"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Interview: Over dit gevoel is nagedacht

Vrijdag, 5 januari, 2024

Geschreven door: Tyche Beyens
Artikel door: Jan Stoel

Tyche Beyens: “‘Ik bevat menigten’ is een prachtige zin, maar het is inderdaad een mooie samenvatting van ons menszijn.”

Er zijn boeken die je bijblijven, die je raken. Tyche Beyens schreef zo’n boek. Over dit gevoel is nagedacht pakte me meteen al bij de eerste twee regels: “Liefde is niet meer dan de perfecte timing. Het is op exact hetzelfde moment openstaan voor elkaar. Ruimte hebben voor de liefde van een ander. Bereid zijn om de liefde aan een ander te geven.” Dat is een rijpe gedachte. De auteur heeft een meeslepend verhaal geschreven waarin de vier belangrijkste personages, Nino, Aisha, Ingmar en Liv constant na denken over dit gevoel. Het zijn jonge twintigers die op zoek zijn naar verbondenheid, liefde, elkaar vinden, maar ook weer afstand nemen. Tyche Beyens laat haar debuutroman spelen net na de corona-periode. Tijdens corona voelden met name veel jong volwassenen zich eenzaam en misten ze vooral elkaar. Maar in de roman gaat het niet alleen over het gevoel, hartstocht maar ook over het rationele (dat is zo mooi verwoord in de twee laatste woorden van de titel). Als ik naar de cover kijk zie ik dat terug. Mensen die dichtbij elkaar staan en zich van elkaar verwijderen. En dan het kleurgebruik: blauw en rood. Rood de kleur van de passie, blauw de tint die voor ratio staat en wit om de reis van het leven in te vullen? Tijd om haar eens nader met u kennis te laten maken.

Inhoud: Liefde is niet meer dan de perfecte timing. Hoewel persoonlijke voorkeuren, geschiedenissen, astrologische matches, opvoeding en hormonen natuurlijk ook een rol spelen, is liefde soms niet meer dan het perfecte moment waarop twee mensen elkaar vinden. Nino, Aisha, Ingmar en Liv kruisen elkaar in dezelfde stad en in dezelfde relaties. Telkens als ze elkaar gevonden lijken te hebben, zorgt iets of iemand ervoor dat ze elkaar weer mislopen. 

Over dit gevoel is nagedacht is en queeste naar de liefde van vier eind-twintigers, die dat veelzijdige begrip stapsgewijs proberen te ontleden. Het is een liefdesverhaal over voelen in een eeuw waarin zo veel wordt nagedacht. Ja, gewoon een liefdesverhaal, al kan het zo veel meer zijn als je dat wil.

Tyche Beyens (1994) woont in Antwerpen. Haar liefde voor film en literatuur combineert ze in haar job als freelance scenarist. Ze werkte onder meer mee aan fictiereeksen voor Ketnet, Streamz, VRT en VTM, en ze is actief in de Raad van Bestuur van de Scenaristengilde.

Archeologie Magazine

Je bent freelance scenarist. Hoe is die fascinatie voor jouw vak zo ontstaan? En kun je iets vertellen over hoe je als scenarist werkt?

“Ik heb altijd een zwak voor film gehad. Als kind en tiener vond ik het zalig om weg te dromen in andere levens en keek ik in de schoolvakanties soms wel tot drie films op een dag. Ik denk dat ik, misschien meer dan anderen, altijd heel gevoelig ben geweest voor de ‘catharsis’ die je krijgt als je een film ziet: ik kan mij even verliefd voelen als de personages in een verhaal en ween ook bijna altijd mee als ze verdrietig zijn. Het kwam wel niet meteen in me op om te gaan schrijven als scenarist. Eerst wilde ik liever regisseren of acteren.

Mijn liefde voor film en mijn liefde voor schrijven ontstonden dus los van elkaar en werden samen gevoegd toen ik eenentwintig jaar was. Ik had een diploma Engels – theater, film en literatuurwetenschappen op zak en wilde nog iets met film gaan doen. Op het RITCS, een filmschool in Brussel, boden ze voor studenten die al een diploma hadden een verkort traject (scenario)schrijven aan. Ik heb nog even getwijfeld om niet toch voor regie te kiezen en van nul te beginnen, maar toen besefte ik het: ik schrijf al heel mijn leven kortverhaaltjes én ik hou van film. Ik moet schrijven!”

Scenarist zijn is toch wel iets anders dan romanschrijver. Vanwaar de noodzaak om een roman te gaan schrijven?

