"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mensen worden robots, robots worden mensen

Maandag, 16 augustus, 2021

Geschreven door: Mike van Rijswijk
Artikel door: Rijkert Knoppers

Oppervlakkige beschouwingen over robotemoties

De komende jaren zal de samenleving kennismaken met een technische ontwikkeling die onze manier van handelen en communiceren fundamenteel zal veranderen, schrijft Mike van Rijswijk in zijn recent verschenen boek over de nieuwste generatie robots.

“De interactie tussen mens en technologie gaat een nieuwe fase in, onder andere door de ontwikkeling van emotieherkenning en simulatie van emoties, en door de steeds groeiende rekenkracht van zelflerende systemen.”

[Recensie] Robotachtige systemen hebben een langere geschiedenis dan menigeen denkt, een van de eerste toepassingen was de auto-industrie, waar sinds circa 1970 lasrobots een deel van de productiewerkzaamheden op zich namen. Ook kwamen er al vrij snel mechanische robots, die binnen zorginstellingen patiënten konden wassen of uit bed tillen. Daarnaast waren er de telefonische assistentes bij dienstverlenende bedrijven, die deskundig informatie aan klanten konden verschaffen of hen konden doorverbinden met menselijke deskundigen. Het grote verschil met de nieuwe robots waar Van Rijswijk over schrijft is dat deze machines dankzij interactieve reacties steeds meer gelijkenis gaan vertonen met echte mensen.

Een van de eerste sociale robots, die op de markt verkrijgbaar was, was NAO van de Japanse SoftBank Robotics uit 2006. Van Rijswijk, die herhaaldelijk benadrukt dat hij al meer dan 20 jaar als innovator en futuroloog werkzaam is, kocht in 2015 voor zijn bedrijf The Innovation Playground een dergelijke robot in verband met een mogelijke toepassing binnen zorginstellingen. Deze op een mens lijkende pop van 60 cm hoog heeft 25 bewegingsgraden, 7 sensoren, 4 microfoons, 2 camera’s en het apparaat kan 20 verschillende talen herkennen. Het is jammer dat het boek deze technische details niet noemt, of niet doorverwijst naar de website van de fabrikant, want juist dit soort informatie maakt het inzichtelijk wat een humanoïde robot als NAO te bieden heeft. De door SoftBank Robotics ontwikkelde robot Pepper, die een jaar later op de markt kwam, komt overigens niet in het boek voor, terwijl het interessante van deze robot nu juist is dat deze als eerste emoties kan lezen.

Boekenkrant

Er volgt een uitgebreide, maar zeer algemene beschouwing over 14 technologische ontwikkelingen, die de toepassing van robots in onze samenleving naar verwachting zal bevorderen. Het gaat hierbij onder meer om algoritmes, biofeedback, objectherkenning, sensorfusie en kunstmatige intelligentie. Het is een hoop interessante technische informatie maar hoe deze innovaties de toepassing van de sociale robot dichterbij zullen brengen, blijft duister.

Wat het leesplezier ook niet bevordert, zijn de verspreid opgenomen teksten van externe deskundigen, die in twee of drie pagina’s uit de doeken doen hoe robots binnen de samenleving kunnen functioneren. De paginagrote kleurenfoto’s hierbij (zijn dat misschien sponsors?) zijn afleidend en de betreffende teksten hangen als los zand bij elkaar, de lezer kan ze straffeloos overslaan.

Pas aan het eind van het boek komt Van Rijswijk terug op het eigenlijke onderwerp door diverse toepassingsmogelijkheden van robots te presenteren, variërend van zelfrijdende en vliegende auto’s, kookrobots en bijvoorbeeld robothonden. En natuurlijk de MetaHumans, die zo op de mens lijken dat binnen de kortste tijd de eerste bloeiende liefdesrelaties tussen mensen en deze robots te verwachten zijn. Maar welke technische ontwikkeling nodig is om een dergelijke robot te realiseren komt niet aan de orde. In het algemeen blijft de tekst teveel hangen in oppervlakkige beschouwingen, wat gezien het interessante onderwerp een gemiste kans is.

Eerder verschenen op TW.nl