"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie misdaad: Mijn vriend de seriemoordenaar

Vrijdag, 6 oktober, 2023

Geschreven door: Ann Rule
Artikel door: Marnix Verplancke

Ted Bundy, de beruchte seriemoordenaar

Ted Bundy was een van de beruchtste en charmantste Amerikaanse seriemoordenaars die zelfs in de rechtszaal honderden groupies bespeelde met een glimlach. Ann Rule kende hem persoonlijk en schreef een fascinerend boek over hem. 

Toen Nita Neary op zondag 15 januari 1978 rond een uur of drie in de ochtend terugkwam van een bieravond aan de Florida State University en de achterdeur openstak van het meisjesstudentenhuis waar ze woonde, hoorde ze op de eerste verdieping iemand door de gang hollen. Raar, dacht ze, want ze zag geen van haar 38 medebewoonsters van het huis zoiets middenin de nacht doen. Dus ging ze voorzichtig richting de hal, waar ze een slanke man met een blauwe bivakmuts over het hoofd en een ruwhouten knuppel in de hand de trap af zag komen stommelen, waarna hij door de voordeur verdween. 

Samen met de inmiddels wakker geworden Nancy ging Nita vervolgens op verkenning uit. Ze stapten gewapend met een paraplu de trap op en zagen Karen uit kamer nummer 8 komen wankelen, het bloed uit haar hoofd gutsend. Nancy wikkelde een handdoek rond haar hoofd en bracht haar weg, waarna Nita de kamer binnenging die Karen deelde met Kathy, en ook dat meisje onder het bloed aantrof. Naderhand zou blijken dat beiden scheur- en steekwonden hadden in het gezicht, een aantal schedelbreuken en gebroken kaken en tanden.

Haarspray
Maar Karen en Kathy kwamen er nog goed vanaf. Toen de toegesnelde politie de meisjes op de benedenverdieping verzamelde bleken er twee te ontbreken, Lisa en Margaret. De agent die Lisa in bed aantrof dacht aanvankelijk dat ze sliep. Ze lag op haar zij, de deken opgetrokken tot over de schouders. Maar toen ze niet wakker werd en hij de deken ophief, zag hij een bloedvlek. Lisa was gewurgd met een nylonkous en vertoonde op verschillende plaatsen diepe bijtwonden. Haar rechtertepel was er bijna afgescheurd. Haar onderlichaam was rauwe en bloederig omdat ze zowel vaginaal als anaal verkracht was met een bus haarspray. O nee, Margaret, schoot het meteen door het hoofd van de andere meisjes, en ook zij werd even later in haar bed gevonden, eveneens gewurgd en haar schedel in gruzelementen geslagen zodat haar hersenen voor iedereen zichtbaar op het hoofdkussen lagen. 

Boekenkrant

De dag nadien was de bloederige overval op de meisjes van het Chi Omega-studentenhuis vanzelfsprekend de talk of the town. Iedereen had het erover, zo ook Henry en Rusty twee bewoners van The Oak, een pension dat slecht een paar blokken verwijderd lag van het studentenhuis. Dit was het werk van een krankzinnige die ergens ondergedoken zat voor de politie, waren ze het eens, tot Chris Hagen, die nog maar een week in het pension verbleef, hen onderbrak. “Dit lijkt me eerder het werk van een professional,” meende hij, “iemand die zoiets eerder heeft gedaan en er wellicht al lang vandoor is.” Misschien had hij wel gelijk, dachten Henry en Rusty. Tijdens de gesprekken die ze al hadden gevoerd, had hij hen verteld dat hij rechten had gestudeerd en veel beter op de hoogte was van misdaad en straf dan die lui van de politie. “Ik kan me overal uit redden,” had hij er nog aan toegevoegd,” want ik ken alle trucjes.” Ze hadden het als opschepperij beschouwd, maar ergens was er toch ook iets van blijven hangen. 