“Nadat ik scenarist werd, begon ik veel in opdracht te werken. Mijn kortverhaaltjes schreef ik niet meer. Ik deed veel ervaring op in verhaalopbouw en amuseerde me enorm, maar ik merkte wel dat ik het soms moeilijk had dat je als scenarist vrij snel afstand neemt van je verhaal. Je legt de basis, maar daarna gebeurt er nog heel veel tijdens het draaien en in de afwerking ervan. Er zijn veel stemmen die tevreden moeten zijn waardoor het afgewerkte project soms niet meer lijkt op wat er ooit initieel op papier stond. Dat vond ik nooit een probleem, tot ik het idee kreeg voor ‘Over dit gevoel is nagedacht’. Ik voelde dat het proza moest worden en dat ik niet wilde dat ik me te hard zou moeten aanpassen naar de commerciële media om het gemaakt te krijgen.”

Waar ligt de kiem van het verhaal van Over dat gevoel is nagedacht?

“Ik denk dat er drie kiempjes zijn, het was een kruisbestuiving dus. De eerste ontmoeting met mijn huidige lief was een nogal memorabele avond die aan de basis ligt van het eerste hoofdstuk Een gasfles veranderde alles. Ik wilde dit verhaal neerschrijven zodat ik de details ervan niet zou vergeten. Maar zonder er al te veel bij na te denken, draaide ik de geslachten om, waardoor het al snel twee personages werden die buiten mij om leefden.

Daarnaast heb ik het altijd fascinerend gevonden dat wanneer je iemand ontmoet die je ‘prikkelt’, je veel nadenkt over die persoon, dat personages beginnen te leven in je hoofd, terwijl je ze eigenlijk niet ‘kent’. Je begint zo hun gedachten en gevoelens voor jezelf in te vullen. Dat doen mensen voortdurend wanneer ze daten met iemand. Maar wat als de persoon waar jij zo veel voor invult hetzelfde doet met iemand anders?

Als derde element speelde ik met het idee dat Antwerpen, de stad waar ik het meeste van mijn leven heb gewoond, niet zo’n grote stad is waardoor veel mensen regelmatig overlap hebben in hun liefdeslevens. Heel vaak hoor je hier ‘die had ooit nog iets met die’. Mensen kruisen elkaar en scheiden weer, maar we kunnen elkaar blijven tegenkomen en onze ‘schaduwen’ kunnen elkaar nog raken. Dat zie je ook op de cover van het boek.”

In je motto’s voor in het boek spelen muziek, gevoel en rede een rol. Kun je iets vertellen over die keuzes?

“Het verhaal is bekend
Jij denkt aan haar
Zij denkt aan hem
Verliezen is goed

Het geeft je meer
Dan winnen ooit doet (Spinvis)
Tell me all the important stuff.
What’s your favorite color?
What makes you so tough? (What Once Was – Her’s)

“Ik ben altijd fan geweest van de literaire songteksten van Spinvis. Soms breekt er een hart, soms blaft er een hond bevatte een zin die het verhaal van mijn roman goed samenvatte. Maar daarnaast is het een troostend nummer over de liefdesverdriet: je kan er niet aan ontkomen, niemand blijft gespaard, en diegene die jouw hart ooit brak liep ook ooit rond met een gebroken hart. Dat is ook belangrijk in mijn verhaal: diegene die jou misschien niet goed behandelde, werd op een ander moment niet goed behandeld. Iedereen is in staat om een hart te breken op het foute moment.

Het stukje tekst uit het nummer van Her’s vond ik gepast omdat het lijkt op een gesprek tussen twee mensen die elkaar beter willen leren kennen. De contradictie tussen een eenvoudige vraag zoals ‘Wat is je favoriete kleur?’ en een gelaagde vraag zoals ‘Wat maakt dat je zo stoer bent?’, dat is echt zo kenmerkend voor de grens die we aftasten wanneer we iemand beter leren kennen. Jezelf blootgeven gebeurt met mondjesmaat. Het is een voortdurend wikken en wegen tussen wanneer geef ik teveel prijs of verwacht ik dat de ander zich inhoudt of toont.”

Muziek vormt een verbindend element in je roman. Op allerlei plekken popt ineens een toepasselijke song op. Het is volgens mij meer dan een simpele playlist. Ik zie dat bijvoorbeeld al aan de opdracht in je boek als je ‘Forever journey on golden avenues’ gebruikt, een regel uit La Ritournelle, een lied van Sébastien Tellier, een lied dat volgens mij gaat over een ideale relatie. Je draagt het boek mede op aan je lief “met wie ik voor altijd samen wil nadenken over gevoelens”.

“Oh, nothing’s gonna change my love for you
I wanna spend my life with you
So we’ll make love on the grass under the moon
No one can tell, damned if I do
Forever journeys on golden avenues
I drift in your eyes since I love you
I got that beat in my veins for only rule
Love is to share, mine is for you.”

Tyche Beyens en muziek: hoe werkt dat?

“Ik heb altijd graag naar film soundtracks geluisterd. Het is zalig om muziek via films te leren kennen en het kan een ontzettende meerwaarde zijn op een beeld. In het dagelijkse leven heb ik ook vaak muziek opstaan, en er zijn nummers die ik dan zo veel opzet dat ik ze heel hard link met een bepaalde gebeurtenis, een persoon of een gevoel.

Als scenarist bepaal je niets van de muziek die uiteindelijk in de film gebruikt wordt. Ik wilde als schrijver datgene doen dat ik dus nooit mag als scenarist: de muziek kiezen. De personages luisteren, net zoals ikzelf, naar bepaalde nummers op een bepaald moment, en dat brengt soms een actie met zich mee. Soms gaat het ook gewoon zo makkelijk: er hoeven niet altijd grootse dingen te gebeuren. Je hoort een nummer en je beslist iemand een berichtje te sturen omdat je aan hun denkt.”

Ik dacht ook even dat het boek ook over jou ging?

“Ik heb veel van mijn eigen (liefdes)leven in de afgelopen negenentwintig  jaar gebruikt als inspiratie, maar ook veel van de relaties die ik heb geobserveerd en de gesprekken die ik heb gevoerd met mensen in mijn omgeving. Sommige vrienden lezen het boek met een vergrootglas, op zoek naar de gelijkenissen met mijn eigen leven. Dat vind ik wat jammer. Iemand die me niet kent, herkent misschien zichzelf of iemand anders die ze kennen. Er zit veel van mezelf in, maar ik heb zelf niet het gevoel dat ik over mijn eigen leven lees. Veel meer nog zit er een generatie in.”

Hoe ben je te werk gegaan bij het schrijven?

“De eerste twee delen van het boek (er zijn vijf delen) werden intuïtief geschreven. Dan heb ik een samenvatting gemaakt van wat er in elk hoofdstukje moest gebeuren en daarin heb ik mijn ervaring als scenarist heel goed kunnen gebruiken. Er lag een structuur vast waarna ik kon beginnen spelen.

Er zijn meerdere versies geweest van het boek, met andere scènes, flarden, omwegen, die altijd leidden naar hetzelfde eindpunt. Maar toen er een eerste versie lag, werd het een kwestie van overhouden wat er echt toe deed. Tot op de laatste versie staken er stukjes in waar ikzelf heel gehecht aan was, maar die uiteindelijk het verhaal niet voortstuwde en die ook verwarring zaaiden over de personages. Die zijn dan – helaas – moeten sneuvelen.”

Je bouwt levensechte personages op. Je kiest ervoor om ieder personage vanuit zijn perspectief zijn verhaal te vertellen. Dat maakt het krachtig, dynamisch, zorgt voor spanning. Mensen zeggen waar het op staat, iedereen heeft zijn goede en slechte kanten. Het leven van de hoofdpersonages lijkt soms chaotisch, verwarrend, ze ontmoeten elkaar en verlaten elkaar weer, ze verliezen zich in allerlei gedachten. Is dat specifiek voor de generatie waarover je schrijft?

“Soms wordt er nogal kort door de bocht gezegd dat Millennials bindingsangst hebben omdat er te veel keuze is. Maar zo lijkt het alsof iedereen erg zelfverzekerd is en leeft met het idee: ‘ik verdien beter en beter is er’. Volgens mij is net het tegenovergestelde typisch aan onze generatie: er is een grote onzekerheid bij iedereen gaande en een vrees dat een relatie of job fout zal lopen door ons eigen toedoen. Ik zou durven zeggen dat mijn generatie, de Millennials, een zeer introspectieve generatie is. We willen het anders doen dan de generaties voor ons, maar we missen misschien de daadkracht van de generatie na ons. Veel mensen rondom mij, en ikzelf, twijfelen veel. Er is bijna te veel ‘faalangst om te leven’.”

Je ontleedt dat wat liefde is tot op het bot en je doet dat langs vier grote verhaallijnen, die van de belangrijkste personages Nino, Aisha, Liv en Ingmar. Personages die allemaal een ‘knak’ in hun leven hebben gehad. Ingmar, de psycholoog, Nino die illustrator is, Aisha die kinesist is en Liv de selfmade-woman die alles zelf heeft moeten opknappen en een koffiebar runt. Je kiest voor juist deze vier personages. Heb je daar een reden voor?

