"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie kunst&cultuur: Je weet niet wat je ziet

Dinsdag, 2 april, 2024

Geschreven door: Will Gompertz
Artikel door: Quis leget haec?

Kunstenaars zien de zaken vaak anders

Je weet niet wat je ziet is een boek over hoe kunstenaars ons helpen te zien waar we aan voorbijgaan. Dat belooft Will Gompertz ons en hij is directeur van de Barbican, een kunstcentrum in Londen. Ook is hij een toonaangevend kunstcriticus en was hij zeven jaar directeur van de Tate Gallery. De achterliggende gedachte van dit boek is dat kunstenaars de zaken vaak anders zien dan u en ik en daar hun creaties bij scheppen. Gompertz wil een aantal van die kunstwerken en de denkwerelden van hun makers toelichten. Hij springt daarbij door de geschiedenis, dus hij staat stil bij de eigentijdse kunst van Jennifer Packer, maar ook bij Peter Paul Rubens en bij prehistorische Mexicaanse kunst. Dat zorgt voor een afwisselend boek met een heel scala van voor mij onbekende kunstenaars.

Invloed van muziek en jeugdherinneringen
De schilder Wassily Kandinski en zijn abstracte kunst is wereldberoemd, maar de invloed die de muziek van Arnold Schönberg op zijn schilderijen had is minder bekend. Gompertz bespreekt daarnaast een reeks voor velen totaal onbekende artiesten.
Zoals bijvoorbeeld de Japanse Yayoi Kusama. Zij raakte als kind eens volledig over haar toeren van een bloemenpatroon waar zij toen in leek te verdrinken. Die “bad trip” nam zij als uitgangspunt voor haar kunstwerken. Zo creëerde zij kamers met objecten met patronen die maar terug blijven komen in haar “infinity mirror rooms”. Zo probeert zij haar diepste angsten in bedwang te houden:
“Alles kwam samen toen ze in 1965 haar Infinity Mirror Room – Phalli’s Field presenteerde: een 25 vierkante meter grote ruimte vol spiegels en penissen die met een polkadotsdoek bedekt zijn. Het combineert haar afkeer van seks met haar verontrustende, hallucinogene aanvallen. Ze grijpt haar slechte karma beet, onderwerpt het aan haar wil, neutraliseert het en neemt het in bezit.”
Het feit dat Kusama zich in Japan vrijwillig heeft laten opnemen in een psychiatrische instelling in Tokio toont wel aan dat haar angsten en fobieën reëel zijn, maar het weerhoudt haar niet om door te werken en te exposeren.

Je laten zien wat je zelf eerst niet zag
Het zou te ver voeren om alle artiesten te bespreken maar er staan talloze prachtige verhalen in dit boek. De vroeg opgebrande Jean-Michel Basquiat en zijn rauwe kunst bijvoorbeeld. Een afbeelding van zijn schilderij Notary is opgenomen in het boek en op het eerste gezicht zal het de kijker niet veel zeggen. Dan lost Gompertz zijn belofte in, want hij neemt ons mee door het schilderij en de wereld van Basquiat en bij iedere zin moet de lezer het werk er weer even bij pakken om te zien wat eerder over het hoofd was gezien, heel fascinerend.
Dat geldt ook voor de silhouetten van Kara Walker. Op het eerste gezicht wat figuren in het zwart, bij nader inzien heel andere zaken dan gedacht. Kijk maar eens goed naar het werk Gone: An Historical Romance of a Civil War as It Occured b’tween the Dusky Thighs of One Young Negress and her Heart.
Ook de Ghanese beeldhouwer El Anatsui verdient een aparte vermelding. Gompertz neemt ons mee in zijn denkwereld en El Anatsui bedacht wat je met een zak vol aluminium doppen kon doen die hij vond. Anatsui:
“Ik zag de relatie van die doppen met de geschiedenis van Afrika. Toen de eerste Europeanen hier handel kwamen drijven, hadden ze rum bij zich die oorspronkelijk uit West-Indië kwam, daarna na Europa ging en uiteindelijk in Afrika belandde – de drie zijden van een driehoeksreis.”
Hij zocht er meer doppen bij, veel meer zelfs en kwam onder meer met al die platgeslagen doppen tot het ontzagwekkende kunstwerk Earth’s Skin.

