"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Landschap met blauwe schutting

Dinsdag, 13 juni, 2023

Geschreven door: Rik Andreae
Artikel door: Tirza van Holten

Grenzen van het beschrijven en begrijpen verleggen

[Recensie] De gedichten van Rik Andreae zijn als puzzelstukjes die niet lekker in elkaar lijken te passen, maar er wel degelijk op zijn plek zijn. Je wordt achtergelaten met verwarring en verwondering over nieuwe perspectieven en woordspelingen.

De nieuwe bundel van Rik Andreae – Landschap met blauwe schutting – bestaat uit vier delen: ‘Blauwe schutting’, ‘Niet vandaag’, ‘Wilgenroosjes en abelen’ en ‘Andere vertelsels’. Het laatste gedeelte bevat voornamelijk proza gedichten, of eigenlijk korte verhalen met een sterk anekdotisch karakter. De gedichten in de bundel zijn absurdistisch en je moet aardig je best doen om de gedichten te begrijpen en hun bedoeling te vatten. 

Daarom kom je er al snel achter tijdens het lezen, dat je focus niet hoeft te liggen op het ‘begrijpen’. Dit is poëzie waarbij je moet puzzelen, je hersenen laat kraken en terug moet bladeren. Continu vraag je je af hoe Andreae op sommige vergelijkingen en samensmeltingen van veel alledaagse dingen is gekomen in zijn gedichten. 

Laten we bij het begin beginnen. Landschap met blauwe schutting heeft een geheimzinnige, maar esthetische cover: donkerblauw met een rode schutting. De titel roept associaties op van een schrijverslandschap waarbij de blauwe schutting staat voor een soort blauwdruk van gedichten. Wat opvalt bij de inhoudsopgave is de opdeling in vier stukken, eerder hierboven genoemd. Daarnaast heeft de bundel, net als veel bundels, een beperkt aantal pagina’s, namelijk 64. Het is dus geen dikke bundel en je bent er redelijk snel doorheen.

Verwerkging
Toch is daarbij gelijk een belangrijke kanttekening te maken. De relatieve kortheid van de gedichten en de bescheiden hoeveelheid pagina’s vermommen de ingewikkelde inhoud van de gedichten als een soort jas. De meeste tijd van deze bundel zit hem niet in het taalgebruik begrijpen, maar in de verwerking: je moet echt even stilstaan bij zijn gedichten. Eerst lezen, even naar buiten staren, de zinnen verwerken en het gedicht nogmaals lezen – dit al om na een aantal pagina’s verder nóg een keer terug te spieken naar de bizarre verwoordingen in het gedicht. 

Foodlog

Na de eerste bladzijden is al snel een vaste structuur in de gedichten van Andreae op te merken. De gedichten zien er traditioneel uit door de regelmatige strofe-indeling van twee zinnen per keer, bijzondere vormexperimenten komen niet echt voor. Ook de interpunctie en het gebruik van hoofdletters valt op, deze zijn volgens de bestaande conventies. Hoofdlettergebruik vindt plaats na elke zin, ook als deze zin midden in de regel stopt en daar een nieuwe begint. Het is als het ware een verhaal dat perfect opgeknipt is in gelijke aantallen strofen. Het gedicht wat me als eerst opvalt is Leren, dat er onder andere over gaat dat er duizenden verschillende dingen en feiten zijn die je misschien nog nooit wist, maar ook…

“Dat er dingen zijn die je niet

wilt begrijpen. Maar als- dan komt het wel.
Soms direct, vaak na een uur, een dag, een week.

Soms pas na een half leven of na de dood.
Als je iets misschien wel duizend keer hebt gedaan

en je moet dat voor iemand anders doen,
kun je maar het best vragen hoe het moet.”

Het is niet gek om in de bundel terug te bladeren, zeker niet bij een gedicht als dit. Het roept verschillende vragen op: Gaat dit om het accepteren van het niet kunnen begrijpen van iets? Gaat het om het feit dat er altijd wel dingen zijn die niet te vatten zijn? Of worden we opgeroepen dat het niet erg is om te hoeven vragen hoe iets moet of hoe iets werkt als we iets niet weten of snappen? De strofe “Maar als – dan komt het wel” is prachtig op papier gezet. Je hersenen hebben de neiging om de zin na het streepje af te maken, deze techniek past Andreae trouwens vaker toe in de gedichten in deze bundel. Met een beetje puzzelen met de woorden in de zin kan je het volgende erin zien: “Maar als je de dingen wilt begrijpen, dan komt het wel”. De zin geeft een troostend gevoel, vooral omdat hij niet letterlijk zo in het gedicht staat, maar er wel de mogelijkheid wordt gewekt om die gedachte er te laten zijn.

Het gedicht Oude mensen laat je misschien, net als ik, glimlachen. Oude mensen hebben veel karaktertrekjes en gewoontes. Wanneer je ogen over de zinnen glijden, zie je deze kleine details op een komische manier in het gedicht verweven.

“Oude mensen kopen roomboter en zeggen: Nu
wil Ik daar wel een plakje voorgesneden volkoren bij.

Dan zoeken ze een warme bakker, maar vinden
enkel een koude die ook plokworst en 20+ verkoopt.”

Frustratie
Het is niet erg als je tijdens het lezen van de bundel ook frustratie voelt. Op veel van Andreae’s gedichten is geen peil op te trekken en ze lijken volledig in de eigen creatieve wereld van Andreae bedacht te zijn. Dat in dit gedicht volkoren slaat op een stukje ontbijtkoek, weet men nog wel te bedenken. Maar plokworst’ en ‘20+’? En die koude bakker, zou het een synoniem kunnen zijn voor een slager of kaasboer? De gedichten zijn heerlijk om te lezen als je een actieve houding aan durft te nemen tijdens het lezen. Of je wilt of niet, je wordt gedwongen verschillende of eigen betekenissen te geven bij wat de schrijver kan bedoelen.

Juist door de vele vragen die bij elk gedicht opkomen is het een geweldige puzzel om de bundel van Andreae te lezen. Hier moet je maar net van houden, want ja, hij vraagt wat van de lezer om zijn stof te doorgronden, om je daarna mee te laten voeren in het hoofd van Andreae. Je hersenen te laten kraken over de bijzondere associaties en gebeurtenissen. Een aanrader om in je tas te hebben om zo af en toe in de trein of onderweg een gedicht van Andreae te lezen.

Landschap met blauwe schutting
is de vijfde bundel van Rik Andreae (1950, Arnhem). Eerder schreef hij de dichtbundels Toerist (2007) en Tegelijk groen (2010) en Omdat het vlamde (2015). Een eenmalig uitstapje was de bundel Blootwuilders dij wie binnen (2012) die hij in het Groningstalig schreef. Andreae groeide op in Emmen en woont sinds 1975 in Groningen. In 1977 richtte hij in Winsum het tijdschrift Vijf Zinnen op, samen met vijf anderen. Het tijdschrift bood een open podium voor voornamelijk amateur-poëzie. Van het blad werden er in totaal tien nummers uitgebracht. Andreae richtte zich daarna vooral op het tekenen en schilderen, onder het pseudoniem ‘Serassot’, en begon pas weer te schrijven in 1997. In 2001 won hij de eerste prijs van de Nijmeegse SNS-Literatuurprijs; de Poëziewedstrijd Poëziemarathon Groningen won hij in 2002, 2004 en in 2005.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow