"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie geschiedenis: Alles onder de hemel

Dinsdag, 14 november, 2023

Geschreven door: Veerle De Vos
Artikel door: Jef Abbeel

Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China

Auteur Veerle De Vos begint haar verhaal met het bezoek van Xi aan België in 2009 en 2014 en met de verklaring waarom de jezuïeten in het gesloten China wel binnen mochten: dankzij hun betere kennis van wiskunde, natuurkunde, astronomie en geografie. Dan beschrijft ze hoe Portugal van de 15de tot de 19de eeuw een wereldrijk werd. De jezuïeten reisden nl. via Portugal naar China. Die reis duurde gemiddeld twee jaar en was zeer gevaarlijk: velen stierven onderweg.

Pas dan vertelt ze over Verbiest zelf (1623-1688): zijn jeugd en studies. Hij werd gedurende vijf jaar leraar in Brussel. Met 9 leraren stonden ze daar in voor 600 leerlingen, nu doen ze dat met 50. In 1654 kwam de Italiaanse jezuïet Martino Martini naar Brussel om nieuwe rekruten te ronselen. Er waren 32 kandidaten. In 1656 mochten o.a. Verbiest en Dorville vertrekken. In 1658 bereikte minder dan de helft Macau.

Na zijn lessen Chinees werkte Verbiest eerst in Xi’an, totdat de Mantsjoe- keizer hem in 1660 naar Peking haalde. Er waren felle tegenstanders die zorgden dat hij in 1664 veroordeeld werd. Eerst tot in stukken snijden, vervolgens tot huisarrest. Ook de dominicanen en franciscanen waren jaloers op de jezuïeten en felle tegenstanders.

Kalendermethode
Na drie jaar huisarrest werd Verbiest door de keizer geroepen om te bewijzen dat zijn kalendermethode de juiste was en niet de Chinese. Verbiest verving de  tijdsindeling (per 100) door de Westerse (per 60). Zijn kalender van 1670 werd door elk gezin aangekocht. Hij mocht als eerste Europeaan privéles meetkunde en rekenkunde geven aan de keizer, in het Mantsjoe.

Schrijven Magazine

In 1673 vroeg de keizer hem om kanonnen te gieten om een opstand te onderdrukken.

In 1676 kwam een Russische delegatie naar Peking. Verbiest moest ze ontvangen en uitleggen dat de keizer boven de tsaar stond. De onderhandelingen mislukten: de Russische gezant weigerde te knielen en de Chinezen gedroegen zich superieur. Toch kwam er in 1689 een grensverdrag in Nertsjinsk, waarbij China voor de eerste keer op basis van gelijkheid onderhandelde met een ander land, met twee jezuïeten als tolk.

Hij stelde in 1676 ook een ‘Eeuwigdurende Kalender’ op. Die bevatte alle zons- en maansverduisteringen voor de komende 2.000  jaar.

In 1683 stuurde Verbiest zijn vriend Couplet naar Europa, samen met bekeerling Shen Fuzong. Hun doel: meer geld, meer missionarissen, meer steun voor de wijding van Chinese priesters. Ze reisden ook naar Lodewijk XIV. De koning steunde hen. Daarna trokken Couplet en co naar het Vaticaan. Daar kregen ze te horen dat de liturgie niet in het Chinees mocht. In 1687 werden Shen en Couplets assistent Spinola ontvangen op St. James Palace door koning James II Stuart. Zijn hofschilder maakte een levensgroot portret van Shen.

Zwaargewond
Op 12 februari 1687 ging Verbiest naar de keizer om hem een gelukkig nieuwjaar te wensen. Maar zijn paard sloeg op hol en hij raakte zwaargewond. Op 28 januari 1688 stierf hij, uitgeput en versleten na ruim 30 jaar in China. Zijn begrafenis en graf werden volledig betaald door de keizer. Als enige westerling  werd hij geëerd met een postume titel: ‘Qin Min’: ‘IJverig en Scherpzinnig’.

In 1692 legaliseerde de keizer eindelijk het katholicisme. Maar dan stuurde het Vaticaan een gezant die de voorouderverering e.a. zaken verbood. De keizer verdedigde de jezuïeten en noemde de verboden een gebrek aan eerbied en een misdaad. De paus bekrachtigde het verbod en tekende daarmee het doodvonnis van de jezuïeten in China. De volgende keizer verbood in 1724 het christendom opnieuw.

De auateur eindigt met een bezoek aan het kerkhof waar Ricci, Schall von Bell en Verbiest begraven zijn. Helaas hebben de opstandige Boksers in 1900 de botten eruit gehaald en verbrand. Ze vertelt er niet bij dat de vandalen van de Culturele Revolutie in 1966 opnieuw schade aanrichtten.

Ze denkt dat we in de 21ste eeuw zullen moeten leren leven met de Chinese dominantie en waarden. Ze zegt er niet bij dat China de democratie in Hongkong al afgeschaft heeft en dat ook nog wenst te doen in Taiwan.

Veerle De Vos schildert een prachtig en ontroerend beeld van de ontmoeting tussen de jezuïeten en de Chinezen. Ze vertelt aangenaam, met kennis van zaken en met een groot inlevingsvermogen in het leven van de jezuïeten en van de Chinezen. De opmerkingen die nu volgen betreffen dan ook eerder details.

Ze had duidelijker mogen uitleggen wat ze in de titel bedoelt met De ontdekking van China. Ontdekking is trouwens niet juist: Willem van Rubroek was er 400 jaar eerder, in 1253-1256. En Marco Polo wellicht ook tussen 1271-1295.

Ze herhaalt geregeld dat de Chinese economie in de 17de eeuw de grootste ter wereld was en dat de steden en paleizen de Europese overtroffen, maar cijfers daaromtrent zijn niet voorhanden. Op p. 45 maakt ze een misplaatste vergelijking tussen de missionarissen en de Molenbeekse Syriëstrijders: die gingen moorden, verkrachten en overal aanslagen plegen.

Op p. 50 noemt ze de dichter Vergilius een ‘geschiedschrijver’. Ze maakt fouten tegen het Latijn en het Grieks en er staan ook drukfouten in. Mozambique is geen ‘eiland’. Het eiland ernaast is Madagaskar. In de bibliografie mis ik: Eric Verbiest, God of de keizer. Pater Ferdinand Verbiest in China, 2020. Een alfabetische woordenlijst van de Chinese begrippen zou welkom zijn.

Ook verschenen op Jef Abbeel