"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie kunst&cultuur: Lee Miller in print

Fotograferen wat je nooit gezien had willen hebben

Het woelige leven van de Amerikaans-Britse fotograaf Lee Miller (1907-1977) biedt genoeg stof voor een biopic, een speelfilm, die er trouwens ook daadwerkelijk komt. Van amateurfotografe en fotomodel ontwikkelde Miller zich tot assistent van de surrealist Man Ray en in WO2 zelfs als volwaardig oorlogsfotografe.

Het boek bij de kleine documentaire expositie in het Depot van Museum Boijmans-van Beuningen Rotterdam presenteert Miller via haar publicaties in chique damestijdschriften als Vogue en Harpers’s Bazaar.

Voortrekkersrol
Op zowel de expositie als in dit boek wordt Millers fotografisch oeuvre getoond met de oorspronkelijke artikelen in tijdschriften. Die invalshoek erkent de veelal genegeerde voortrekkersrol van het tijdschrift boven beschouwende boekpublicaties.

Miller was een ondernemend meisje uit een gegoed, kunstvriendelijk milieu. Ze reisde al vroeg naar Parijs. Met haar filmster-uiterlijk als Grace Kelly won ze redacteurs en fotografen voor zich.

Ze leerde  fotograferen en zag weinig onderscheid tussen high en low art en. Zo gebruikte ze de per ongeluk ontstaande de solarisatie-techniek (een vorm van overbelichting, waarmee Man Ray zich als kunstenaar profileerde) voor illustraties.

Surrealisme, een beproefd middel bij advertenties, paste ze ook toe. In 1943 liet ze fotomodellen met de schaars beschikbare kleding bijvoorbeeld poseren in een Londense winkel met opgezette dieren. Het surreële kleefde aan MIller en diende als haar pantser.

Boekenkrant

Omgekeerde openbaring
Met collega-fotograaf David Sherman volgde ze in 1944-45 het Amerikaans leger bij de bevrijding van Europa. Ze fotografeerde lijkenbergen in geopende concentratiekampen, bewijslast voor de Holocaust. Gestimuleerd door Britse overheidspropaganda werden de gruwelijke reportagefoto’s binnen het gebruikelijke format van het damesblad gepubliceerd; identiek gereproduceerd in dit boek.

De fotoreportage kwam in de zomer van 1945 in Santa Monica onder ogen van de latere essayiste Susan Sontag, toen 12 jaar. Het toevallig bladeren veroorzaakte een “cesuur en een omgekeerde openbaring,” constateerde Sontag in haar invloedrijke bundel On Photography (1977).

Millers holocaustfoto’s (want die waren het) raakten Sontag als messteken. Allereerst vanwege het haarscherpe bewijs dat zoiets gruwelijks echt gebeurd moest zijn. Iets dat (on)mensen aangericht hadden. Vervolgens dat iemand dít had gefotografeerd. Het op een netvlies gefixeerde beeld bracht als vermenigvuldigde ‘foto-ervan’ eenzelfde fixatie en verdoving teweeg bij iedereen die het te zien kreeg.

PTSS
Lee Miller liet zich in april 1945 door Sherman fotograferen in de badkuip van Adolf Hitlers privéresidentie in München. Ze kon professioneel fotografe blijven, maar hield zich ondertussen staande met drugs. Sherman ried haar aan terug te gaan naar haar man. Op het naoorlogse Engelse platteland koos ze het kalme gezinsleven met als enige hoogtepunten de artistieke contacten van haar man. Tenslotte schreef en fotografeerde ze incidenteel culinaire kleurenreportages voor House & Garden.

In 1992 exposeerde het Stedelijk Museum Amsterdam een oeuvre-tentoonstelling met de foto’s van Lee Miller. Haar zoon Antony Penrose was aanwezig bij de (slecht bezochte) persconferentie.

Ondanks de reputaties van zijn multi-getalenteerde moeder en bevlogen vader Ronald, promotor van Picasso en de surrealisten in Engeland, bleek Penrose junior introvert en kleurloos.

Toch ontpopte hij zich tot zijn moeders pleitbezorger. Als zoon kende hij haar aanvankelijk – zo bekende hij – als een sacherijnige, drankzuchtige vrouw die voornamelijk op de bank lag. Dat Lee Miller een glorieus verleden had, vertelde ze hem niet.

Ook in dit boek staat de treurige anekdote die Penrose destijds aanhaalde. Toen Lee, na de oorlog, zich bij de huisarts over haar saaie huisvrouwen-leven beklaagde zei deze:

“U verwacht toch niet dat we voor u de Tweede Wereldoorlog maar moeten hadden laten voortduren?”

De serieuze verschijnselen die Miller kwelden noemen we nu het post traumatisch stress syndroom. Door hun uitputtende documentatie geven conservator Saskia van Kampen en aanvullende auteurs waaronder Antony Penrose Lee Miller definitief het podium dat ze verdient.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en Alleroogen

Expositie in Depot Museum Boijmans van Beuningen tot 18 februari 2024, www.boijmans.nl