"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Dag

Vrijdag, 5 januari, 2024

Geschreven door: Michael Cunningham
Artikel door: Marnix Verplancke

Een gladde uitschuiver van Michael Cunningham

Het leven zal nooit meer zijn zoals voorheen, zeiden we tijdens de coronacrisis, maar eens de ziekenhuisopnames gestopt en de herinnering aan de doden vervaagd, bleken we verbazingwekkend snel met de sleur van het bestaan door te willen gaan. In zijn nieuwe roman Dag zoomt Michael Cunningham, bekend van het succesrijke en verfilmde De uren, in op het moment dat dit vervagen nog niet aangevangen had.

Centraal staan de leden van het gezin van Isabel en David, die in een krappe New Yorkse flat wonen. Wanneer het boek begint, op 5 april 2019, leidt zij de beeldredactie van een stijl- en designtijdschrift en is hij een singer-songwriter die aan een comeback werkt. Ze hebben twee kinderen: Nathan van tien en Violet van vijf. En dan is er Robbie, de broer van Isabel die een zolderkamer betrekt. Hij is net verlaten door Oliver en heeft in feite al een decennium een oogje op Daniel en is uit eenzaamheid een fictieve Instagrampagina begonnen, van een zekere Wolfe, die voor zieke kinderen zorgt en cohoust met de zwarte Lyla. Wolfe post foto’s van huizen op het platteland rond New York, waar Isabel graag zou wonen, wat hem 3407 volgers oplevert die allemaal rond de veertig zijn. Maar jammer genoeg blijkt Isabel in realiteit niet genoeg geld te hebben om zo’n droomhuis buiten de stad te kopen en dus moet Robbie wijken voor Nathan, die nu nog bij zijn zusje slaapt, maar een eigen kamer nodig heeft.

Tijdsprong
In een tweede deel springen we een jaar in de tijd. Daniel en Isabel leven steeds meer op elkaars lip terwijl ze door corona van thuis uit werken, Robbie zit vast op IJsland omdat hij na een vakantie van een paar weken niet meer terug mag naar Amerika, en de kinderen proberen verwoed om de ziekte buitenshuis te houden. Iets wat overigens niet lukt, want in het derde deel van Dag, nogmaals exact een jaar later, blijkt dat een van de personages gestorven is aan corona.

Ten dode opgeschreven
Kort gezegd gaat Dag over de wijze waarop de wereld ingrijpt in het bestaan van individuen. Isabel merkt dat het tijdschrift waarvoor ze werkt door internet ten dode opgeschreven is. Daniel had ooit een plaat die niet verkocht en maakt zichzelf wijs dat hij niettegenstaande populair zou kunnen worden, en dan zijn er Violet en Nathan natuurlijk. Na het sterfgeval in de familie is Violet niet langer een kind dat bevestiging zoekt, terwijl Nathan toont dat Hansje, toen hij het bos uitkwam nadat hij de heks in de oven had geschoven, een andere jongen was dan degene die het bos binnenging.

Archeologie Magazine

Een ouwe zoom
“Postcorona-Amerika is een ander land dan precorona-Amerika”, aldus Cunningham. Alsof het virus het land een heuse “Vietnam-oplawaai” heeft bezorgd. Alleen doet hij dat wat te gladjes om echt te overtuigen. Dag lijkt gewoon te veel op een “hollywoodvehikel”, waarmee we niet willen zeggen dat er in Hollywood geen beklijvende films gemaakt zouden worden. Met de boodschap dat niets nog hetzelfde zal zijn na de dood van een van de personages, doet Dag immers denken aan The Deer Hunter, een van de beste Vietnamfilms ooit. Alleen eindigt die film met een immens hard binnenkomende scène waarin de rouwenden God bless America zingen, terwijl Cunninghams roman uitrafelt als een ouwe zoom.

Ook verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur:

De Uren

Huis aan het einde van de wereld