"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Interview thriller: Op de huid

Zaterdag, 6 januari, 2024

Geschreven door: Dag Neijzen
Artikel door: Roelant de By

Roelant de By in gesprek met… Dag Neijzen

Dag Neijzen: “Het besturen en regeren vanuit angst, daar heb ik een pesthekel aan. En daar heb ik over willen schrijven.”

Toen ik hoorde over dit debuut van Dag Neijzen was mijn interesse meteen gewekt. Het basis gegeven is dat twee vriendinnen een koffer met onbekende inhoud kopen op de veiling; een koffer die achter gebleven is op Schiphol. Dit blijkt echt te gebeuren. Na verloop van tijd worden de koffers die niemand op komt halen van Schiphol, verkocht via veilinghuis de Eland-de Zon te Diemen. Ontzettend leuk was dat de boekpresentatie ook dáár gehouden werd. Het eerste exemplaar zat in een koffer die voor de aanwezigen geveild werd door de veilingmeester zelf. De opbrengst werd door de uitgever (NAU uitgeverij) aan een goed doel geschonken. Beetje vergelijkbaar met het eerste vaatje nieuwe haring dat jaarlijks geveild wordt. Op de Huid blijkt een erg goed en spannend boek te zijn. Een aanleiding om een gesprek te gaan hebben met de auteur. We spreken elkaar in restaurant Dauphine, te Amsterdam.

Wat een origineel en goed boek heb je geschreven. Helemaal van deze tijd met die vlogs en inclusieve hoofdpersonages.

Boekenkrant

“Oorspronkelijk had ik dit verhaal opgezet als format, als script voor een tv-serie. Het is een project waar ik al jaren mee bezig ben en waar ik heel erg in geloof. Jonge mensen filmen van alles tegenwoordig. En ik wilde een verhaal creëren waarin het noodzaak is dat alles gefilmd wordt. Dat is wat hier gebeurt. Ze worden zó bang dat ze bewijsmateriaal aan het verzamelen zijn en filmen dat. Niet alleen dat ze zelf nauwelijks kunnen geloven wat er aan de hand is, maar ook voor het geval dat ze gevaar lopen zodat ze bewijs hebben dat het echt gebeurd is. Dit boek is deel van een format, want er komen meer van dit soort verhalen. De tweede is bijna klaar. Dat ze alles filmen is voor mij deel van het tv-format.”

Het is heel beeldend beschreven, je ziet het echt voor je.

“De informatie die ze bijvoorbeeld van internet afhalen, zie je op tv in beeld verschijnen. Waar de beelden voor zich spreken, moet je in een boek juist vertellen wat er te zien is. Dat was een uitdaging voor me. Ik had al de dialogen en dergelijke, maar een boek is iets heel anders omdat je dan ineens sfeer en gevoelens moet gaan beschrijven, de karakters op een andere manier tot leven moet laten brengen. En dan hoop ik dat dat gelukt is.”

Zeker. Dat werkt heel goed in jouw boek. Ik ging er zó in mee. Het is een heel origineel idee om die twee meisjes een koffer op de veiling te laten kopen waarna ze zich rot schrikken over de inhoud ervan. En ze vervolgens achterna gezeten worden om die koffer af te staan vanwege die bijzondere inhoud.

“Het basisidee was die kofferveiling. Elke drie maanden worden de niet afgehaalde koffers van Schiphol op de veiling verkocht. En dat dan die twee meiden puur voor de lol een koffer kopen, waar een gruwelijke inhoud in blijkt te zitten. Na een bezoek aan de Sixtijnse kapel in Vaticaanstad liep ik tegen de hele geschiedenis van Bartholomeüs aan. Dit verhaal gaat ook over de wetenschap versus het geloof. En dat de geschiedenis van de katholieke kerk niet heel veel anders is dan wat er nu weer gebeurd met de Joden en Palestijnen. Ik ben van katholieke huize afkomstig. Als we nu kijken naar België waar al dat misbruik grootschalig aan de kaak wordt gesteld… Die machtsfactor om door middel van angst alles te manipuleren vind ik zó verwerpelijk. Het besturen en regeren vanuit angst, daar heb ik een pesthekel aan. En daar heb ik over willen schrijven.”

We spreken elkaar nu op de dag van de verkiezingen. Dat doet mij beseffen dat we in een democratie leven waar we mógen stemmen. Maar in een groot deel van de wereld is dat niet het geval. Dat is heel bizar.

“Daar gaat mijn tweede boek over. De thematiek die daaronder zit is democratie versus autocratie. Wij gaan er vanuit dat de hele wereld democratisch moet zijn, maar het is maar 20% van de hele wereldbevolking die in een democratisch systeem zit. De rest niet. En wie zijn wij dan om dat voor anderen te bepalen. De hele Russische bevolking komt blijkbaar niet in opstand tegen dit systeem.”

Oppositie wordt zwaar onderdrukt. Er heerst een enorme repressie.

“Mensen kiezen blijkbaar toch voor de sterkste. Of bewegen mee met diegene die zegt dat hij de sterkste is.”

Waar ik zelf wat vraagtekens bij zet is jouw stelling dat wetenschap ook een soort geloof is. Dat komt meerdere keren terug in jouw boek. Het lijkt erop dat je niet zo’n hoge pet op hebt van de wetenschap.

[protesterend] “Jawel, zeker wel. Persoonlijk juist een heel hoge pet, maar in onze huidige maatschappij ligt het onder enorme druk. [aarzelend] En… ik wijs geloof niet af. Ik geloof er alleen niet zo in… Nee, laat ik het zo zeggen. Ik denk, en dat verwoord ik ook in mijn boek, dat er iets is dat onverklaarbaar is. Alleen de instituties van geloof die wijs ik, net als Mans in het boek, af, omdat er dan macht en machtsmisbruik bij om de hoek komt kijken. Wetenschap is waar, want het is bewezen. Maar constant zien we in de geschiedenis dat er nieuw bewijs komt waardoor het vorige niet waar blijkt te zijn. Op grond daarvan moet je concluderen dat het tot die tijd geloof is geweest.”

Nou, ik denk aan die uitspraak van Rutte: met de kennis van toen.

“Je weet niet beter. Maar dat je er aan vast blijft houden, is het niet meer dan een geloof op grond van de feiten die je weet. Als vervolgens het omgekeerde bewezen wordt, blijkt met terugwerkende kracht dat de kennis van toen een geloof te zijn geweest op grond van een feit. Want het ís niet zo; er is iets nieuws. En op dat moment vervalt het andere tot dat het een geloof was.”

Maar geloof is juist totaal niet gebaseerd op feiten.

“Natuurlijk wel. Dat is niet iedereen met je eens denk ik. Geloof is altijd gebaseerd op feiten. Jezus heeft echt bestaan. Er waren twaalf apostelen. Zij hebben die woorden geschreven. Het gaat misschien meer om de definitie: wat versta je onder geloof? Ik versta daaronder dat je een waarachtigheid ergens aanhangt op de grond van ‘what-ever’. Ik denk dat de mens per definitie gelooft. Ieder mens gelooft wel ergens in, daar ben ik van overtuigd. Het is bijna een noodzaak om ergens in te geloven, omdat het leven anders niet te verklaren is. Dat wat onverklaarbaar is, daar moet je iets mee. De een gaat aan feiten hangen, de ander aan een God die alles verklaart en bepaalt. Vroeger waren er wetenschappers die ervan overtuigd waren dat de aarde plat was. Dat was wetenschap. Op het moment dat iemand zei dat de aarde rond was en om de zon heen draaide, werd dat gezien als een geloof, omdat dat toen nog niet bewezen kon worden. Totdat het echt wetenschappelijk bewezen werd. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille voor mij. Ik kan niks met wetenschappers die geloof ontkennen, maar ik kan ook niks met gelovigen die wetenschap ontkennen. Het zit daar ergens tussenin. Ik geloof niet dat wij mensen ooit in staat zullen zijn om alles te bevatten, dat alles bewezen kan worden. Maar dat is niet de kern van de boodschap van mijn boek. De kern is dat je je niet door angst moet laten regeren.”