Alleen op een bergtop zonder stroom
Ook het verhaal van Agnes Martin is het vermelden waard. Ze woonde alleen op een bergtop in New Mexico, zonder stroom en stromend water. Ze wijdde veertig jaar van haar leven aan het tekenen van fijnmazige roosters op doeken van 190 x 190 cm. Voldeed een doek niet, en dat was bij 95 procent het geval, dan werd het verscheurd en weggegooid. Ze leed aan schizofrenie en verkeerde dus hele lange periodes in eenzaamheid. Ze was chronisch ziek, diep spiritueel, heel intelligent, sensitief en erg methodisch. Ze kon dagen tegenover een kale, bepleisterde muur zitten, wachtend tot de inspiratie kwam en dan begon ze te tekenen. Ieder vakje met de hand, en dat leidt dan tot bijvoorbeeld een werk als The Rose. Martin zag met gesloten ogen en het leidde tot ogenschijnlijk perfect symmetrische schilderijen die bij nadere bestudering onderbroken worden door menselijke imperfectie.

Heaven

Een grote lijst van besproken kunstenaars
Alice Neel was zeventig jaar toen Gompertz een prachtige introductie tot haar werk schreef. Haar excentriciteit was even charmant als haar rol van “getikt lief dametje” tijdens interviews…De knusse, genoeglijke omaatjesrol die ze in het openbaar speelde, was een façade waarachter een onverbiddelijke, gekwelde portretschilder schuilging die met een scherp intellect en de fascinatie van een psychiater op zoek was naar de onbewuste ziel. Haar schilderij van twee oude vrienden van haar, The Soyer Brothers, is na Gompertz’ artikel een absolute favoriet uit dit boek maar de lijst van artiesten die hij bespreekt is veel groter.
Inpakartiest Christo, de schilders Peter Paul Rubens, Frida Kahlo, Fra Angelico, Edward Hopper, Paul Cézanne, Jean-Baptiste Chardin en Hilma af Klint komen voorbij en de absurde kunst van Eva Hesse wordt geduid. Ik had nooit gedacht dat ik mij wat kon voorstellen bij een werk als haar Ennead maar nu wel. En dan Paula Rego en Tracey Emin, twee kunstenaars die ik direct hoog heb zitten, maar daar had ik Gompertz wel even voor nodig.

Kunst is een onopgemaakt bed
Opmerkelijk is bijvoorbeeld de kunstenaar Paula Rego en haar schilderijen waar een donkere ondertoon in zit, zoals in het werk The Dance. Leest u vooral het boek waarom. Tracey Emin maakte kunst van haar onopgemaakte bed. Dat kan iedereen wellicht maar wat is de reden, daar gaat het om. Ook de tent die ze opzette, met de titel Everyone I Have Ever Slept With lijkt te eenvoudig. Ook daar gaat het om het verhaal erachter. Ze heeft in die tent de 102 namen aangebracht van iedereen met wie ze het bed deelde. Bewust provocerend, tot je bemerkt dat er, naast namen van minnaars, ook de naam van haar tweelingbroer en haar grootmoeder bij staan en van de twee foetussen die ze kwijtraakte na een slecht uitgevoerde abortus. Zo wordt het ineens een buitengewoon intiem kunstwerk.
Er is uiteraard nog veel meer te vertellen maar een beetje kunstliefhebber gaat dit boek snel bestellen.

Ook verschenen op Quis leget haec

Leesadvies voor jongeren

Geillustreerd over kunst en kunstenaars met anekdotes en informatie over de totstandkoming van de kunstwerken en de achterliggende gedachte.