"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie kunst&cultuur: Een leven met jazz

Donderdag, 7 maart, 2024

Geschreven door: Frank van Dixhoorn
Artikel door: Quis leget haec?

Muzikale memoires van jazzkenner Michiel de Ruyter

De Nederlandse jazzscene kon in de vorige eeuw niet om hem heen; de enige echte jazzcat en -kenner Michiel de Ruyter. In het boekje Een leven met jazz tekende Frank van Dixhoorn zijn muzikale memoires op.

Michiel de Ruyter (1926-1994) was het liefst muzikant geworden. Toen hij jong was toeterde hij wat op een klarinet en formeerde zelfs een sextet, maar het ontbrak hem aan echt talent. Bovendien werd hij gehinderd door lichamelijke ongemakken, het gevolg van een polio-aanval op zijn zeventiende jaar. Hij belandde daardoor uiteindelijk ook in een rolstoel. Ondanks een opvoeding in de klassieke muziek werd hij gegrepen door de jazzmuziek. Toen hij in het Parool een, in zijn ogen, slechte jazzrecensie las schreef hij daar een boze brief over naar de redactie. Hij kreeg een net zo’n nijdige brief terug dat hij het dan maar zelf eens moest proberen en zo werd hij jazzrecensent.

Deskundig, maar kritisch?
Hij was wel deskundig, maar weinig kritisch. Dat lag hem niet. Hij kwam uiteindelijk bij de radio terecht, eerst bij de Avro en later bij de Vara, waar hij uiteindelijk hele generaties zou opvoeden in de jazzmuziek. Zijn magnum opus was de radioserie Jazzgeschiedenis; een overzicht van vrijwel de hele jazz. Die serie begon in 1979 en bestond uit 695 afleveringen. Helaas heeft hij door zijn dood die klus niet kunnen voltooien.

Weinig anekdotes
Zijn werk bracht met zich mee dat hij talloze optredens bijwoonde en zowat iedere artiest ophaalde van Schiphol of ergens vergezelde. Dat zou een fantastisch boek kunnen opleveren met talloze anekdotes maar dat viel jammer genoeg wel tegen.
Het is een dun boekje van 83 pagina’s en er staan verhalen in, maar bij het merendeel is de vraag af waarom het überhaupt opgenomen is in het boek. Of Michiel de Ruyter is niet zo’n goede verteller of Frank van Dixhoorn geeft het niet goed weer, maar ergens heeft de uitgeverij hier een klap op gegeven om het zo uit te brengen.

Ons Amsterdam

Big Bill Broonzy
Het verhaal van de grote bluesman uit de Mississippi-delta Big Bill Broonzy aardig om te lezen. De Ruyter: “Toen Broonzy hier was voor die plaat heeft hij een dame leren kennen en daar een zoon bij vervaardigd, Michael. Ik heb hem wel eens ontmoet en allerlei privé-opnames gegeven van Broonzy, bij mij thuis gemaakt. Ik moest even zoeken maar Broonzy heeft een relatie gehad met de Nederlandse theaterkostuummaakster Pim van Istveld met wie hij een zoon kreeg. Toch iets bijgeleerd. Het boekje is overigens wel doordrongen van allerlei opmerkingen waaruit duidelijk wordt dat De Ruyter graag mocht pronken met zijn familiaire omgang met al die jazzgrootheden. Hij was de enige Nederlander die Duke Ellington met ‘Eddie’ mag aanspreken en daar wordt dan een hoofdstuk aan gewijd.

Het is wel interessant om te lezen hoe de serie Jazz Behind The Dikes is ontstaan. Een serie van drie elpees waar diverse Nederlandse jazzartiesten op te horen zijn zoals Rita Reys met het trio Pim Jacobs, Rob Madna, Wessel Ilcken, Tony Vos etc. Een iets langer stuk gaat over de tenorsaxofonist Paul Gonsalves van Duke Ellington. Gonsalves wist ook in Nederland de drankflessen te vinden en De Ruyter zegt: “Tijdens een concert in het Kurhaus was hij zeer ver heen en viel aldoor in slaap, maar dat was goed geregeld. Als hij aan de beurt was, gaf Jimmy Hamilton hem een stomp, één tel voor de inzet, Gonsalves stak die tenor in zijn mond en Baf! Wakker, meteen spelen, goede noot, niets aan de hand.”

Duke Ellington
De leukste verhalen betreffen steeds Duke Ellington. Zo was De Ruyter eens op bezoek bij de saxofonist Ben Webster, die in Nederland woonde. Webster liet hem een privé opname horen op een kartonnen grammofoonplaatje van een liedje dat hij gemaakt had voor een medemuzikant, Jimmy Blanton, waar hij erg close mee was. Toen De Ruyter het liedje Dearie hoorde zei hij: “Dat ken ik.” Onmogelijk volgens Ben. Het was zijn plaatje, hij had het verder nooit gespeeld, ook niet op de tenor, er was niets mee gedaan. Na lang zoeken vond ik Dearie noot voor noot terug in het motiefje voor oude mensen uit de Black, Brown and Beige-suite. De verklaring is dat Ben het liedje waarschijnlijk gespeeld heeft als reliëf-pianist, dat Ellington het meteen opschreef en dat Dearie zo in BB&B is beland. Toen Ben de opname van het werk hoorde en zijn eigen stukje herkende, reageerde hij heel sportief: “Duke Ellington…smartest thief I ever knew.”

Verder; een practical joke van Miles Davis, een nerveuze Bud Powell, de vraatzucht van Cannonball Adderley en nog zo wat verhaaltjes. Aardig om een keer te lezen maar er zou meer te halen moeten zijn uit zo’n rijk jazzleven. De foto’s voegen veel toe, want De Ruyter heeft ze werkelijk allemaal ontmoet.

Ookverschenen op Quis Leget Haec

Leesadvies voor jongeren

Het verhaal van de Nederlands jazzrecensent Michiel de Ruyter, een dun boekje met anecdotes.