"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie geschiedenis: Lentz

Dinsdag, 30 januari, 2024

Geschreven door: Jurriën Rood
Artikel door: Ger Groot

Het leven van een naïeve ambtenaar

Was Jacques Lentz een naïeve dienstklopper die werd meegesleept door waar hij goed in was? Vóór en vooral ín de Tweede Wereldoorlog bewees hij de bezetter een prachtige dienst door een identificatiebewijs te ontwikkelen dat uiterst moeilijk te vervalsen was. En vooral door een bevolkingsregistratie op te zetten waarmee joodse Nederlanders moeiteloos konden worden opgepakt. 

Filosoof
In Lentz beschrijft filmmaker, filosoof en essayist Jurriën Rood diens leven, reconstrueert hij zijn bureaucratische strijd en carrière, en werpt hij vooral de vraag op naar dienst schuld. Een ‘Nederlandse Eichmann’ was Lentz niet, maar een naïeve ambtenaar evenmin. Hij werd gedreven door ambitie, ingegeven door zijn lage afkomst in een wereld die nog geheel in standen dacht. En hij bleek daarin zeer gewiekst. Maar is dat een excuus? 

In een viertal filosofische excursen werpt Rood de schuldvraag expliciet op. Ja, het kwaad bestaat, ook al kan het ‘onnadenkend’ zijn. Of het kan ‘systemisch’ worden en zo mensen meeslepen louter doordat zij binnen dat bestel functioneren. Dat neemt niet weg dat mededogen een fundamentele menselijke eigenschap en tegelijk een mensenplicht is. 

Actualiteit
Tussen biografie en filosofie in roept Jurriën Rood vragen op die nog altijd pijnlijk zijn. Ook in onvergelijkbaar minder verschrikkelijke omstandigheden dan de ‘Endlösung’ doen die zich gelden. We hoeven niet héél ver in de actualiteit terug te gaan om mét de slotzin van zijn wijsgerige intermezzo’s vast te stellen dat ook binnen een hiërarchische bureaucratie  “ambtelijk optreden heel wel kan samengaan met het tonen van medeleven”. Kán – maar niet altijd doet.

Hereditas Nexus

Ook verschenen op Twitter/X en Linkedin