In jouw boek laat je dat ook duidelijk zien. De machthebbers blijven aan de macht puur door angst te zaaien. Ook de rol van fake-nieuws stel je aan de orde.

“Ja. Wat is waar, wat is niet waar? Dat is de kern van de serie verhalen en naar mijn mening de kern van de tijd waarin wij nu leven. Waarheid is echt mijn ding. Er is gewoon geen absolute waarheid. De waarheid voor de een kan iets anders zijn dan voor de ander en het kan allebei waar zijn. Het is maar net vanuit welke blik je kijkt. Manipulatie door fake-nieuws is van alle tijden, maar wordt in onze huidige tijd op een nóg hoger plan gezet. Het is echt de ziekte van deze tijd. Ik heb geen hoge pet op van de journalistiek. Waar ze de essentiële taak hebben om de democratie en de macht te bevragen en te controleren, wordt die taak mij te vaak verkwanseld voor opportunisme en eigen gewin.”

Waar liggen jouw roots?

“Ik ben in Limburg geboren, in Meijel, een klein dorp ergens tussen Helmond, Roermond, Weert en Venlo in.  Groot, katholiek gezin, de zevende van acht kinderen. Mijn vader was huisarts met een grote praktijk. Naar school, VWO en daarna auditie gedaan bij de toneelschool Maastricht. Maar toen ik gevraagd werd om een gebakje te spelen, besefte ik dat ik die weg niet in wilde gaan. Vervolgens theater, film en tv-wetenschappen gaan studeren in Amsterdam. Daarnaast ook bestuurskunde en bestuursrecht gestudeerd. Dat kon er nog wel bij. Toen ik klaar was, ben ik eerst bij John van der Rest producties terecht gekomen. Daar schreef ik, was regieassistent en assistent productie. Je deed daar alles. Daarna besloot ik om de commerciële kant op te gaan om meer meters te kunnen maken. Zo kwam ik bij John de Mol terecht. Daar heb ik eerst de serie Diamant gedaan als dramaturg. En toen het format voor Baantjer gemaakt. En vanaf die tijd ben ik alle series bij de Mol gaan doen. Maar het bedrijf en de afdeling groeiden snel en fuseerde met Joop van de Ende producties. Gooische vrouwen was een bekende titel uit die tijd. Daarna werd ik gevraagd om de creative te zijn bij Goede Tijden. Bij die soap was ik verantwoordelijk voor alle creatieve functies. Dat vond ik inhoudelijk heel erg leuk. Qua werken was dat het bevredigendste wat ik ooit gedaan heb. Keihard wordt daar gewerkt aan een gigantische verhalenmachine die maar door blijft gaan. Héél veel mensen van allerlei afdelingen, zoals regisseurs, schrijvers, kleding department, productie team, alles wat ík allemaal moest managen. Geweldig om te doen, maar je komt wel steeds verder af te staan van het creatieve proces. Je bent manager, meer intermediair dan dat je zelf aan het creëren bent. Na vier jaar ging ik werken bij Onderweg naar Morgen. Vervolgens heb ik het format van de Mees Kees serie bedacht. Er waren al een paar films gebaseerd op dat ene jongetje, naar de boeken van Mirjam [Oldenhave]. Maar om er een serie van te maken, moet je dat anders aanpakken. Dat kan niet met dat ene jongetje  Alleen al vanwege de arbeidstijdenwet niet. Ik heb daar de klas van Mees Kees van gemaakt waar ik in ieder deel telkens een ander kind uitpikte die de hoofdrol had. Erg leuk om te doen. Helaas volgden daarna een paar jaar met tegenslag, zowel privé als qua gezondheid. Dat gaf me de tijd om wat anders te doen, zoals dat boek schrijven. En dít is echt helemaal van mijzelf. [wijst naar zijn boek] Dat vind ik wel fijn.”

Kunst speelt ook een rol in jouw boek. Hoe kijk je aan tegen de kunstwereld?

“Het is niet eens heel bewust, maar je hebt gelijk. Ook in de volgende boeken speelt de kunst een rol. De kunstwereld vind ik een schimmige wereld. Het is vreemde vorm van waardering. Dat er miljoenen aan waarde gegeven wordt aan zoiets. Waar komt dat vandaan? Wie bepalen dat? Dat zijn eigenlijk maar een paar stemmen die de waarde van die kunstwerken bepalen. Het is bovendien een ideaal betaalmiddel voor het criminele circuit geworden.”

En dan heb je de meestervervalser Han van Meegeren.

“Dat werk van hem is net zo sterk. Ik ben ervan overtuigd dat marketing zeer belangrijk is voor de waardering van bepaalde dingen. Rembrandt was ongetwijfeld een goede marketeer. Ook in zijn tijd had je mensen die misschien net zo goed waren als hij, maar dat niet konden verkopen. Als je naar hedendaagse kunst kijkt zie je dat de werken die voor het nageslacht bewaard zullen blijven, gemaakt zijn door heel handige marketeers, die weten hoe ze zichzelf onder de aandacht moeten brengen. Hetzelfde geldt voor Shakespeare, die ik uitgebreid bestudeerd heb tijdens mijn studie. Na vijf stukken van hem gelezen te hebben, viel het mij op dat het elke keer hetzelfde trucje was. Er zitten een paar meesterwerken tussen, dat is absoluut zo, maar ik vind hem meer de soapschrijver van zijn tijd. Dat hij wordt gezien als de grootste schrijver aller tijden is volgens mij een kwestie van marketing.”

Dan doe je hem tekort. Er zijn zulke geweldige quotes uit zijn werk te halen.

“Oké, het is ook een goede schrijver. Maar ik bedoel dat er meer van dergelijke goede schrijvers zullen zijn geweest waarvan we nooit gehoord hebben, omdat ze zichzelf niet zo goed konden verkopen. Ik ben er ook niet goed in om mijzelf te verkopen.

Hoe kwam je bij NAU uitgeverij?

“Marianne [Vork, de uitgever/RdB] en ik kennen elkaar van vroeger toen we beide bij John de Mol producties werkten. Maar ook toen we daar niet meer werkten, bleven we elkaar zien. Op een gegeven moment heb ik haar een synopsis laten lezen van mijn verhaal. Maar dat is een boek! riep ze uit. Ga met dit verhaal een boek schrijven. Nou, dat heb ik toen gedaan. Wie weet komt het via dit boek ooit alsnog tot een verfilming. Er zijn al drie producenten die dit gaan lezen. Ik heb de serie opgezet als grote internationale productie. De eerste twee verhalen spelen zich in Nederland af, de derde in België, en de vierde in Duitsland. Het gaat elke keer over twee jonge mensen, die tegen een mysterie aanlopen, dat ze gaan filmen. Eén van hen of beide wil niets met de politie te maken hebben. Die heeft óf iets op zijn kerfstok, óf een vroeger trauma met de politie gehad. In dit boek is Charly een slachtoffer, die niet geholpen is door de politie en daardoor geen vertrouwen meer in ze heeft. Hierdoor voelt ze zich genoodzaakt om zelf bewijzen te verzamelen en dat te filmen. Ik baseer me telkens op waar gebeurde zaken, die in verschillende landen plaats hebben gevonden. Dat zou bijvoorbeeld Netflix de mogelijkheid bieden om er een internationale serie van te maken in verschillende landen. Maar eerst hebben we het boek.”

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow