"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie levensbeschouwing: Gevangen in nooit genoeg

Zondag, 3 maart, 2024

Geschreven door: Arjan van Dam
Artikel door: Wolter Huttinga

Oefenen in zelfbeheersing

De auteur

Arjan van Dam is psycholoog en trainer die zich vooral heeft toegelegd op arbeids- en organisatiepsychologie. Zo houdt hij zich bezig met de ervaring van werkstress, de doelen die mensen nastreven in hun werk en de rol van presteren. Eerder schreef hij het boek De kunst van het falen: Hoe je door effectief leren succesvol kunt presteren.

Thematiek

De ondertitel van zijn vorige boek doet de wenkbrauwen fronsen. Dat klinkt wel extreem maakbaar, als een oudbakken cliché van managementpraat. De auteur begint dit boek met dezelfde aarzeling bij zijn vorige werk. Dat idee van permanente groei, steeds betere prestaties, jezelf blijven ontwikkelen, moeten we dat niet eens kritisch bevragen? Dat vormt de inzet van dit boek. Waarom hebben wij mensen een onstilbaar verlangen naar meer, altijd maar meer?

Het is onderhand een bekend verhaal: onze overmatige consumptie en productie put de aarde uit. Maar het put ook onszelf uit. Hoewel er een duidelijk verband is tussen toename van welvaart en het welbevinden van mensen, zit daar ook een grens aan. We werken ons kapot voor nog meer bezit, voor nog meer geld, om uiteindelijk – hoe paradoxaal – meer ‘vrije tijd’ te krijgen.

Yoga Magazine

Het aardige van dit boek is dat Van Dam deze karaktertrek van de mens puur psychologisch probeert uit te leggen, met een hele hoop verhaaltjes en voorbeelden uit psychologisch onderzoek. Naar analogie van de bekende rups in het kinderboek noemt Van Dam ons ‘mensje nooitgenoeg’.

Ons probleem

We bezitten nog altijd de mindset van de jager-verzamelaar en kunnen daarom heel moeilijk omgaan met de overvloed aan voedsel en bezit die ons de hele dag wordt gepresenteerd.

Dat wat je werkelijk nodig hebt, is echter iets heel anders dan dat wat je voortdurend geleerd wordt te verlangen, zo luidt de boodschap. De drie psychologische processen die daarin actief zijn, noemt Van Dam imitatie, sociale vergelijking en gewenning. Pas als ik zie dat de ander iets heeft, wil ik het ook hebben.

En we vergelijken onszelf liever met ‘de buurman’ dan met mensen ver weg. Het is fijner om 100.000 euro te verdienen in een omgeving waar 50.000 de norm is dan om miljonair te zijn tussen miljardairs. Verder maakt de overgang van gebrek naar welvaart de mens wel korte tijd gelukkiger, maar je went ook angstwekkend gauw aan nieuw bezit. En dan? Verlangen naar nog meer dus.

De oplossing

Pas in het laatste hoofdstuk schetst de auteur enkele helpende richtingen. Dat is voorzichtig uitgedrukt, want een oplossing kun je het niet echt noemen. Samengevat moedigt Van Dam ons aan om meer ‘autonomie’ te pakken in ons leven. Wees er bewuster van door wie of door wat je je laat beïnvloeden. Verlangen naar altijd maar meer is immers aangeleerd, het is geen natuurlijk gegeven. Dan kun je je ook oefenen in zelfbeheersing en in het waarderen van andere dimensies van levensgeluk dan alleen maar de factor ‘bezit’.

Reden om dit boek niet te lezen

Nadat ons probleem zo diepgaand, uitvoerig en herkenbaar is neergezet, is de oplossingsrichting wel echt mager. De ondertitel belooft een recept voor een tevreden leven, maar biedt vooral een analyse die onderstreept hoezeer we in de puree zitten.

Precies op het punt waar Van Dam een uitweg uit consumeer- en bezitsdrift schetst, stipt hij heel voorzichtig ook enkele spirituele bronnen en waarden aan, maar daar blijft het bij. De puur individueel-psychologische aanpak stuit hier op een grens. Verlangen naar bezit gaat ook over de vraag wat ons als mens gelukkig maakt, een thema dat het boek uitvoerig in psychologische termen bespreekt. Dat dit alles over zingeving gaat en volop raakt aan de grote spirituele tradities blijft in dit boek echter terra incognita.

Reden om dit boek wel te lezen

En toch is het ook wel eens leuk om een puur psychologisch verhaal over de hang naar bezit en consumptie te lezen. Van Dam slaagt erin om heel toegankelijk te schrijven over deze soms best wel complexe materie.

Ik hoor veel religieus geïnspireerde verhalen over degrowth, tevreden zijn en eenvoud, maar laten we de nuchtere psychologische tips niet vergeten. Als je makkelijk in de verleiding komt om te veel koekjes te eten, zet ze dan ook niet de hele tijd op tafel! Een passende boodschap in de veertigdagentijd, me dunkt.

Eerder verschenen in Trouw