"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Led Zeppelin - When Giants Walked the Earth

Donderdag, 12 september, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Quis leget haec?

Veelzijdigheid aan muziekstijlen

When Giants Walked the Earth is de vuistdikke biografie van de legendarische rockgroep Led Zeppelin, geschreven door muziekjournalist Mick Wall. Het boek werd in 2008 geschreven maar kwam pas dit jaar in de Nederlandse vertaling uit.

[Recensie] Het is het verhaal van de gitarist Jimmy Page die muzikanten zocht voor een nieuw te formeren rockgroep. Hij liet zangers auditeren en kwam bij de relatief onervaren Robert Plant uit. Die kende John ‘Bonzo’ Bonham, een fenomenale drummer met een snoeiharde slag. De sessiemuzikant en multi-instrumentalist John Paul Jones nodigde zichzelf uit en Led Zeppelin was geboren.

Page had al materiaal ontwikkeld en wist precies wat hij met de groep wilde. Ze vonden een manager in Peter Grant van een speciaal kaliber. Dat was iemand die de beste deals voor zijn artiesten uit het vuur sleepte, niet altijd met de meeste tact. Er werden platen gemaakt met nummers waarvoor vrijelijk werd geleend van andere, vaak oudere bluesnummers. Dat is meteen de kracht van dit boek, want van talloze nummers wordt beschreven hoe ze zijn ontstaan. Ideaal om de muziek op te zetten terwijl je het verhaal erover leest. Dat lenen werd de groep overigens niet altijd in dank afgenomen, er zijn veel aanklachten wegens plagiaat geweest.

Maar dan de muziek… Het zijn namelijk vier van de beste muzikanten die je je kan indenken. Zeker hebben ze muziek geleend, maar daar hebben ze vervolgens fantastische dingen mee gedaan. Ieder album is weer anders en ik heb ze inmiddels allemaal meerdere keren beluisterd.

Het succes kwam, maar daarmee ook de problemen. De groep ging touren en was vaak lang van huis. Onvermijdelijk kwamen ze in aanraking met groupies en drugs. Iedereen ging zwaar voor de bijl en dat wordt in geuren en kleuren beschreven. Vooral Bonham, ziek van heimwee af en toe naar zijn gezin, was een man met twee gezichten. Hij dronk vreselijk, gebruikte zwaar (net als Page later) en vernielde talloze hotelkamers. Thuis in Engeland was hij een familieman en loyaal aan zijn oude vrienden.

Terug naar de muziek dan. Jimmy Page was een liefhebber van occulte zaken en die liet hij een rol spelen in de muziek of in het design van de platenhoezen. De auteur beschrijft ook uitgebreid hoe Page met die zaken bezig is, je krijgt zijn fascinatie mee voor de Britse esotericus Aleister Crowley (Page zou zijn huis aan Loch Ness kopen) én wat dit betekent voor de muziek.

Uiteindelijk versnelden een paar persoonlijke drama’s het einde van de groep. Robert Plant nam een lange pauze toen zijn zoontje overleed en John Bonham dronk zichzelf dood. Omdat Plant zich later toelegde op succesvolle solo-projecten en Jones altijd werk had als sessiemuzikant viel de groep uit elkaar. Ze kwamen later nog wel voor wat concerten bijeen en zeker Jimmy Page wilde nog doorgaan (met de zoon van Bonham als drummer), maar Robert Plant wilde niet meer. Dat duurt tot op de dag van vandaag voort.

Ik kende wel wat muziek van Led Zeppelin voordat ik aan dit boek begon, maar wat mij toch verraste is de veelzijdigheid aan muziekstijlen. Hardrock en heavy metal, dat zit erin, maar ook funk, folk, reggae, rock ‘n’ roll én Arabische, Indiase en Keltische invloeden zijn hoorbaar.

Is zo’n dik boek van zo’n 608 pagina’s leesbaar? Jawel, hoewel er makkelijk 100 pagina’s vanaf geredigeerd hadden kunnen worden. Het zijn wel heel veel door drank en drugs getekende tournees die beschreven worden. De redactie was het zelf ook een beetje kwijt want op pagina 322 en 344 staan een paar precies dezelfde zinnen.

Wat wel goed werkt is dat de auteur de biografie verrijkt met gefingeerde stukken over de bandleden. Gefingeerd, zo zegt hij zelf, maar wel na heel veel research en gesprekken. Hij heeft recht van spreken want Mick Wall kent Jimmy Page al zo’n twintig jaar. Zo’n stuk, in dit geval over Bonham leest dan als volgt;

“Tegen de tijd dat je Robert ontmoette, wist je al dat je goed was. Dat was in de Oldhill Plaza, waar hij in een apenpak de presentatie verzorgde. Later trad hij op met zijn groep, The Crawling King Snakes, in een spijkerbroek en T-shirt. De groep was slecht en dat heb je hem achteraf ook verteld, maar hij was eigenlijk best goed. Dus zei je dat je hem een gunst zou doen en bood je aan met ze te spelen. Hij keek je aan en lachte naar je en je dacht dat hij je in de zeik nam en wilde hem bijna voor zijn bek slaan. Maar het was duidelijk dat hij goed kon zingen dus je zag het dit keer door de vingers.”

Zo wordt het verhaal van de bandleden en hun manager tussen de feiten door dus ook nog verteld. Voor de liefhebber is er het online Led Zeppelin magazine op http://www.tightbutloose.co.uk/. Een liefhebber was ik al wel, maar dit boek heeft mij een stuk verder geholpen in mijn waardering voor de band en hun muziek.

Eerder verschenen op Quis leget haec?