestal begin ik pas in de middag. Daardoor moet ik vaak wel tot ’s avonds laat – of diep in de nacht – door.


Je hebt al veel landen gezien, wat er zo bijzonder aan Frankrijk?
Zuid-Frankrijk heeft eigenlijk alles: een heerlijk klimaat, een rijke cultuur, mooie natuur, die fantastische zee, een geweldige keuken, wijngaarden en een joie de vivre waar ik me heel goed bij voel. Ik voel me daar zeer thuis.


De laatste film waarbij je moest huilen… 
Still Alice, een prachtige film over een vrouwelijke hoogleraar die door de ziekte van Alzheimer de regie over haar leven kwijtraakt. Ze wil een einde aan haar leven maken, maar dat lukt niet meer.


Het beste boek dat ik ooit heb gelezen is….
Dat is moeilijk zeg! Ik heb zoveel geweldige boeken gelezen en de meeste zijn onvergelijkbaar. Als ik er één moet noemen, dan kies ik Karakter van Bordewijk. Ik las het voor mijn eindexamenlijst. De gedachte dat je juist sterker wordt door tegenslag maakte grote indruk op me.


Het moeilijkste dat je ooit heb gedaan?
Nou, het schrijven van mijn eerste roman was wel een uitdaging… Gelukkig volgde ik een cursus Romanschrijven bij de Schrijversvakschool. Mijn docent, Nicolien Mizee, en mijn medecursisten waren een enorme steun. Ik weet niet of het me in mijn eentje wel gelukt was.


En tot slot: wat doe je over vijf jaar?
Dan schrijf ik hopelijk mijn vijfde boek!


Martje, dank je wel voor alles! Je hebt vol overtuiging en enthousiasme meegewerkt aan dit interview. Je persoonlijke interesse tijdens ons gesprek was hartverwarmend, dat was heel bijzonder. 
Heel veel succes gewenst met boek, 3, 4 en 5! We gaan er met smart op wachten!


Patrice – team De Perfecte Buren


Lees hier mijn recensie over ‘Wat doen we met moeder’ 

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.