"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Niet mijn lichaam

Dinsdag, 29 november, 2022

Geschreven door: Hedwig Selles
Artikel door: Jan Stoel

Beklemmend mooi

[Recensie] Met Niet mijn lichaam heeft Hedwig Selles (1968) een zeer persoonlijke debuutroman geschreven. Van haar hand zijn eerder vier dichtbundels verschenen. Ze publiceerde verhalen en gedichten in onder andere De Gids, Tirade, Hollands Maandblad en DW B.

“Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt (Lukas 22:19)” luidt het motto van de roman. Het dekt meteen de lading van de roman. Carlotta Meijer vertelt vanuit het ik-perspectief het verhaal. Ze groeit op in een gezin waar ze alles mist waar een kind behoefte aan heeft: liefde, aandacht, onbezorgd opgroeien. Steeds speelt ‘de dwang’ van het geloof een rol: het naar de kerk gaan, de nietigheid van de mens, zondebesef. Aan de andere kant put Carlotta wel weer kracht uit het geloof en snapt ze dat God het te druk heeft om haar aandacht te geven. Ze moet thuis veel doen, terwijl haar zus Helga mag studeren. Moeder ligt op de bank, oma – die ernstig ziek is – woont in, vader is constant weg. Met Inger, haar beste vriendin, heeft Carlotta “een kostbare verbondsvoorwaarde: dat je het altijd opnam voor de ander.” Ze voelt zich bij Inger thuis welkom. Als opgroeiende meisjes ontdekken ze hun lichaam, de jongens.

Monster
Maar er ontstaat verwijdering wanneer Inger een andere leerweg op school krijgt. “Was dat het ogenblik dat er een monster in mij ontwaakte of was dat monster al eerder geboren en had het liggen wachten tot Inger het ontdekte”, denkt Carlotta. Carlotta voelt zich alleen, richt zich met name op haar innerlijk. Ze besluit minder te gaan eten. Het is alsof ze denkt dat het kwade in haar huist en dat ze door niet te eten het kwade uit haar kan verdrijven. Ze vindt dat ze zichzelf moet straffen. En het zijn kleine dingen die haar daarin bevestigen. Zo rijdt ze met haar fiets een jong eendje dood, een pulletje. “Nooit zou het pulletje kunnen kwebbelen, want ze had geen snaveltje meer. Nooit zou ze haar opa of oma kunnen zien, want ze had geen ogen meer om te kijken. Nooit zou ze kunnen rennen als ze aandacht wilde, want ze had geen pootjes meer.” Let op het ritme en de herhaling in deze zin. Ze doet het pulletje in haar fietstas, vindt zichzelf een moordenaar. “Ik moest boete doen. Heer Jezus, zeven dagen en zeven nachten ga ik vasten.”

Perspectief
Er gloort perspectief als ze Gilles ontmoet. Ze trekt bij hem en zijn ouders in, ontvlucht haar eigen huis. “Door hem werd mijn juk zacht en mijn last licht. Hij vroeg me meermaals hem te vertrouwen […] Vanbinnen bleef ik dezelfde: een slang, een wantrouwend monster.” Mooi dat beeld van die slang, een verwijzing naar het verhaal van Adam en Eva waarin de slang de zondeval inleidt. En dat gebeurt ook in dit verhaal. Gilles zet zijn eigen koers uit en Carlotta raakt uit beeld. Ze raakt helemaal verstrikt in haar eigen gedachten, lijden wordt haar leven en ze komt tot een ultieme daad: “Hij (God, JS) vroeg het kostbaarste dat ik had terug te geven. En dat heb ik gedaan.”

Boekenkrant

Thema’s
Een duidelijk thema in het verhaal is lijden. Carlotta offert zichzelf en het kostbaarste dat ze bezit op. Haar eetstoornis is daar een voorbeeld van en opname in een ziekenhuis brengt haar niet van haar doel af. Het gaat ook over een kind dat veiligheid mist, onzeker is en bang is voor de toekomst. De jonge Carlotta wil er zo graag bij horen dat ze om maar in de schoolkrant te komen een gedicht uit een Frans kinderboek parafraseert. Maar daarin klinkt wel door hoe ze zich voelt:

“Opgerold in de golven
Wiegen we om en om
Spoel in niet aan
Want wij werden
Door water bedolven.”

Het niet meer willen eten zou je kunnen zien als het verzetten tegen het groeien van je lichaam. Het zoeken naar vertrouwen is een ander thema in het boek.

Hedwig Selles schrijft als een dichter. Ze laat ruimte in haar tekst, laat je tussen de regels door lezen, achter de woorden kijken. Zo hebben de namen een betekenis. Carlotta betekent ‘sterk’ en ‘vrij.’ Inger staat voor ‘schoonheid’ en Helga, de zus van Carlotta staat voor ‘de gelukkige’ (zij is zo gelukkig dat ze het ouderlijk huis heeft kunnen verlaten). Het verhaal is associatief geschreven, verspringt veelvuldig in de tijd. Dat betekent dat je wat moeite moet doen om de verhaallijnen te volgen. Maar het geeft prachtig aan hoe alles – vaak simultaan – zich in het hoofd van het hoofdpersonage afspeelt: herinneringen van vroeger, ervaringen van nu, reflecties, perspectieven. Door zo door te dringen in het diepste wezen van een karakter, het helemaal af te pellen kom je tot de kern van Carlotta. Ze houdt van Schopenhauer en denkt dat ascese op zijn waardering zou kunnen rekenen: “het was de beteugeling van drift.”

Autobiografisch
Hoewel de roman fictie is zijn er allerlei verwijzingen naar de auteur. In iedere roman gebruikt de auteur natuurlijk elementen uit eigen ervaringen. Selles groeide op in een hervormd gezin in Kampen. Sinds haar jeugd lijdt ze aan anorexia, ze woont in een flat in Kampen die op het Zwarte Water uitkijkt (je komt dat ook tegen in de roman), en heeft/had een konijn met de naam Broodje (net als Carlotta). Carlotta wordt in het verhaal geholpen door een dokter Avniël (en dat betekent ‘vader van een sterke’!). Als je de roman met deze ogen leest zou je kunnen zeggen dat het gevecht van Carlotta verwijst naar haar eigen strijd. En toevallig betekent Hedwig ook ‘strijder.’

Taal
De taal die Selles gebruikt is gelaagd. Zo worden mensen naar een dier of eigenschap gekarakteriseerd. Fanny, iemand die Carlotta moet ondersteunen, wordt het herderinnetje genoemd, Helga ‘de ‘perfecte bruine lok’de immer aandacht vragende oma ‘dikke duif’ en Carlotta’s moeder is een ‘kauw’. Over de moeder van Inger: “Met haar engelenvleugel om me heen lopen we met kleine pasjes naar een vrij bankje.’” Carlotta verzamelt niet voor niets botjes, maar alleen als ze zich van het vlees hebben ontdaan. Overal klinkt poëzie in haar taal door. Als Carlotte sondevoeding in de kliniek krijgt: “In de kliniek hadden ze me dus gedwongen mee te werken aan een andersoortig sacrament, de rite van de verplichte spijziging.” “Door het korte van de dagen, duurde het langer voordat de zon voldoende was uitgerust om op te komen.”
Met deze roman heeft Hedwig Seles een monument voor Carlotta en ook voor zichzelf opgericht. Dit is een boek dat je moet koesteren, dat uitnodigt tot herlezen, tot het ontdekken van nieuwe lagen. Beklemmend mooi.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow