"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Winactie: Tenminste voor een bepaalde tijd

Dinsdag, 20 februari, 2024


Artikel door: n.v.t.

Terug naar de zomer van 1974

Over het boek
Tenminste voor een bepaalde tijd is het verhaal van een terugblik op de zomer van 1974 en de verliefdheid van een vijftienjarige op de Tsjechisch-Nederlandse Frida, die vanwege een tienerzwangerschap door haar ouders van school wordt gehouden. “Met het schrijven van dit verhaal kom ik een belofte aan haar na.” Heen en weer geslingerd tussen zijn verliefdheid en het verdriet om zijn bij een verkeersongeluk omgekomen zus, zoekt hij houvast bij zijn bijbaantje in een boekwinkel en bij een klant van de winkel, die er een eigenaardige verzameling op nahoudt. Van Hans Heesen verscheen eerder de roman Een naderend begin van iets nieuws en de verhalenbundel Naar Zutphen.

Wil je kans maken op dit boek. Bazarow verloot 2 exemplaren. Zie onder het leesfragment.

Leesfragment
Terwijl Nico en ik verderliepen onder de zachte branding van de ruisende bomen, dacht ik aan Jessie Keizer. Jessie had ons leren zoenen. We waren twaalf. Jessie was maar een jaar ouder, maar in onze ogen al een vrouw. Ze zat op een andere school, wat wel zo fijn was. Het ging puur om een technische exercitie, waar wat ons betrof verder niemand iets van hoefde te weten. Jessie zou ons inwijden. Ik zag het als een kans om het leeftijdsverschil met Frida te verkleinen.

Jessie had de plek uitgekozen: een korenveld aan de oostkant van de stad. We troffen haar daar na schooltijd. We mochten om de beurt met haar mee het korenveld in. Om ervoor te zorgen dat de drie wachtenden geen argwaan zouden wekken van eventueel passerende volwassenen, had Erik een transistorradiootje meegenomen waar we quasi ontspannen naar konden luisteren. Het radiootje moest tevens eventuele geluiden vanuit het korenveld verbergen.

Boekenkrant

Erik liet ons lucifertjes trekken om de volgorde te bepalen. Hij hield er drie in zijn hand, met de kop naar buiten. Drie was voldoende. Zelf mocht hij als eerste, want hij had het geregeld. Hij hoefde dus niet te trekken. Niemand protesteerde daartegen. Ik denk dat Wim en Peter en ik het wel zo prettig vonden zelf niet als eerste te hoeven. Het was al spannend genoeg.

Jessie keek geduldig toe terwijl we het luciferritueel afwerkten. Toen bepaald was wie wanneer aan de beurt was, zei ze kordaat ‘Zo,’ en liep het koren in, gevolgd door Erik.

We keken ze na tot ze na een meter of twintig gingen liggen en zo aan het oog onttrokken werden. We gingen zitten, keken op onze horloges hoe laat het was. Er verstreken vijf minuten, tien minuten, meer. Het ene na het andere nummer passeerde: Tumblin’ Dice, Sylvia’s Mother, Give Up Your Guns, Buddy Joe. We gingen staan – misschien konden we iets zien – maar durfden niet het veld in te lopen.

We waren opgelucht toen er eindelijk iets bewoog en we Erik overeind zagen komen. Met een verhit hoofd kwam hij naar ons toe lopen.

‘Zo!’ zei hij met een grijns. En tegen mij: ‘Jij mag.’

Onzeker volgde ik het spoor van platgetreden korenhalmen tot waar Jessie lag te wachten. Erik was bijna een kwartier weggeweest. Dat betekende dat ik, als ik niet voor hem onder wilde doen, het ten minste ook zo lang moest volhouden.

Jessie lag op haar zij, geleund op een elleboog. Ze keek me vriendelijk aan en stelde me op m’n gemak. ‘Kom maar.’ Ik ging naast haar liggen en werd overweldigd door de warme geur van het koren en de nog warmere geur van Jessies volle lichaam.

‘Ik kom op je liggen,’ zei ze. ‘Maar we gaan alleen zoenen!’

Ik werd overweldigd door haar zachtheid boven op me.

‘Lippen van elkaar,’ beval ze, ‘en doe je ogen maar dicht, dan gaat het makkelijker.’

Meer angstig dan gretig, maar eigenlijk vooral gehoorzaam, liet ik gebeuren wat gebeuren moest. Jessie duwde haar tong in mijn mond en liet hem daar heen en weer bewegen. Het voelde vreemd aan. Na een minuutje stopte ze.

‘Je moet wel meedoen,’ zei ze. ‘Het is de bedoeling dat je hetzelfde bij mij doet als wat ik bij jou doe.’

Ik begon energiek terug te tongen. Maar Jessie stopte opnieuw.

‘Niet zo wild. Je moet rustig doen.’

Ik deed wat ze zei en tot mijn geluk leek ze nu tevreden. Als vanzelf legde ik mijn handen, die de hele tijd werkeloos naast me op de grond hadden gelegen, op haar onderrug. Waarna Jessie meteen ophield met zoenen en me kwaad aankeek.

‘Alleen zoenen, had ik gezegd. Ga maar.’

Ze stond op. Er waren hooguit vijf minuten voorbij. Ik voelde me voor schut staan, maar Jessie was onverbiddelijk. Om het nog erger te maken zei ze: ‘Erik kan het beter.’

Ik liep langzaam terug, om de tijd te hebben mezelf een houding te geven. Ik voelde me afgewezen maar ook trots. De trots won het. Hoe dan ook was ik nu ingewijd. Ik had getongd, en dan nog wel met Jessie Keizer, een al ouder meisje waar jongens van zestien, zeventien kwijlend achteraan liepen.

‘Jij bent,’ zei ik tegen Wim, die timide in het koren verdween.

‘Dat was snel,’ zei Erik.

Het lukte me een knipoog te produceren, waarmee ik mijn fiasco hoopte te maskeren. Maar zo gemakkelijk liet Erik niet los.

‘Heb je alleen getongd?’ wilde hij weten. ‘Of eh…’

‘Ik heb haar billen gevoeld,’ loog ik.

Erik grijnsde en ging er gelukkig niet verder op door. Tegen Peter zei hij: ‘Ja Petertje, jij moet nog even geduld hebben, maar je zult zien dat ’t het wachten meer dan waard is.’

Erik had er een aangeboren gevoel voor hoe hij iemand kon overvleugelen. Als je gevoelig was voor zijn branie, kon het je intimideren en klein maken. Een wildvreemde kon hij aanspreken met: ‘Wat zie jij er slecht uit! Ben je ziek geweest?’ Om daar onmiddellijk met een grijns de angel weer uit te halen.

Ik zag dat Peter onzeker werd en zijn stoerheid probeerde te bewijzen door snel in te grijpen toen Vicky Leandros op de radio kwam.

‘Ik dacht dat jij Vicky Leandros juist leuk vond,’ zei Erik. ‘Of was het Peter Maffay?’

‘Heel leuk,’ zei Peter bedeesd.

Tot mijn geluk kwam Wim net zo snel terug als ik. Met een rood hoofd en zijn bril in de hand voegde hij zich weer bij ons. ‘Jij mag, Peter.’

Maar Peter wilde niet meer.

‘Durf je niet?’ jende Erik.

Peter zei niets.

We riepen Jessie dat ze kon komen. Ze fatsoeneerde haar kleren en klopte er de getuigenissen van het korenveld af. Ze draaide zich om.

‘Kijk eens. Zit er nog wat?’

Ik trok een korenaar uit haar haren. Ze pakte haar fiets, groette en reed weg. We keken haar vol bewondering na. We wisten nog niets van het leven. Dat had Jessie ons wel duidelijk gemaakt.

Het boek is direct te bestellen bij de uitgever.

Winactie

Wil je dit boek winnen, stuur dan een mail naar vrienden@bazarow.com. De actie loopt tot en met 15 maart 2024. Elke maand verloot Bazarow.com diverse boeken of andere boekgerelateerde zaken. Meedoen?-Stuur een mailtje naar vrienden@bazarow.com met de titel van het boek wat jij graag wil winnen, vergeet je adresgegevens niet. 
NB! Je mag per gezin/familie/adres maximaal 1 keer per maand voor 1 boek/actie meedoen. Zend je toch meerdere keren, dan loot je niet mee, voor geen enkel boek! We verloten het liefst boeken onder mensen die echt geïnteresseerd zijn in een bepaalde titel en die niet voor de win op alles reageren.

De winnaars ontvangen een email. En als je het boek wint, dan zou het natuurlijk prachtig zijn als je op een boekenblog of op je socials je mening geeft over het boek!


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.