"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sterven in schoonheid

Donderdag, 16 februari, 2023

Geschreven door: Bastiaan Steffens
Artikel door: Jan Stoel

Waarom was schoonheid zo belangrijk in Pompeï en Herculaneum?

[Recensie] Schoonheid en kunst waren belangrijk voor de Romeinen. Dat bewijst het boek Sterven in schoonheid, de wereld van Pompeï en Herculaneum. Deze twee steden werden in 79 na Christus bedolven na een uitbarsting van de vulkaan de Vesuvius. Pompeï werd bedolven onder as en puin, Herculaneum onder een vijfentwintig meter dikke laag lava. Het leven kwam er abrupt tot stilstand. In de achttiende eeuw startten de opgravingen. De archeologen ontdekten zo een ‘tijdcapsule’. Beetje bij beetje kregen we zicht op hoe het leven zich in beide steden afspeelde in de eerste eeuw. In het boek gaat het natuurlijk over de opgravingen (een opmerkelijk genoemd feit is dat de verwoesting van de steden niet op 24 augustus 79 plaatsvond, maar twee maanden later; een recent aangetroffen inscriptie laat zien dat het leven op 24 oktober nog in volle gang was), maar ik wil me graag richten op de kunst waarmee de inwoners van die stad zich omringden.

Het blijkt dat zowel de ‘gewone man’ als de rijke elite zich omringden met kunst. Denk aan de kleurrijke schilderingen in de huizen, de fresco’s, allerlei beelden van goden en godinnen, sieraden, aardewerk, maar ook de beelden die in de openbare ruimte stonden. “Schoonheid was overal,” schrijft Harry Tupan, algemeen directeur van het Drents Museum, waar tot 26 maart 2023 de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’ te zien is. Hij vraagt zich ook af hoe het was om tussen al dat moois te wonen en welke impact het had op het leven van de Romeinen.

Conservator Bas Steffens heeft de eindredactie over het boek waarin allerlei specialisten bijdragen aan hebben geleverd. Heldere formuleringen, prachtige illustraties, plattegronden, mooie en luxe vormgeving. Je wordt meegenomen in het archeologische verhaal en in het leven in de steden in 79 na Chr.

Wat is schoonheid?
Zelf schrijft Steffens over wat schoonheid in de klassieke oudheid was. ”Denkers waren er toen van overtuigd dat je via  kunst iets échts aanraakt. […] Een kunstenaar probeert vandaag de dag wellicht iets te tonen van zijn gevoelswereld, maar een beeldhouwer uit de Romeinse tijd probeert simpelweg zo dicht mogelijk bij die absolute schoonheid te komen.” En schoonheid gaat niet alleen over mooie dingen. Plato constateerde dat het ook kan gaan over schoonheid van handelen. “Mensen die geen oog voor schoonheid hebben zouden automatisch ook onrechtvaardig zijn. […] Schoonheid in de vorm van kunst zou goed zijn voor een mens. Het zou rechtsreeks tot gevolg hebben dat je ook mooiere gedachten denkt en mooier spreekt.” Cicero noemde schoonheid zelfs een natuurwet. Mooie dingen zijn dus belangrijk. Plutarchus beschreef hoe een vrouw Portia, geëmotioneerd raakte bij het zien van een Grieks schilderij dat het afscheid van Hector en Andromache uitbeeldde toen Hector ten strijde trok en zijn  zoontje in de armen van zijn moeder achterliet. Portia dacht aan haar man Brutus die niet bij haar was. Ze miste hem.

Boekenkrant

Wandeling
In het boek wordt Julia Felix opgevoerd, een zakenvrouw die in Pompeï woonde, door de stad wandelend en beschrijvend wat de kunstwerken oproepen: de gevels zijn beschilderd om klanten te trekken, anderen beschermen hun zaak door bustes van goden te plaatsen. Sommige geven hun woning een persoonlijk tintje en tonen hun hoge economische status door wanden te decoreren of te laten ontwerpen. Kunstwerken in de openbare ruimte dienden om normen en waarden uit te dragen, om tot nadenken te komen, maar ook om plezier aan te beleven. Er zijn kunstwerken die worden gefinancierd door de overheid en een politiek doel hebben. En er is kunst is om kritiek te leveren: de graffiti op de muren, grafmonumenten en bordelen zetten. Het bordeel als voorbeeld van grensoverschrijdende schoonheid: kunst helpt om de sociale rangorde op te heffen. Op grafmonumenten wordt zorgvuldig gekeken op welke manier de herinnering levend kan blijven. Zo leren we dat Julia Felix een voormalig slaafgemaakt vrouw was die zich opgewerkt had tot zakenvrouw die er toe deed. Met dit soort verbindingen geven de auteurs een mooi inzicht. Maar laten we wel zijn: er waren ook veel slaven die alleen maar mocht kijken naar de kunst.

Beeldhouwkunst
Er wordt op allerlei aspecten van kunst – en het vakmanschap – ingegaan en die worden geïllustreerd met voorbeelden uit Pompeï en Herculaneum. Bijvoorbeeld de schilderkunst volgens de Pompejaanse stijl tussen 200 v. Chr en 79 na Chr., te verdelen is in vier perioden en met eigen kenmerken hebben. De ontwikkeling van de beeldhouwkust met de ‘keizerlijke trend’. Hoe de keizers zich lieten afbeelden had veel invloed op hoe de burgers zich lieten afbeelden. Keizers lieten zich geïdealiseerd afbeelden, zoals het beeld van Keizer Tiberius: een tijdloze jeugd en perfect geproportioneerd gezicht waardoor hij ‘forever young’ lijkt.  Toen Vespasianus in 69 na Chr. aan de macht kwam wilde hij laten zien dat hij een andere leider is, meer mens. Hij laat zich afbeelden met zijn kaalheid, de wallen onder zijn ogen. Er is in de publicatie aandacht voor de mode in haardracht, de kleding, sieraden, lichaamsidealen en lichaamsverzorging. Opvallend is ook dat er bij de Romeinen een groot verschil is tussen het consumeren van schoonheid en het produceren ervan. Zo stonden acteurs onderaan de sociale ladder. Schoonheid was een sleutelwoord in de tweede bedolven steden die te vinden waren in het welvarende Campanië.

Overal schoonheid
Als je het boek bekijkt kom je overal de schoonheid tegen: de bronzen fontein die de hydra van Lerna toont, gedood door Hercules (een van zijn twaalf taken), die beschouwd werd als de stichter van Herculaneum; een gouden armband in de vorm van een slang (dit verwijst naar de eeuwige jeugd; immers een slang kan steeds zijn huid verjongen). Daar waar het dicht bij de mensen komt ontroert het zelfs. Kijk naar de cover van het boek waarop een fresco staat van bakker Terentius Neo en zijn vrouw. Het sierde ooit de plek in hun huis waar bezoek werd ontvangen. “Juist op die plek kunnen ze laten zien hoe ze naar zichzelf kijken.” Ze behoren tot de middenklasse, maar willen zich meten met de elite. Zo dragen ze allerlei schrijfgerei, de man een witte toga candida, zoals het hoort bij mannen die actief zijn in het publieke leven.” En dan is er nog het verkoolde brood dat bijna tweeduizend jaar nadat het in de oven is geschoven er uit gehaald werd: gestorven in schoonheid. Ga mee op de wandeling van Julia Felix en geniet!

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

De tentoonstelling is nog tot en met 26 maart te zien in het Drents Museum in Assen