“Er is heel erg aan de personages gewerkt. In het begin schreef ik hen nogal intuïtief: ik koos voor een paar tegengestelde karakters waarbij je meteen begrijpt dat een relatie moeilijk zou worden. Maar toen kreeg ik feedback van mijn proeflezers. Zij vonden de verschillen zo groot dat je als lezer niet helemaal begreep waar de aantrekkingskracht eigenlijk zat, het leek gedoemd om te falen. Dus daar heb ik dan aan moeten werken: voor het zou botsen, moesten die vier mensen elkaar eerst vinden. En waarom het zou gaan botsen, dat lag in hun andere ervaringen met de liefde maar niet omdat het onmogelijke mensen waren. Ze hebben nog steeds veel hatelijke karaktereigenschappen, maar je leeft wel met hen mee. Dat was in die eerste versies niet altijd het geval.”

Het feit dat ze wisselen in relaties leidt er volgens mij toe dat de personages elkaar vormen, tot het punt komen waar het in liefde omdraait. Er zijn nogal wat wisselende seksuele contacten. Enerzijds zorgt seks ervoor dat het mensen bindt en anderzijds zorgt het juist voor afstand. Liefde is de perfecte timing is een rode draad schrijf je in je roman. Kun je die laatste zin toelichten?

“Een seksueel contact kan heel ‘casual’ zijn, maar toch is het in de meeste gevallen een weloverwogen keuze voor iemand. Voor een bepaald moment, een nacht, een tijd, deel je iets extreem intiem met iemand. Ik stel mezelf de vraag of je daarna nog wel kan teruggaan naar hoe je contact voor dit intieme moment was, en persoonlijk denk ik dat het antwoord ‘nee’ is. Dat poneer ik ook in mijn verhaal: personages kruisen elkaar, delen een tijdje iets intiem, en gaan dan verder met hun leven. Het was misschien niet de perfecte timing voor iets meer. Maar je merkt de blijvende impact van dit intieme contact, hoe kort het ook was.

‘Liefde is de perfecte timing’ is een stelling waar ik zelf al een paar jaar in geloof. Het zal ermee te maken hebben dat ik in mijn leven regelmatig ben afgewezen en heb afgewezen met de uitleg ‘het is niet het juiste moment’. Het verzachtte de pijn niet, maar op een bepaalde manier zal het wel kloppen: je kan een heel ander gevoel bij iemand hebben afhankelijk van het moment. Er zijn een heleboel factoren die juist moeten zitten, zowel bij die twee mensen als bij de situatie. In de opening van mijn boek herleid ik het uiteindelijk tot iets heel wetenschappelijk: ons lichaam verandert wisselt voortdurend van cellen. Op sommige momenten is er een match tussen twee lichamen, dat er daarvoor nog niet was.”

Vragen stellen, reflecteren, denken zijn ook elementen dat steeds in de roman terugkeren, net als communicatie. Ik heb het idee dat dit veel meer is dan een liefdesroman over vier personages.

“(Mis)communicatie is zeker een belangrijk thema in mijn roman. Relaties vallen of staan bij goede communicatie, maar we nemen het nogal vanzelfsprekend dat dat bij iedereen lukt. Het is niet altijd makkelijk om zomaar te verwoorden wat je voelt. Er worden ons daarin ook geen handvaten aangeboden op school, zoals we eigenlijk wel zouden moeten krijgen. Als je erover nadenkt, zijn relaties zo’n groot stuk van ons leven, veel meer dan sommige vakken op school, maar niemand weet echt hoe het moet en dus geven mensen elkaar maar wat advies, maar ‘it’s the blind leading the blind’ ha-ha. Omdat ik zelf veel boeken lees over psychologie, vond ik het leuk om er een personage in te steken zoals Ingmar. Op die manier kon ik wat van die theorie in de roman verweven op een organische manier. Maar de personages zijn inderdaad allemaal reflectief en introspectief, ook iets wat gewoon eigen is aan hun generatie.”

Ik vond de verwijzing naar de Amerikaanse dichter Walt Whitman zo knap gevonden. Je schrijft: “Een schrijver die even weinig hield van eindes als Nino want hij werkte gedurende zijn leven maar aan één tekst die hij bleef aanvullen en perfectioneren, schreef ooit: “Ik bevat menigten.” Het gaat dus om meerdere aspecten van het menszijn in je boek. Je schrijft niet voor niks: “Welke versie komt bovendrijven, hangt grotendeels af van diegene die ertegenover staat, van wie we worden door de ander.”  Hoe kom je bij Whitman terecht en geeft deze passage misschien ook de kern van je boek weer?

“Ik ben een grote Walt Whitman fan. De leuze ‘Ik bevat menigten’ is een prachtige zin, maar het is inderdaad een mooie samenvatting van ons menszijn. We proberen anderen en onszelf in hokjes te steken van eigenschappen en kenmerken. Labels, daar houdt iedereen van, het structureert een chaotische wereld. Maar als ik naar mezelf kijk, ben ik bij elk gezelschap een ietwat andere versie van mezelf en bij sommige gezelschappen vind ik mezelf een leukere ‘Tyche’ dan bij anderen. Maar het is ook een veranderlijk proces: kijk maar naar hoe ongemakkelijk je bij iemand kan zijn aan het begin van een relatie en hoe comfortabel je bij elkaar bent na een tijd. We beïnvloeden elkaar voortdurend, creëren een eigen communicatie en humor. Er vindt een kruisbestuiving plaats van elkaars persoonlijkheden. Ik vind dat leuk: dat betekent dat we onszelf ook nog kunnen verrassen.”

Hoe verhouden gevoel en rede zich in deze roman én voor jou tot elkaar?

“Wanneer ons gevoel ons in de steek laat, gaan we redeneren. Hoe vaak blijven mensen niet in een relatie of een job, ondanks grote twijfel, en steken ze een betoog af over waarom ze toch best bij hun partner blijven? Je gevoel volgen is niet altijd fijn, je bent bang om je nog erger te voelen dan je nu al doet. Dus beschermen we onszelf via rede, maar dat is uiteindelijk op lange termijn toch niet haalbaar. In een dronken moment komen die gevoelens toch weer naar boven, wanneer onze remmingen weg zijn, of we onderdrukken ze zolang tot we sukkelen in een depressie of burn-out.

In mijn roman worstelen alle personages met luisteren naar hun gevoelens en intuïtie. Vooral Liv vindt haar eigen gevoelens onbetrouwbaar en besluit het anders aan te pakken: ze gaat rationele keuzes maken vanaf nu, niet ingesproken door hartstocht. Ze wordt uiteindelijk verweten net niet genoeg naar haar gevoelens te luisteren. Dat wilde ik iedereen meegeven: het lichaam weet wat het wil. We mogen er gerust wat meer naar luisteren soms.”

Je eindigt je roman met passages uit het dagboek dat Liv schrijft. Waarom doe je dat? Een soort zelfonderzoek?

“Ik wist altijd dat het op die manier moest eindigen. Zelfs toen alles nog open lag, wist ik dat die dagboekpassages het laatste hoofdstuk in beslag zouden nemen. Ik schreef vroeger mijn liefdesverdriet van me af in brieven. Het is ook het advies dat ik recent nog gaf aan een vriend die worstelde met een gebroken hart. ‘Schrijf het neer en wéét dat de optie er is om ze af te geven als je dat wil’. Om je gevoelens te verwerken, helpt het gewoon om het idee te hebben dat je ze deelt met iemand. Het was de kers op de taart van een roman die deels gaat over (mis)communicatie.”

Je portretteert eigenlijk het leven van jongeren na de lockdown met al zijn ins and outs. Geeft mij als iemand van heel wat generaties verder een inside blik over wat jongeren bezig houdt. Is je roman ook bedoeld als een eyeopener voor de generaties van toen?

“Het was nooit mijn intentie om een roman te schrijven waarin ik mijn generatie ‘samenvatte’, dat is het gaandeweg geworden. Ik ben wel altijd gefascineerd geweest door het begrip ‘generatie’. Een van mijn favoriete boeken is bijvoorbeeld ‘Generation X’ van Douglas Coupland. Ik vind het intrigerend dat zoveel verschillende mensen toch zo veel gelijkenissen kunnen hebben, puur door de tijdsgeest waarin ze geboren werden/jong waren. Daar zit eigenlijk alweer die ‘timing’ als rode draad.

De wereldwijde lockdown kwam waarschijnlijk voor niemand goed uit, maar veel relaties ontstaan wanneer mensen in de twintig zijn en de lockdown heeft daar nu eenmaal een grote invloed op gehad voor twintigjarigen. We zijn dat allemaal vergeten ondertussen of praten er niet meer over, alsof het een koortsdroom was, maar dat was best intens. Het boek is dus niet geschreven om andere generaties iets te leren of te vertellen over hoe die lockdown door een generatie werd ervaren, het is hopelijk meer een tijdsdocument dat een lezer binnen dertig jaar kan tonen hoe het leven anno jaren twintig van de eenentwintigsteste eeuw was. En hopelijk vind iemand het dan nog even boeiend om te lezen als ik ‘Generation X’ vond”.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow