"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Noem me Calimero of Carmen zo je wilt & De hemel is altijd paars

Dinsdag, 8 augustus, 2023

Geschreven door: Diana Tjin
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Hoe wapen je je tegen vervelende blikken en opmerkingen van de oer-Nederlander?

[Recensie] Twee weken geleden stond er een Ikje van Uyên Hérault-Huynhin in NRC met de titel Onprofessioneel. “Ik werd ingehuurd om bedrijfsprocessen te verbeteren. Degene die mij inhuurde had geen respect voor mij: hij raasde, tierde, schreeuwde, intimideerde, beledigde, bekritiseerde, en kleineerde mij voortdurend. Zijn collega’s van hetzelfde niveau behandelden mij op dezelfde manier. Ik besloot te vertrekken, en vroeg wel of hun gedrag voortkwam uit het feit dat ik ‘een klein Aziatisch vrouwtje’ ben. Ze vonden het erg onprofessioneel dat ik dat zei.”

Dociel
In Noem me Calimero of Carmen zo je wilt, het laatste boek van Diana Tjin komt iets soortgelijks voor. De roman gaat over Carmen, hoog opgeleid, een goede baan, midden vijftig, maar niet helemaal gelukkig in het leven. Ze vindt zichzelf dociel, heeft nooit een weerwoord, ze wordt minachtend behandeld door een goede vriendin. Ze ziet een patroon in hoe deze vriendin en vele anderen haar behandelen. “Dan heeft ze het nog niet eens over al die andere, minstens even pijnlijke gevechten, die ze heeft moeten voeren, en nog steeds voert, soms met wildvreemde mensen, omdat ze haar die kleine ruimte die ze op deze aardbol inneemt niet gunnen, en die haar, als ze er echt niet meer uitkomen simpelweg wegzetten als ‘dat Chinese vrouwtje’.”Seksisme en racisme trekken helaas vaak samen op. In een interview over Noem me Calimero of Carmen zo je wilt, vertelt Tjin vrijwel meteen over hoe zij zich, als hoogopgeleider dochter van redelijk welgestelde Surinaams-Chinese ouders vaak behandeld voelt. Ze merkt dat ze zich nog steeds moet verantwoorden over waar haar roots liggen als mensen haar al zien staan. En dat terwijl ze een succesvolle carrière heeft als schrijver en catalografe. Deze frustratie vormt ten dele de grondslag van deze roman.

In De hemel is altijd paars van de Iraans-Nederlandse Sholeh Rezazadeh heeft de bejegening door autochtone Nederlanders van de hoofdpersoon Arghavan ook een belangrijke rol. Als ze met haar vriendje, een witte Nederlander naar een feestje gaat krijgt ze de gebruikelijke vragen: “Waar kom je vandaan? Hoelang woon je in Nederland? Heb je een baan? Heb je je rijbewijs? Waar heb je zo goed Nederlands geleerd? Ga je vaak terug naar Iran? Nooit zullen ze vragen wat ik gisteravond heb gedroomd. Wat mijn eerste pijnlijke ervaring was. Of wanneer mijn leven me voor het laatst heeft verbaasd.”

Twee recente romans met eenzelfde vertrekpunt. De uitwerking is daarentegen heel anders.

Boekenkrant

Noem me Calimero of Carmen zo je wilt gaat als gezegd over Carmen die zich maatschappelijk ondergewaardeerd voelt. Ze wordt altijd in dat hokje van ‘dat chinese vrouwtje’ gedrukt, ook bij uitgevers waar ze met ideeën over boeken aankomt. Ze wil eindelijk eens een grote roman schrijven die iedereen wil lezen, en die niet zozeer over haar roots gaat, maar gewoon over haar leven nu, maar ze kampt al jaren met een writer’s block. De oorsprong hiervan ligt in de relatie met haar vader die stierf van verdriet na de 8 decembermoorden in Suriname. In het begin van het boek is Carmen strijdlustig. Ze hoopt tijdens een vakantie in Italië uit te rusten en een oplossing te vinden voor al haar problemen.

In Noord-Oost Italië verblijft ze met haar man Joop, een historicus, enige tijd in een huizencomplex.  De eigenaresse is de Schotse Katie, die daar jaren geleden is neergestreken. Joop gaat op speurtocht in de omgeving om materiaal te vinden voor zijn nieuwe boek over geschiedenis, Carmen besluit Katie te helpen met het onderhoud van de huizen. Ze sluit vriendschap met Katie en met andere vrouwen die in het complex verblijven en werken. Carmen zoekt inspiratie voor het boek dat ze wil schrijven en vindt dat in de gesprekken met de andere vrouwen. Over haar problemen gaat het al snel niet meer, maar vooral over problemen in het leven van de andere mensen in het gezelschap. Carmen is begripvol, geeft adviezen. Aan het eind is iedereen er beter van geworden, de boodschap is haast kinderlijk positief. Gewoon ervoor gaan en durven en alles komt goed. Een spannende roman levert dit niet op, eerder een feelgood-boek met kabbelende gesprekken. Wonderlijk is ook dat Carmen niet ontsnapt aan de rol die ze zelf zo verfoeit. In alles wat ze zegt en doet blijft ze voorkomend en is ze de mensen om haar heen ter wille. In het begin van de roman noemt Tjin dit nog dociel. Carmen wilde assertiever zijn, meer op de voorgrond treden, maar in dit verhaal lukt dat feitelijk niet, ondanks de positieve draai die Tjin aan het boek wil geven. De strijdlustige Carmen van het begin van het boek ebt weg, racisme en seksisme worden niet meer gehekeld, want iedereen blijkt toch van elkaar te houden. Tjin laat Carmen zich juist helemaal aanpassen aan haar groepsgenoten, maar is dit niet waar ze zich juist tegen had willen verzetten?

Opium
Geloofwaardiger is De hemel is altijd paars van Sholeh Rezazadeh. Arghavan, uitbaatster van een tweedehands winkel, worstelt met de Nederlandse cultuur en de Nederlanders. Ze voelt zich onbegrepen, haar manier van praten sluit niet aan bij de stugge en botte manier van doen van veel Nederlanders, haar gevoelens en de dingen die ze opmerkt al evenmin. Als ze verliefd wordt op de Nederlandse Mees lijkt er een impasse te worden doorbroken, het leven krijgt glans. Of de liefde het redt kan hier niet verklapt worden, maar wel kun je zeggen dat Arghavan niet zondermeer haar manier van denken en voelen wil opgeven. Mooi en verdrietig zijn de terugblikken op haar jeugd in Iran en de herinneringen aan haar vader, die dichter was voordat de opium hem begon te regeren. Arghavan mist de kleuren en de muziek uit Iran, Nederland blijft voor haar toch dat grauwe landje aan de Noordzee. De hemel is altijd paars laat de keuze zien tussen integreren of vasthouden aan je eigen manier van doen en je eigen verhalen blijven vertellen. Arghavan wil voor de liefde heel ver gaan, maar kan ze ver genoeg gaan? Carmen uit Noem me Calimero is een fase verder, zij is volkomen geïntegreerd, met een Nederlandse man getrouwd, maar wordt nog steeds op uiterlijke gronden niet altijd als ‘one of us’ beschouwd. Daarvoor is maar één oplossing en die ligt niet bij de Carmens of Arghavans van deze wereld, die ligt bij witte Nederlanders die moeten ophouden sommige mensen als een andere soort te beschouwen.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: