"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: De piekerende pinguïn

Zaterdag, 6 april, 2024

Geschreven door: Keith Faulkner, Jonathan Lambert
Artikel door: Rita Pontororing

Ben ik wel een pinguïn?

Een uitklapboek, altijd een succes bij kleuters. Vooral als het om pinguïns gaat. In dit prentenboek gaat het om een pinguïn die piekert zoals de titel aangeeft, De piekerende pinguïn.

Pop-ups
Het verhaal is klein maar het probleem groot. Kleine Pinguïn doolt bibberend rond op de Noordpool. Elk dier dat hij tegenkomt, vraagt hij ook weer bibberend of hij ècht een pinguïn is. Leuk om aan te haken bij het verhaal en aan kinderen te vragen: “Wat denken jullie?” “Hoe komt het dat de kleine pinguïn daar zo over piekert?”
Elk van de drie dieren waar de kleine pinguïn bij aanklopt, stelt een wedervraag over een lichaamskenmerk van een pinguïn. En telkens zegt kleine pinguïn: “Ja, d-d-die heb ik.”

Ben ik wel een pinguïn?
De kenmerken die de dieren geven heeft auteur Keith Faulkner ‘talig’ beschreven. Niet enkel “Heb je een snaveltje?” maar een klein extra kenmerk erbij. Op deze manier kun je met kinderen werken aan woordenschatuitbreiding. Dit staat natuurlijk niet voorop maar is heel doordacht meegenomen. Bovendien kan een gesprek gevoerd worden of kinderen nog meer kenmerken kunnen noemen om kleine pinguïn gerust te stellen.

De kleine aantekening waarom in dit boek de Noordpool genoemd wordt, is eveneens werken aan ‘het vergroten van de kennis’ van kleuters.

Leesplezier voorop
De piekerende pinguïn is een uitklapboek waarbij leesplezier voorop staat. De pop-ups vragen om steeds getoond te worden. Bij het openslaan van de volgende bladzijde plopt een pop-up verrassend naar buiten. Daarbij geven de kleurrijke illustraties en mooi getekende plaatjes van Jonathan Lambert veel kijkplezier. En het zijn illustraties die meer zijn dan alleen naar kijken maar waar kinderen wat in kunnen ontdekken.

Dit boekje is rijk aan taal, geeft de voorlezer handvaten om met het verhaal te ‘spelen’. Met geen ‘eind goed al goed’ maar een ‘eind goed verrassend goed’.



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Foodlog