"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: filosofie & kunst: Taal geven aan muziek

Vrijdag, 9 februari, 2024

Geschreven door: Jos Kessels
Artikel door: Ger Groot

Met zijn zevende stelling (‘Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’) verwees de jonge Wittgenstein alles wat hij ‘het mystieke’ noemde naar de woordloze ervaring. Dat betrof niet alleen de religie, maar ook de ethiek en het schone van de kunst, in het bijzonder de muziek. Bevredigend was dat niet. Over wat muziek voor ons betekent willen, ja móeten we tenslotte praten. Maar hoe?

In zijn boek ‘Taal geven aan muziek’ probeert de filosoof en (amateur)musicus Jos Kessels op die vraag een antwoord te vinden. Dat doet hij niet voor het eerst. Vier jaar geleden wist hij in zijn boek ‘Het welgetemperde gemoed’ zijn eigen levensgeschiedenis terug te horen in Bachs klavierwerk waarnaar het verwijst. Een hachelijke onderneming, want willekeur ligt op de loer. Dankzij een zeer precieze analyse van wat er in de muziek gebeurt wist Kessels dat toch plausibel te maken.

Maar hoe verantwoord je een dergelijke harmonie tussen muziek en verhaal? In zijn nu verschenen boek (ondertitel: ‘Een nieuwe harmonieleer’) blijkt dat minder vreemd dan het lijkt. Zoals de fenomenologische filosofie duidelijk gemaakt heeft, is waarnemening van de wereld nooit alleen maar registratie. Aan alles wat we zien, horen, ruiken en proeven kennen we onvermijdelijk een betekenis toe. Waarom dan niet aan muziek?

Betekenis zou je de trait-d’union tussen de wereld en het bewustzijn kunnen noemen. En omdat dat laatste altijd een bepááld bewustzijn is, is die betekenis dus ook altijd tot op zekere hoogte singulier, al leidt dat nog niet tot totale willekeur. Tenslotte vormt één van haar polen (de klank) een objectief gegeven en daarmee een ankerpunt – hoe breed datgene wat mensen ín diezelfde klank horen ook mag uitwaaieren.

Kookboeken Nieuws

Kessels adstrueert dat inzicht met een reeks eigen muziekervaringen, in het bijzonder de insistente vraag van zijn pianolerares bij het begin van elk nieuw in te studeren stuk: waar gaat dit over? Alleen met woorden kun je daarop antwoord geven. En dus moet je er een verhaal bij verzinnen, of liever: moet je het verhaal bij het luisteren laten opkomen.

Een zekere zweverigheid weet Kessel daarbij niet altijd te vermijden – al brengt hij zich vervolgens ook steeds weer in het gareel: ‘Zijn zulke verhalen, nuchter beschouwd, nu zinvol of niet?’ Die reserve behoedt hem voor luchtfietserij en zijn gedachtengang voor irrelevantie. Want uiteindelijk vraagt muziek om taal – al was het maar omdat woorden vervolgens het gehoor weer scherpen. En dát, zo stelt Kessels vast, leidt op zijn beurt tot een beter begrip van de werkelijkheid. Muziek ‘laat je dingen weten die je officieel niet kunt kennen’: dat is de filosofische betekenis ervan.

__

Ook verschenen op

https://www.linkedin.com/feed/