"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: De Witte

Donderdag, 12 oktober, 2023

Geschreven door: Ernest Claes
Artikel door: Ger Groot

Dekselse kwajongen in een onthullende vertelling

Een honderd jaar oud boek over een dekselse kwajongen: veel fiducie geeft het niet. Maar De Witte van Ernest Claes ontpopt zich onverwacht als niet alleen een onderhoudende maar ook een onthullende vertelling. De ruwheid van gedrag en omgangsvormen onder de 19de-eeuwse plattelandsbevolking die erin beschreven worden zijn weinig minder dan schokkend.  

Schade
Waren ze dat in 1920, toen het boek verscheen, ook al? Het heeft de populariteit ervan geen schade gedaan. “Het meest gelezen literaire boek in Vlaanderen” noemt inleider Peter Theunynck De Witte in de jubilerumeditie van honderd jaar later: een verbijsterende 128ste druk, fraai verlucht met op houtsneden lijkende pentekeningen van Claes’ collega-schrijver Felix Timmermans. Té fraai misschien: de zware zwartpartijen ervan schemeren bij het lezen hinderlijk door het papier heen.

“Miêr sloag as ete krijg ik hier,” klaagt Lewie Verheyden, wegens zijn haarkleur door iedereen ‘de Witte’ genoemd, keer op keer – en inderdaad golft de pedagogische slaag over de bladzijden. Niet dat hij het er niet naar maakt. Naar huidige maatstaven zijn de grollen van de Witte niet zo heel onschuldig. Dat hij aan het eind van het boek niet met botbreuken, oogletsel of kreupelheid geslagen is, mag een wonder heten.

Kruis
Toch blijft het boek, zo lang als het duurt, onderhoudend, met als hoogtepunt het antwoord op de catechismusvraag wie Jezus aan het kruis nagelde: “De sosjeliste gedomme!”. Zo lang als het duurt, want aan het eind begint Claes’ fantasie uitgeput te raken. Net als het jeugdig anarchisme van de Witte zelf. Met dertien jaar meldt hij zich aan bij het plaatselijk parochieblad als leerling-letterzetten. Tot ongenoegen van zijn familie, maar ‘als de heren van ‘t klooster het zo beslist hadden, ja, dan moest het wel goed zijn.’ 

Schrijven Magazine

Een definitief in het verleden weggedeemsterde tijd dus, waarin men, als in een vreemd land, naar het woord van L.P. Hartley “de dingen anders deed”. En anders sprak – al blijkt het door Claes bijna fonetisch opgetekende Brabantse dialect een stuk minder ontoegankelijk wanneer je hardop leest wat er staat. Claes zelf kon er trouwens ook wat van. “Het licht bunselde in de kamer breed open en peuterde in alle hoeken en vouwen van ’t kleergoed dat tegen de muren hing.” Wie zulke zinnen schrijft, verdient zijn 128 drukken in één eeuw. 

Ook verschenen op Twitter/X en Linkedin