"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: De kolonel slaapt niet

Vrijdag, 13 oktober, 2023

Geschreven door: Emilienne Malfatto
Artikel door: Anke Cuijpers

Samengebald proza over oorlogsterreur

In de compacte roman van Emilienne Malfatto duurt de oorlog eeuwig. Indringende bekentenissen in de stijl van paginalange prozagedichten worden afgewisseld met hoofdstukken waarin dialoog en handeling verteld worden door een kolonel, een ordonnans en een generaal, die allen naamloos blijven. Door dat naamloze vallen ze samen met hun functie, buiten hun soldaatzijn bestaan ze niet. Of beter gezegd niet meer, want herinneringen aan de tijd voor de oorlog zijn er wel. Ze sijpelen door de grijze, grauwe omgeving, maar bieden nauwelijks redding voor de realiteit. De wereld is gekrompen tot de lugubere taak van martelen, of het toezien daarop. En Malfatto, die als oorlogsverslaggever in Irak werkte, zorgt ervoor dat ook de lezer de blik niet afwendt.

Patriarchaat
De surrealistische sfeer waarmee Malfatto het vervallen paleis waarin de dictator woont beschrijft, herinnert aan het paleis uit De herfst van de patriarch van Gabriel Garcia Marquez. Maar waar het een chaotische, bijna vrolijke wanboel is bij Marquez, met koeien en felgeverfde vogels in de paleiszalen, en verbannen dictators uit nabije landen die, weggestopt in een tehuis, hun dagen verlummelen met kaartspelen, daar zit de generaal van Malfatto in een spookpaleis waarvan het dak lekt, en het lukt deze generaal niet eens het dak gerepareerd te krijgen. Aanvankelijk speelt de generaal nog schaak tegen zichzelf, maar vooral wacht hij, lethargisch, terwijl hij zijn best doet niet naar een onthoofd borstbeeld van een voorganger te kijken. Dat het patriarchaat daarmee in zijn nadagen lijkt, is maar schijn. Zowel bij Marquez als bij Malfatto is de echte macht in handen van een opeenvolging van onzichtbare maffiose leiders, en gebaseerd op de angst, de argwaan en, uiteindelijk, de berusting erin van de bevolking.

Gevilde honden-mensen
Waarom de bevolking zo door angst verlamd is, laat vooral de kolonel zien. Hij is de specialist die de kunst van het martelen verstaat. Had dat martelen aanvankelijk tot doel om gevangenen tot spreken te dwingen, voor de kolonel is het een manier geworden om het ding te doden:

“De man die met geen enkele boei aan de stoel zit gebonden – omdat er een breekpunt van het lichaam en van de geest bestaat waarop boeien overbodig worden – die man dus, want zelfs de ordonnans daarginds in de schaduw, buiten de lichtkring, ziet hem als een man en nog niet als een ding, is vreemd kalm.

De kolonel kijkt terug in de ogen van de man (en ditmaal lukt het hem niet een gevilde hond in hem te zien) en die afwezigheid van haat en die vreemde, zo misplaatste kalmte in de lichtkring zijn onverdraaglijk voor hem.”

Archeologie Magazine

Het was de filosoof Levinas die betoogde dat het menselijke gelaat van de ander voorkomt dat we de ander doden. En deze ene gevangene die geen haat en geen demonen in zijn blik herbergt, maakt de kolonel razend omdat het humane waarmee we ons kunnen vereenzelvigen niet te vernietigen is. De ander moet eerst een ding worden, voor hij vernietigd kan worden. Dus slaat de kolonel net zo lang tot de mens op een gevilde hond lijkt. Veel plastischer wordt Malfatto gelukkig niet, de verbeelding van de lezer krijgt voldoende ruimte om zelf aan te vullen wat haar spaarzame taal laat zien. Misschien is een van de meest onthutsende constateringen na lezing wel, hoe gemakkelijk onze verbeelding dat kan.

Naamloos
Het zien, of niet zien, staat op verschillende manieren centraal in deze roman. Het trauma van een oorlog is denkelijk het meest zichtbaar in de ogen van de overlevenden, meer nog dan in de lijken, de kapotgeschoten ledematen of gebouwen. Een oorlogstrauma behelst een eeuwig herbeleven van de terreur, ook al was die terreur in een andere plaats, in een andere tijd. Dat is wat we zien in die ogen, dat het kapotmaken doorgaat ook al is het lichaam in veiligheid. Malfatto weet in haar licht-onderkoelde stijl dit effect van vervreemding op de lezer over te brengen, en iets desolaats. De wereld in deze roman is zowel realistisch als allegorisch door het totaal ontbreken van namen van mensen of plaatsen. Elk van deze romanpersonages en gebeurtenissen staat voor een groter geheel.

De banaliteit van het kwaad
De ordonnans wil buiten de lichtkring blijven omdat hij denkt dat het zijn plek is, en daar, aan de rand van de kring waar het martelen plaatsvindt doet hij zijn best om niets te zien, probeert hij in plaats daarvan aan zijn moeder te denken. Daarmee belichaamt hij wat Hannah Arendt beschreef als de banaliteit van het kwaad. Mensen die plichtsbewust hun taken vervullen, zonder zich een enkele keer een kritische vraag te stellen over de barbaarsheid ervan. Het beschermt de ordonnans in elk geval niet. Als de kolonel zich al iets afvraagt is het bijvoorbeeld waarom de ordonnans buiten de lichtkring blijft staan, alsof hij er geen aandeel aan wil hebben. Dat roept argwaan op bij de kolonel, die het als een vorm van verraad ziet. Bloeddorst laat blijkbaar geen ruimte voor iets anders dan meedoen. En zo is het eten of gegeten worden in de helse wereld van deze indrukwekkende roman.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Op zaterdag 4 november gaat Emilienne Malfatto bij Crossing Border in gesprek over haar boek.