"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Krank

Vrijdag, 17 november, 2023

Geschreven door: Giuseppe Minervini
Artikel door: Jan Stoel

Wet en moraal gaan niet samen

Een lezer moet zich eens goed kunnen amuseren (Thomas Mann), luidt het motto van Krank, een vuistdikke, hallucinerende debuutroman van de Vlaming Giuseppe Minervini (1994; Italiaanse roots; geboren in Roeselare en wonend in Kortrijk; twee steden die ook in de roman voorkomen). Krank is geen lichte kost, je moet er als lezer voor werken om er grip op te krijgen, maar dan krijg je ook wel wat. Krank overrompelt je, intrigeert, doet je nadenken en zet je aan het filosoferen, laat je genieten van een verfijnde stijl, schakelt tussen meerdere werelden, is dystopisch, prikkelt, maakt je soms letterlijk gek door de complexiteit (en doet daarmee de titel recht), brengt je aan het lachen, en legt verbindingen met onze huidige maatschappij. De vraag of we ons leven niet moeten veranderen, kritischer moeten zijn op wat ons omringt en wat dat voor het individu en de maatschappij betekent meandert door de hele roman. De gelaagdheid in het verhaal is enorm en de verbindingen met beeldende kunst (een schilder die geïnspireerd is door Francis Bacon en schilderijen maakt van de monden van dictators en daarmee hun emoties en psychische gesteldheid wil weergeven)  en literatuur springen er wel uit (De Toverberg van Thomas Mann waarin veel gefilosofeerd wordt over het leven en naar wat het betekent om echt mens te zijn). Krank schrijven moet een enorm karwei geweest zijn. Minervini heeft een epos geschreven dat zich richt – zoals de achterflap zegt – tegen de tirannie van het algoritme.

Dodencel
De roman is in de ik-vorm geschreven en je waant je in het brein van het hoofdpersonage, Ix genaamd. Het lijkt een anonieme karakterisering, een x-je, maar het kan zomaar iedereen zijn, ook jij als lezer. Ix zit in een dodencel en schrijft een document waarin hij bij de rechter zijn vrijspraak bepleit. Ix is lid geweest van de Organisatie, die geleid werd door Nelson Liefgenezen (die naam alleen al! Zachte heelmeesters maken stinkende wonden), die hij kent omdat hun ouders tegelijkertijd verongelukten. Nelson verraadde de mensheid en daarom hoort hij in de dodencel en niet Ix. “Ik doe mijn uiterste best om in de voetsporen van Thomas Mann mijn informatie zo Nobelprijswaardig mogelijk te spreiden, en het volgens dezelfde geest zo amusant mogelijk voor u te maken dit te lezen.” Ziedaar de verantwoording van het boek en inderdaad daar is Thomas Mann weer.

De structuur van de roman maakt veel duidelijk. In de proloog vertelt Ix waarom hij in de cel zit, wat hij er doet, denkt en wat hij vindt dat er met hem moet gebeuren. Hij is onschuldig! Ik moest denken aan Kafka! Meteen aan het begin van de roman zegt Ix: “Ik kan niet aansprakelijk gesteld worden voor mijn daden.”

Leuven
In het eerste deel gaat het over hoe Ix verzeild is geraakt bij de Organisatie Liefgenezen. Het verongelukken van zijn ouders samen met die van Nelson heeft Ix wees gemaakt. Alleen voor Nelson was er een vangnet. Ix studeerde filosofie in Leuven en ontmoet er journaliste Kraspunt. Zij heeft een dienstverband bij de openbare omroep en interviewt op een gegeven moment Nelson Liefgenezen, die naast muzikaal wonderkind, afgestudeerd in Oxford, oprichter is van een “organisatie die het kapitalisme zichzelf zou laten opvreten, ten dienste van de democratie. Nelson wilde het menselijke bewustzijn redden van de slavernij.” Alles in de maatschappij wordt beheerst door GCF, een aan Meta-refererend bedrijf. Alles wordt beheerst door algoritmes. De Organisatie wil GCF bestrijden. Daar is Ix het mee eens. In dit deel zitten er heerlijke verwijzingen naar onze maatschappij: “De ecologische voetafdruk van datacenters is ondertussen groter dan die van de vliegtuigindustrie”; “technologie moet in dienst van de mens staan, nu beslist de technologie hoe we gaan leven;” “vrijheid en politieke wil om het tij te keren daar hebben politici hun mond vol van, maar nog steeds schieten er reusachtige ondernemingen uit de grond.” De leden van de Organisatie hebben gemeen dat ze zich op een of andere manier vernederd voelen. Ze leven in een onafhankelijke wereld. Maar dan blijkt de wereld van de Organisatie net zo verstikkend.

Geschiedenis Magazine

Ix leeft in een volledig dystopische wereld. En wie is hij nu echt? Het tweede deel gaat over het Fundament, metafoor voor het hiernamaals, waar je met glazen voor je ogen en gevoed door een dodelijk glazuur de indruk krijgt tot een groter bewustzijn te behoren. Is het een product van GCF, zit Nelson hier achter? In ieder geval zijn het hier ook weer de algoritmes die alles bepalen. De verwijzingen naar AI en Meta zijn legio. Hoe kun je jezelf blijven? Het leidt tot een absurdistische apotheose. In het slotdeel, Cel geheten, vindt de reflectie van Ix plaats en vallen alle stukjes op hun plek: “Ik wilde leven volgens de leugen die waarheid werd doordat anderen die voor waarheid hadden aangenomen.”

Peter Sloterdijk
Minervini is filosoof en snijdt ook allerlei filosofische thema’s aan: over rouw (“rouwen betekent geconfronteerd te worden met de ogenschijnlijke onmogelijkheid zich aan te passen aan een drastisch ander leven”) , gekte, wat er gebeurt als je alleen bent, schaamte (“uit schaamte vloeit niets voort behalve eenzaamheid’). Centraal in de roman staat de kritische filosofie van Peter Sloterdijk, een toonaangevende hedendaagse filosoof. In Krank handelt het over zijn ‘Sferen-trilogie’ die gaat over allerhande menselijke levenssferen of leefruimten die ons omhullen en die maken wie we zijn. Als je de roman met deze filosofie in je achterhoofd leest, wordt veel duidelijk.

Dompel je onder in de wereld van dit verhaal, laat je meevoeren door de wervelende zinnen en de onvoorspelbare gebeurtenissen, laat alles landen. Om met Thomas Mann te spreken: “dit boek heeft alle ingrediënten in zich om je als lezer eens goed te kunnen amuseren.” Maar neem er de tijd voor. 580 pagina’s is veel. En dan is er die conclusie van Ix of Minervini: “Ik heb geleerd dat Kafka ons heeft geleerd dat wet en de moraal niet samengaan.”

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow