"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Interview: Instinct & Verstrikt

Zaterdag, 7 oktober, 2023

Geschreven door: Ivonne Wilken
Artikel door: Roelant de By

Roelant de By in gesprek met…. Ivonne Wilken

Ivonne Wilken: “ik ben niet iemand van de happy endings. Zo zit het echte leven niet in elkaar. Ik zie er wel vaak wel vrolijk uit, maar dat is schijn. Ik kan van binnen behoorlijk zwartgallig zijn.”

Een Nederlandse auteur die in het noorden van Noorwegen woont, krijg je niet zo makkelijk voor de interview microfoon. Tenzij ze, zoals nu, een bezoek aan haar vader brengt. Ivonne schreef twee thrillers: Instinct (april 2021) en Verstrikt (september 2022). We spreken af in het huis van haar vader in Emmen. Ivonne blijkt een warme, innemende persoonlijkheid, die heel open praat.

Wat fijn dat ik je in Nederland kan treffen voor een interview.

“Ik vind het ook heel leuk. Ik heb zélf journalistiek gedaan. Als je iemand ontmoet is het toch zó anders dan wanneer je vragen krijgt toegestuurd.”

Schrijven Magazine

Ben jij ook in Emmen geboren en getogen?

“Ja, ik heb hier tot mijn achttiende gewoond. Toen ben ik een jaar naar Amerika gegaan. Ik was heel slecht in allerlei talen. [lachend] Het is dus eigenlijk heel grappig dat ik schrijfster ben geworden. Ik wilde graag goed Engels leren. Om naar highschool te gaan, had ik geen geld. Zodoende ben ik als au pair gaan werken bij een Amerikaans gezin. Achteraf was dat aan de ene kant heel erg leuk. Kinderen vinden het superstoer als ze jóu wat kunnen leren. ‘Ze spreekt geen Engels!’ Samen met hen kijk je naar  kinderfilms, ze leggen je dingen uit enzovoorts. Kortom, je leert het heel snel. En ik ben een sociaal iemand, ik wil graag praten. Dat ging supergoed. Het nadeel is wel dat het intens is. Kinderen weten niks van werktijden. Je bent er gewoon constant. Dat maakte het zwaar. Na dat jaar ben ik terug gekomen naar Nederland en ben ik journalistiek gaan studeren in Zwolle. Toen ik die vier jaar afgerond had, ben ik antropologie in Utrecht gaan studeren. En dáár had ik heel veel geluk omdat ik de docent trof die de eerste studierichting criminologie had opgesteld. Tegenwoordig is het een officiële studie, maar toen stond dat nog in de kinderschoenen.”

Mijn oudste dochter heeft een bachelor criminologie gedaan. Een mix van psychologie en rechten was dat.

“Die docent in Utrecht was heel erg bezig met culturen, de psychologie daarvan en wat ze meenemen naar andere culturen. En dat combineerde hij met rechten. Dat was dus meer een samenwerking tussen rechten en antropologie. Ik was daar zó blij mee. [lachend] Eigenlijk ben ik stiekem een beetje jaloers op jouw dochter die meteen criminologie kon kiezen. Allemaal interessante vragen: Waarom doen mensen dat? Wat zit er achter? Heel erg boeiend.”

In de kamer waar we zitten, valt mijn oog op een enorme kaars die daar in de hoek staat. Is dat een doopkaars?

“Het is de trouwkaars van mijn ouders. Echt een heel oude. Een katholiek relikwie. Volgens mij was het de Paaskaars die ze pas aan het eind van het jaar van de pastoor mochten kopen. Een mooie symboliek omdat die brandde bij hun huwelijksinzegening. Ik ben zelf atheïst, net als mijn vader eigenlijk. Mijn moeder was misschien half gelovig. Maar zo ging dat vroeger. Je werd hier erg geïndoctrineerd. De pastoor kwam langs en er moesten veel kinderen komen. Nee, ik heb daar geen enkele affiniteit mee, eerder aversie.”

Je hebt zelf geen kinderen duidelijk.

“Nee, dat klopt. Waarom dacht je dat?”

Bij diverse passages in jouw boek dacht ik al bij mijzelf: ze heeft geen kinderen. Ik zal een voorbeeld geven. In ‘Instinct’ schrijf je op pagina 123:

Hij besloot om gewoon eerlijk te zijn, dat werkte bij kinderen altijd het beste.

Kinderen geloven juist alles wat je als volwassene tegen ze zegt. Dat is ook meteen het pijnlijke. Maar meestal zeg je als ouder de waarheid niet, om ze te beschermen. Daarom dacht ik al meteen dat je zelf geen kinderen had.

“Het is een bewuste keuze. Ik ben dol op kinderen, maar ik hou ook van mijn vrijheid en van reizen. Nee, het is goed zo.”

Jouw twee boeken zij totaal verschillend van sfeer. De één, Verstrikt’,  is duidelijk Scandinavisch van sfeer. Een bijna verlaten eiland, woeste natuur, eenzame mensen en een tikkeltje bovennatuurlijke elementen. Ik moest denken aan boeken van Karin Fossum.

“In Verstikt gaat het over hoe mensen dusdanig in hun eigen denkwereld zitten dat ze hun eigen waarheid creëren. Dat vind ik mooi om te beschrijven. In mijn wereld is niks zwart-wit. Je kunt wel zeggen dat iemand een misdaad heeft gepleegd. En dat is ook wel zo, maar daar gaat heel wat aan vooraf. En dan heb je die jonge student die aanvankelijk heel erg denkt in goed en fout, maar er achter komt dat het zo simpel niet is in het leven. Zodra hij zijn ethische bezwaren opzij zet, is de eerste stap naar medeplichtigheid een feit. En langzaam wordt hij meegezogen en komt op een glijdende schaal terecht.

Jouw andere boek, Instinct, gaat over een serie moordenaar. Dat is meer in de sfeer van boeken van Chris Carter, die ook criminoloog is.

Na mijn studie ben ik bij de politie gaan werken. Daar heb ik niet met moordenaars gesproken. Wel heb ik veel contact gehad met straatrovers, die soms met grof geweld te werk gingen. Mijn chef constateerde dat het aantal straatberovingen erg steeg. Hoe wil je dat onderzoeken?, vroeg zij me dan. Ik stelde dat ik mét die jongeren wilde praten en niet óver ze. Ik kreeg vervolgens de vrijheid van mijn chef om dat te doen. Die gesprekken kwamen moeilijk tot stand. Natuurlijk staan ze niet te popelen om over hun misdaden te praten en zijn ze achterdochtig. Je moet heel duidelijk maken dat het anoniem is. Degenen die wel wilden praten waren heel openhartig, een enkeling was niet toegankelijk en beperkte zich tot ja/nee antwoorden. Ik zat destijds regio Lelystad. Veel straatrovers hadden een Antilliaanse achtergrond. In die cultuur is het heel gewoon om met een mes op zak rond te lopen. In combinatie met straatroof kan dat leiden tot geweld. En zij zijn ook erg in een verdomhoekje gedrukt, kwamen uit gebroken gezinnen, hadden weinig sociale binding en werden geconfronteerd met armoede en discriminatie. Ik woon nu ruim 16 jaar in Noorwegen en daar hebben we de Sami, de oorspronkelijke bevolkingsgroep. Veel kinderen groeien op met een mes. Want dat is traditie, omdat je die in de natuur nodig hebt. Wij zijn heel erg beschermd in onze samenleving. Dat maakt onze kijk op geweld anders. We eten wel vlees, maar we weten niet meer precies waar het vandaan komt.”

Hoe kwam je ertoe om in Noorwegen te gaan wonen? Was het de liefde?

“[lachend] Het was een samenloop van omstandigheden. Ik zat in een diep gat. Ik had net mijn baan bij de politie moeten opgeven vanwege verschrikkelijk heftige RSI klachten. En net in die tijd kreeg mijn vriend een aanbod voor een onderzoeksbaan hier in Noorwegen. We kenden elkaar pas een jaar of twee en het was een beetje een weekendrelatie. Dan is het natuurlijk een grote stap om samen te vertrekken naar een land waar je de taal niet spreekt en geen werk hebt. Het ging in eerste instantie om een contract van drie jaar. En dan ga je opeens samen wonen in een nieuw land. Na die eerste periode kreeg mijn vriend een vaste aanstelling. En nu zitten we hier inmiddels al een jaar of achttien.

Wat zal jij je ontzettend eenzaam hebben gevoeld in het begin. Arbeidsongeschikt, geen baan, vreemd land waar je de taal niet van spreekt.

Ja, dat was een moeilijke tijd. Ik ben een heel sociaal persoon en had in Nederland een heel netwerk van vrienden. Maar dan kom je daar en heb je niks. Ik heb best wel veel gereisd vroeger, ook naar landen waar ik de taal niet sprak. Maar met handen en voeten kon ik altijd wel communiceren. Maar dan kom je in Noorwegen en daar was het heel anders, veel afstandelijker. Ik begreep het niet. De cultuur en de manier van met elkaar omgaan is in Noorwegen anders dan in Nederland. Daar moest ik erg aan wennen.

Hoe gaat het met je RSI?

Nou, moeizaam. Het gaat heel erg op en neer. Het brengt ook slapeloosheid met zich mee. En daar word je weer gevoeliger van enzovoorts.

Al zó lang…

“Ik heb best wel moeilijke tijden achter de rug. Daarom ben ik ook heel blij dat ik die boeken heb. Afleiding, je moet je focussen. Ik kan alleen niet meer op de computer, nog steeds niet. Mijn boeken schrijf ik met een spraakprogramma. Ik spreek het in en de computer typt het voor me. Een groot voordeel is dat ik zelf de tijd kan indelen. Op dagen dat ik veel last heb, doe ik een klein stukje. Op betere dagen wat meer. Dat is fijn. Maar cynisch is het wel. De computer heeft me die RSI gegeven, maar het is ook dankzij de computer dat ik via het praatprogramma mijn boeken kan schrijven en me weer zinvol kan voelen.”

Je eerste boek is nog niet zo lang geleden gepubliceerd.

“Daar is een heel traject aan voorafgegaan. Ik schreef altijd al veel, maar nooit fictie. Dat heb ik mijzelf eigen moeten maken. Het is toch echt wat anders dan wetenschappelijke artikelen of interviews uitwerken. Ik kon nu de hele pagina met fantasie vullen. Maar met wat dan? Heel geleidelijk, stukje bij beetje ontstaat er een boek. Maar het eerste boek dat ik geschreven heb, is nog niet gepubliceerd. Instinct is eigenlijk mijn tweede boek. Dat eerste boek vind ik zelf nog niet goed genoeg om uit te geven. Daar moet eerst een uitgebreide redactie overheen gaan. Nu is het nog niet naar mijn zin. De redactie van boeken is een punt van aandacht. Als schrijver kun je dat niet zelf, helemaal niet als je zoals ik met de spraakcomputer een boek schrijft.”

Het einde van jouw boeken is niet altijd even gelukkig.

“Nee, ik ben niet iemand van de happy endings. Zo zit het echte leven niet in elkaar. Ik zie er wel vaak wel vrolijk uit, maar dat is schijn. Ik kan van binnen behoorlijk zwartgallig zijn.”

Komt dat door wat je meegemaakt hebt met je RSI?

“[lachend] Nou, dat heeft zeker niet meegeholpen. Maar ik denk dat ik daarvoor ook al een beetje een na-denker, een doemdenker was. Ik heb een vriendin die heel vrolijk tegen mij zegt: het leven is een cadeautje, Ivonne. Nou, ik heb er niet om gevraagd, is dan mijn antwoord. “

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow