"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Meisje

Vrijdag, 31 januari, 2020

Geschreven door: Edna O'Brien
Artikel door: Sanne Wortman

Heftigheid zonder veel gevoel

[Recensie] Een meisje in het midden van de wildernis, met haar kindje, zonder vader. Moederziel alleen en uitgehongerd. Achter haar liggen de meest verschrikkelijke gebeurtenissen. Voor haar geen idee. En dat is pas de eerste pagina.

In Meisje volg je het verhaal van een Boko Haram-bruidje. Hoe ze ontvoerd wordt, verkracht, mishandeld, uitgehuwelijkt, dan ontsnapt en probeert terug te keren naar vroeger – maar dat bestaat niet meer. De thematiek van dit boek is bijzonder zwaar. Des te zwaarder omdat het verhaal gebaseerd is op waargebeurde verhalen die de schrijfster verzamelde in Nigeria.

Het is onvoorstelbaar waar jonge meisjes doorheen gedwongen worden. Meisje is wat dat betreft een zeer goed boek. Het geeft inzicht in de gruwelijkheden die bestaan in onze wereld. Het geeft je de drang om de wereld te verbeteren, te zorgen dat er nooit meer zulke verhalen zullen ontstaan.

Heel goed dus dat een dergelijk boek geschreven is. Extra mooi hierbij was dat verhalen van andere mensen dan de hoofdpersoon op slimme wijze in het boek worden verwerkt, zodat je meerdere kanten van het verhaal ziet. Die enge, slechte jihad strijder? Hij is eigenlijk ook maar een arme jongen die geld voor zijn oma wilde verdienen. Zo komen vreselijkheden voort uit liefde. Hoe ver mensen wel niet gaan om degenen te beschermen die hen lief zijn.

Boekenkrant

Maar hoe goed het onderwerp ook is, de uitvoering blijft een kwestie van smaak. Sommige mensen zullen misschien erg genieten van de simplistische schrijfstijl. Gebeurtenissen worden zo beknopt beschreven dat je je soms afvraagt of er nou echt staat wat je denkt dat er staat, of niet. Dan herlees je een zin en weet je het nog steeds niet echt.

Deze oppervlakkige benadering van de meest vreselijke situaties resulteert in afstandelijkheid. De emotionele lading die eigenlijk bij zo’n zwaar boek zou horen, dringt niet zo diep door als had gekund. Dat is misschien maar goed ook omdat het anders veel te heftig zou zijn om te lezen; een boek waar je nooit doorheen komt door de zwaarte. De oppervlakkigheid houdt het leesbaar. Maar het zorgt er ook voor dat de lezer niet volledig meegesleept wordt.

Wel past de emotieloosheid bij de hoofdpersoon, die zoveel meemaakt dat ze afgestompt raakt. En omdat ze vanuit haar afgestompte situatie terugkijkt op haar verleden, is het logisch dat deze toon in het hele boek zit.
Bijvoorbeeld in dit stuk over een verkrachting.

“‘Hou haar in bedwang.’
‘Spreid haar benen.’
Hij roept het toch, al weten ze precies hoe ze aan zijn verlangens tegemoet moeten komen. Ik stierf en stierf ook niet. Er wordt een slachting verricht op mij.”

Of dit stuk over een steniging.

“Het bloed gutste uit haar aderen. De stenen zelf vielen besmeurd neer, maar werden meteen weer opgeraapt voor de volgende steenkanonnade. Ze zag er nu uit als een soort monster.”

De teksten bevatten weinig details. Veel moet je als lezer zelf invullen. En als de ene gruwelijkheid de andere gruwelijkheid opvolgt, haast zonder pauze, raak je ook als lezer afgestompt. Er wordt de lezer geen rust gegund, zoals ook de hoofdpersoon geen rust gegund wordt. De enige rust zit pas helemaal op het einde, zodat je toch nog enigszins opgelucht het boek kunt sluiten. Met de gedachte dat er altijd hoop is.

Er zijn altijd redenen om door te gaan.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles