"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oranje Zwartboek

Woensdag, 31 augustus, 2022

Geschreven door: Gerard Aalders
Artikel door: Henk Slechte

De Ontluisterende Geschiedenis van Onze Koninklijke Familie

[Recensie] Het Huis van Oranje en Nederland zijn sinds 1559, toen Willem van Oranje door Filips II benoemd werd tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, met elkaar verbonden. Met tussenpozen en in verschillende gezagsverhoudingen. Aalders legt de stadhouders maar vooral de koningen en koninginnen stevig over de knie in zijn Oranje Zwartboek, met op de kaft de trefwoorden intriges, spionage, geweld, corruptie en geldzucht. Willem van Oranjes zoon stadhouder Frederik Hendrik ontbreekt zonder opgaaf van reden. Alle Oranjes hebben zich volgens Aalders misdragen, financieel maar vaak ook moreel.

Hij rijgt de voorbeelden aaneen met verwijzingen naar de vindplaats, vaak een krant maar ook literatuur. De schandalen waren dus bekend voordat hij ze in dit boek op een ongenuanceerde hoop gooide. Maar liefst 23 pagina’s wijdt Aalders aan de biseksualiteit van koning Willem II, die daarvoor werd afgeperst en wellicht ook uit angst voor chantage zijn handtekening zette onder de grondwetswijziging van 1848. Koningin Wilhelmina was zo blij met de ‘pacificatie’ van Atjeh waarbij 60.000 tot 75.000 Atjeeërs waren gesneuveld, dat ze de verantwoordelijke generaal J.B. van Heutz beloonde met het gouverneur-generaalschap van Nederlands-Indië. De republikein Aalders begrijpt niet dat Nederland de monarchie en de Oranjes al zo lang tolereert. Het is dan wonderlijk dat hij niet verwijst naar het moment waarop die monarchie aan een zijden draad hing: Troelstra’s mislukte revolutie van 1918.

En er is meer. Aalders neemt ook de partners van de Oranjes onder handen. Begrijpelijk dat de prinsen-gemaal Hendrik en Bernhard de volle laag krijgen, maar treurig dat hij het bij Claus von Amsberg zo’n beetje laat bij zijn lidmaatschap van de Hitlerjugend en dat hij diende in de Wehrmacht. De historicus had wel mogen vermelden dat deze opvolger als prins-gemaal van Bernhard deugde. De literatuurlijst noemt de Geschiedenis van de Thesaurie, waarin Bernard Woelderink het financiële beheer van de Oranjes beschrijft. Onmisbaar voor een boek waarin het financiële wangedrag van de Oranjes een rode draad is. En een boek waarin Aalders had kunnen lezen wat koningin Emma aan liefdadigheid deed en hoe Emma en Wilhelmina na de Russische Revolutie net als veel andere Nederlanders miljoenen verloren die ze hadden geïnvesteerd in Russische obligaties. Heeft hij het wel gelezen? Vreemd in elk geval dat Aalders in geen van zijn 616 voetnoten naar dit boek verwijst, terwijl hij dat wel doet naar de biografieën van de koningen Willem I, II en III, en de volgens hem te positieve biografie van Cees Fasseur van Wilhelmina. In de index zijn koningin Wilhelmina en prinses Wilhelmina van Pruisen, de echtgenote van stadhouder Willem V, verwisseld.

Aalders’ conclusie geeft voor het accepteren van de monarchie en het Huis van Oranje door de meeste Nederlanders weinig meer verklaring dan dat die gevoelig zijn voor mythen en sprookjes. Dat Aalders beschuldigend schandaal op schandaal stapelt maar niet historisch analyseert, en waar wel iets goed is gegaan de zaken kleineert, doet zijn republikeinse zaak geen goed. De sfeer in dit boek neigt naar hetze. Dat maakt dat het helaas niet de serieuze kritische geschiedenis is van de relatie tussen het Huis van Oranje en Nederland, die wel heel nuttig zou zijn.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Boeken van deze Auteur: