"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Mes

Vrijdag, 3 mei, 2024

Geschreven door: Salman Rushdie
Artikel door: Nico Voskamp

Niet kapot te krijgen

Op 12 augustus 2022 werd Salman Rushdie door een terrorist 15 keer gestoken met een mes. Rushdie stond op het podium bij het Chautauqua-instituut (USA) klaar om een lezing te geven over hoe belangrijk het is om schrijvers te beschermen toen een man in het zwart hem aanviel met een mes. Rushdie werd in één oog geraakt, in zijn gezicht en nek, in zijn been. Snel ingrijpen van een arts en nog sneller naar een ziekenhuis gevlogen worden, redden zijn leven. In dit boek schrijft Rushdie over die aanslag en het moeizame herstelproces.

Moedig voorwaarts
En passant weidt hij uit over wat het betekent om al jarenlang op een hitlist te staan, hoe hij zijn leven weer oppakt na de aanslag en nog veel meer. We krijgen een inkijkje in het leven van een man die moedig voorwaarts gaat omdat hij gelooft in vrijheid op alle fronten.

Natuurlijk begint hij bij zijn bijna-moord op dat podium:

“Ik zie het moment nog steeds in slow motion voor me. Mijn ogen volgen de rennende man als hij uit het publiek tevoorschijn springt en op me afkomt, ik zie elke stap van zijn woeste stormloop. Ik zie mezelf gaan staan en me naar hem toe draaien. (Ik blijf hem aankijken. Ik keer hem geen moment de rug toe. Er zitten geen wonden in mijn rug.) Ik hef mijn linkerhand in zelfverdediging. Hij steekt het mes erin.”

Boekenkrant

Vanaf dat moment, dat uitgangspunt, kriskrast Rushdie het boek door. Erudiet als altijd doet hij dat met duizelingwekkend veel verwijzingen, afsplitsingen, terzijdes, citaten, verhaaltjes-binnen-verhalen, achteloze namedroppings, en vooral met een niet te beteugelen levenslust. Dit verhaal is geen treurzang maar een tintelend levende aanval op bekrompenheid.

Zwarte humor helpt
We leren heel wat over zijn leven dat godzijdank nog steeds gaande is, al moet er heel veel verspijkerd worden aan zijn gehavende lichaam. Het ongemak neemt serieuze vormen aan als hij in een aangepast ziekenhuisbed moet liggen; toch blijft zijn geest ongebroken, vechtlustig en scherp. Daarbij helpt zwarte humor: 

“Ik lag gevangen in een bed met een alarm dat zou gaan krijsen als ik er zonder hulp uit probeerde te komen. Dat voelde niet als vrijheid. Mijn hele wereld was gekrompen tot het formaat van dit krijsende bed, en ziekenhuisbedden waren niet echt bedoeld om te slapen. Ze waren bedoeld om je op je plek te houden terwijl mensen op elk uur van de dag en nacht in en uit liepen om je vitale functies te controleren, bloed af te nemen, medicijnen te voeren en te vragen hoe je je voelde. Waarom de politieagenten die buiten je kamer zaten, vonden dat drie uur ‘s nachts de beste tijd was om elkaar schuine moppen te vertellen en daar vervolgens bulderend om te lachen was onduidelijk. Waarom de beste tijd om bloed af te nemen vier uur ‘s nachts was, werd me niet uitgelegd. Waarom zuster Oog om vijf uur ‘s ochtends binnen moest komen en felle plafondlampen aandoen om mijn verband te verversen was ook onverklaarbaar. Om halfzes was het ziekenhuis helemaal wakker, de dag was begonnen, en slapen kon ik wel vergeten.

Zoals goed valt op te maken uit de vorige alinea, begonnen de muren op me af te komen … “

Heerlijk boek, ja, ondanks de trieste aanleiding. En veel belangrijker nog: geschreven door een nog in leven zijnde persoon. Laten we dat zo houden.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Leesadvies voor jongeren

De aanslag op Salman Rushdie kostte hem een oog, maar zijn spirit is onbeschadigd

Boeken van deze Auteur:

Haroen en de zee van verhalen