"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie maatschappij & geschiedenis: Le Congolais, pire ennemi du Congo

Dinsdag, 9 januari, 2024

Geschreven door: Jean-Pierre Nzeza Kabu Zex-Kongo
Artikel door: Jef Abbeel

Succes van de Belgen en het falen van de Congolezen

Jean-Pierre Nzeza Kabu Zex-Kongo is professor aan de universiteit van Kinshasa. Hij constateert dat Congo in 1960 het meest welvarende en meest ontwikkelde land van Afrika was en dat het nu tot de armste van de wereld behoort. Hoewel hij principieel tegen kolonialisme is, zegt hij: de Belgen zorgden voor succes, de Congolezen voor miserie en onzekerheid. 

Zijn boek bestaat uit twee delen: 1.Verklaringen voor het succes van de Belgen en 2.Verklaringen voor het falen van de Congolezen.

Ambtenaren
De Belgen installeerden een goed werkende administratie, met hooggeschoolde ambtenaren en degelijke missieposten. De ambtenaren legden wegen aan en onderhielden ze ook. De missionarissen zorgden voor onderwijs en medische centra. De gezondheidszorg en het onderwijs waren gratis. Met tabellen toont hij de plaats van Congo in de wereldeconomie in 1959. Het BBP was toen het grootste van Afrika. Het succes van de Belgen verklaart hij door twee talenten: organiseren en leiding geven. Tegelijk noemt hij de negatieve kanten: weinig vrijheden en geen burgerrecht voor de Congolezen, uitbuiting en verlaging van de inwoners tot minderwaardige mensen.

Deel twee gaat over de periode van de onafhankelijkheid: 1960 tot nu, waarin Congo ‘un enfer sur terre’ werd.

Yoga Magazine

Rellen
In de jaren 1960-1965 werd alles verwoest wat opgebouwd was. Bij de rellen kwamen 500.000 Congolezen om en werd de infrastructuur vernield door de Congolezen. Mobutu liet de koloniale monumenten omverhalen en alle koloniale namen vervangen door Congolese. 

Nzeza zoekt de oorzaken in drie dingen: de grondwetten, de mensen en de (ontbrekende) investeringen. 

De grondwet van 1960 noemt hij slecht omdat ze geen duidelijke keuze maakte tussen federalisme en eenheidsstaat. De rellen wijt hij aan het lage niveau van het nationaal geweten, de theorie van het Belgisch complot en de middelmatige scholing van het Congolese politieke personeel. Mobutu beschuldigde de Belgen ervan dat ze een grondwet opgesteld hadden die te weinig macht gaf aan de president en te veel aan de zes provincies, met als doel Congo uiteen te doen vallen.

Vrede
De nieuwe grondwet van 1967 was niet beter: ze gaf de absolute macht aan Mobutu. Hij creëerde wel een Congolese natie en een langdurige vrede van 33 jaar. Mao leerde hem in 1973 dat hij de economie moest nationaliseren. Dat werd een groot fiasco doordat de Congolezen alles opsoupeerden en geen belastingen betaalden. 

Na de val van Mobutu in 1997 volgde weer een zwart decennium van oorlogen, invasies en plunderingen, genocide door Oeganda en Rwanda. In Oost-Congo plunderen 70 à 120 gewapende bendes straffeloos goud, diamant, coltan, tropisch hout, koffie, cacao en ze begaan er de ergste wreedheden, vooral op meisjes en vrouwen. Meer dan 5 miljoen mensen zijn er op de vlucht gejaagd. Ook dit wijt Nzeza aan de grondwet. 

De grondwet van 2006 moest het land herenigen en tot vrede brengen. Franse experts stelden aanpassingen voor in de richting van een democratische rechtsstaat i.p.v. een presidentiële dictatuur, maar de politici dachten enkel aan zelfverrijking. 

Armoede
Nzeza beweert dat de grondwet leidde tot extreem geweld tussen stammen, plundering van grondstoffen en extreme armoede. Maar ik vermoed dat de schuld dan toch eerder bij de mensen ligt dan bij de grondwet of bij de splitsing van de provincies. Nzeza denkt dat de senatoren, de auteurs van de grondwet van 2006, het land verdeeld hebben om zichzelf in de nieuwe provincies te verrijken. De buurlanden Rwanda, Oeganda en Angola plunderen de rest: goud, coltan, petroleum en gas. 

Op de index van de menselijke ontwikkeling staat Congo nu op plek 175 van de 191 landen. En het blijft het armste van de wereld, met toenemende ondervoeding. De auteur citeert genoeg bronnen als bewijs. 

Verkiezingen worden telkens vervalst: de president controleert de kiescommissie (CENI)  en is dus telkens de winnaar. In 2021 deelde Tshisekedi  500 auto’s uit om de parlementsleden aan zich te binden. En hij misbruikt de rechterlijke macht om concurrenten uit te schakelen. 

Brussel
Nzeza geeft ook zijn oordeel over het onderwijsniveau van de machthebbers. Blijkt dat ze sinds 1960 enkel ‘post-primaire’ gestudeerd hebben: lager onderwijs en vier jaar middelbaar. De huidige president was 20 jaar ‘student’ in Brussel, maar haalde er geen enkel diploma. Nzeza zegt: “De machthebbers hebben niet de minimale algemene vorming noch het minimum aan intellectuele capaciteiten”. Dat lijkt mij een gevaarlijke uitspraak in een land zonder persvrijheid. 

Ook hooggeschoolde kaders ontbreken: het universitair onderwijs is ondermaats en bereidt niet voor op efficiënte uitoefening van topjobs. Promoties gebeuren op basis van nepotisme, tribalisme en corruptie. En de besten vluchten naar het buitenland. Gevolg: de openbare diensten zijn één puinhoop. Het personeel is niet gewetensvol, knoeit en steelt op het werk en moet permanent gecontroleerd worden.

Corruptie
Een ander probleem is het gebrek aan kapitaal en aan buitenlandse investeringen. Het eerste komt door de kleptomanie op grote schaal: politici roven de centrale bank en de ministeries leeg. Door corruptie verliest Congo elk jaar 15 à 20 miljard $! Naast kleptomanie en corruptie is er ook wanbeheer op grote schaal, met een overvloed aan politici en medewerkers. De president en de ministers overschrijden hun budget met 78 tot 411%! Het Rekenhof staat machteloos. Zulke toestanden doen serieuze buitenlandse investeerders wegvluchten.

De auteur spreekt duidelijke en voor iedereen verstaanbare taal. Zijn boek is goed gestructureerd. 

Moorden
Hij overschat de rol van de grondwetten in alles wat er is mis gegaan in Congo: het zijn vooral de machthebbers en krijgsheren die de fouten maken. Een vorm van autonomie is geen reden om te moorden of wreedheden op meisjes te begaan. Hij geeft geen waardeoordeel over de vaders van de onafhankelijkheid, Kasa-Vubu en Lumumba, behalve dan over hun lage scholing. Mobutu krijgt wel kritiek op zijn nationalisaties. 

De twee kaarten zijn niet duidelijk. De tabellen spreken wel voor zich. De bibliografie is indrukwekkend: de schrijver heeft  veel werk verricht.

Aanbevolen voor  onze politici, voor onze activisten die alle schuld op de Belgen schuiven en voor al wie wil meepraten over Congo

Ook verschenen op Jef Abbeel