FBI
Waar Hagen zich echter niet uit wist te redden, was een futiele politiecontrole een maand later. Een politieagent zag een oranje VW kever uit een doodlopend steegje komen dat uitgaf op de achterkant van een restaurant. Aangezien hij de buurt kende en die kever niet, vond hij dat verdacht en achtervolgde hij de auto, intussen inlichtingen opvragend over de nummerplaat. Die bleek gestolen te zijn, net als de auto, en dus zette de agent de kever aan de kant.“Kenneth Raymond Misner,” zei de chauffeur zelfverzekerd toen de agent hem zijn naam vroeg en na het doorzoeken van zijn bezittingen kwamen er maar liefst drie volledige series legitimatiebewijzen op naam van vrouwelijke studenten tevoorschijn, samen met 21 gestolen creditcards. Het kat en muisspel over de ware identiteit van de chauffeur sleepte een hele tijd aan, tot Misner/Hagen het beu was en vol trots zei dat hij in feite Ted Bundy heette, wat hem meteen een kanjer van een teleurstelling opleverde omdat die naam bij de drie rechercheurs die hem ondervroegen geen belletje deed rinkelen. Stond hij dan niet op de FBI-lijst van de tien meest gezochte misdadigers van Amerika? En was hij niet de man voor wie het woord seriemoordenaar zowat was uitgevonden? Toen een FBI-agent hem een paar jaar later zei dat er 36 slachtoffers op zijn conto stonden, antwoordde hij doodleuk: “Zet er maar een cijfertje voor, dan kom je pas echt in de buurt.”

Theodore Robert Cowell zoals hij bij zijn geboorte op 24 november 1946 in Burlington, Vermont heette, was de zoon van Eleanor Louise Cowell, die op haar 22e ongewenst zwanger was geworden van “een zeeman”, zoals de jonge vrouw het zelf zei. Hij werd opgevoed door zijn grootouders en kreeg te horen dat Eleanor zijn oudere zus was, de zus die hem toen hij vier werd meenam naar Tacoma, Washington, 5000 kilometer verderop. Een jaar later trouwde ze met Johnnie Bundy, een kok op wiens “domheid” haar zoon zijn hele leven neerkeek, maar die hem wel adopteerde en dus ook een nieuwe familienaam bezorgde. 

Psychologie
Omdat hij ervan overtuigd was dat China in de toekomst op wereldvlak een grote rol zou gaan spelen, ging Ted na zijn secundair onderwijs Chinees studeren aan Washington University, waar hij in 1967 Stephanie Brooks ontmoette, het bloedmooie meisje dat ongewild de rest van zijn leven zou bepalen. Ze was groot, slank, had een fijn gezicht en lang haar met een middenscheiding. Gedurende een jaar vormden ze een koppel, tot Stephanie afstudeerde en terugkeerde naar haar Californische gefortuneerde familie. Dat Ted uit de lagere klasse kwam vormde een barrière tussen hen, maar dat hij ook nog eens weinig ambitie toonde, van het ene baantje naar het andere zwierf, hier en daar wat stal en met de regelmaat van de klok tegen haar loog maakte de breuk onafwendbaar. In de zomer van ’68 verbrak Stephanie de relatie en besliste Ted om van Chinees op psychologie over te stappen. Hij huurde een kamer bij Freda en Ernst Rogers die hem vijf jaar lang behandelden en liefhadden als hun eigen zoon. En Ted was natuurlijk ook een schat, met zijn open, knappe gezicht en zijn bruine krullen, een vriendelijke, behulpzame jongeman die het nog ver zou schoppen in het leven, meende iedereen, want hij was ook bijzonder slim. Aan de universiteit behoorde hij steevast tot de beste 1% van de studenten, vandaar dat zijn professoren hem na drie jaar niet graag naar de faculteit rechten zagen verhuizen. Maar ze gaven hem wel een mooie aanbevelingsbrief mee: “Hij is uitzonderlijk intelligent, voorkomend, bijzonder gemotiveerd en nauwgezet,”schreven ze, “Hij gedraagt zich meer als een jonge beroepskracht dan als een student. Hij kan zich volledig ergens voor inzetten en vanwege zijn intellectuele nieuwsgierigheid is het een plezier om met hem samen te werken.”

Politiek
Dat zo iemand in de politiek terecht zou komen, stond natuurlijk in de sterren geschreven, en omdat hij een conservatieve republikein was die eerder in de parlementaire weg van de verandering geloofde dan in de in zijn tijd zo populaire proteststem van de straat, lag ook meteen vast voor welke partij dit zou zijn. In 1972 zette hij zich in voor de verkiezingscampagne van de Republikeinse gouverneur van Washington, wat hem nadien een plekje opleverde in de Adviescommissie voor Misdaadbestrijding in Seattle, een commissie die hij trouwens vanaf januari 1973 zou leiden. In april van dat jaar werd hij ook de persoonlijke assistent van Ross David, de voorzitter van de Republikeinse Partij in de staat Washington. Voor een werkstudent rechten die het jaar ervoor twee dollar per uur kreeg bij de telefonische hulpdienst van het Crisiscentrum van Seattle, waar hij vooral te maken kreeg met mensen op de rand van een zelfmoord, was dat niet slecht. 

Het was trouwens in dat crisiscentrum dat hij kennismaakte met Ann Rule, een bijna 40-jarige moeder van vier die op een echtscheiding afstevende en in de late avonden wat wilde bijverdienen. Overdag was ze freelance schrijfster voor True Detective Magazine en volgde ze vooral moordzaken op. Over een stuk of 800 had ze al verslag uitgebracht, waardoor ze soms door de politie ingeschakeld werd bij het oplossen van lopende zaken. Het klikte meteen met Ted, die hoogst gefascineerd was door haar werk en het afwijkende gedrag van een aantal moordenaars. Maar er was meer, aldus Rule in Mijn vriend de seriemoordenaar dat ze over hem schreef en waarvan net een nieuwe editie is verschenen. Je kon moeilijk niet bevriend raken met Ted, zo innemend en zachtaardig was hij. Zelfs toen hij in de gevangenis zat en het bewijsmateriaal tegen hem zich torenhoog opstapelde twijfelde ze soms nog aan zijn schuld.

Brutaal
Op amoureus vlak ging het Ted intussen ook voor de wind. In de herfst van ’69 had hij Meg Anders ontmoet, een gescheiden vrouw van goede komaf met een dochtertje. Zij was meteen smoor op hem en samen smeedden ze trouwplannen. Ted deed dat zelfs op meerdere vlakken, want zonder dat Meg ervan wist was hij ook weer opgedoken in het leven van Stephanie, met wie hij zich eveneens verloofde. Na zijn politieke blitzcarrière zag zij opeens wel brood in hem. Tot hij haar eind ’73 als een baksteen liet vallen. Van de ene dag op de andere verbrak hij alle contact, als wou hij wraak nemen door haar te laten voelen wat ze hem zes jaar eerder had aangedaan toen ze hem brutaal de deur wees. 

Rond die tijd verdween in Seattle Kathy Devine, een meisje van vijftien dat er eerder achttien uitzag. Ze werd het laatst levend gezien toen ze stond te liften in de richting van Oregon en in een kleine open bestelauto stapte met een mannelijke chauffeur achter het stuur. Goed twee weken later werd haar lijk in een park gevonden, gewurgd en verkracht, waarbij de achterkant van haar spijkerbroek van haar middel tot aan het kruis met een scherp voorwerp was opengesneden. 

Spoorloos
Kathy was de eerste van een reeks. Op 4 januari 1974 werd Joni overvallen in haar slaap. Eerst werd ze bewusteloos geslagen met een metalen stang die de dader uit haar bed had getrokken. Daarna ramde hij die stang in haar vagina, waarbij zware schade werd veroorzaakt aan haar inwendige organen. Joni overleefde het, maar hield er wel een hersenbeschadiging aan over. Minder geluk had Lynda, een 21-jarige radio-dj, die eind januari spoorloos verdween en wiens lijk pas jaren later werd teruggevonden, net zoals Donna, een fluitiste goed genoeg om in een symfonieorkest te spelen die begin maart op weg was naar een jazz-concert en spoorloos verdween. 

En zo ging het maar door. Tegen de zomer van ’74 waren er acht slachtoffers, allemaal knappe studentes die groot en slank waren, een fijn gezicht hadden en lang haar met een middenscheiding. De verdwijningen volgden elkaar steeds sneller op, waarbij het soms onvoorstelbaar was hoe efficiënt de ontvoerder te werk ging. Zo was er bijvoorbeeld Georgeann, die slechts dertig meter diende te stappen tussen het ontmoetingscentrum waar ze met een paar vrienden had afgesproken en haar studentenflat. Ze namen afscheid aan de deur van het centrum, waarna de achterblijvers haar nog een meter of vijftien nakeken alvorens zich om te draaien, en toch bereikte ze haar flat niet. 

Verdachten
Helemaal te gek maakte de ontvoerder het op 14 juni, toen hij maar liefst twee vrouwen meelokte, vermoordde en verkrachtte, een om half één en een om half vijf, en dat in een park waar op dat moment 40.000 mensen aanwezig waren. Nadien wisten een paar andere meisjes te vertellen dat ze aangesproken waren door een knappe man met bruine krullen die zich voorstelde als Ted en zei dat hij moeite had om zijn boot van zijn auto te halen. Zouden ze hem niet even willen helpen? De auto was een bronskleurige VW kever, zeiden ze, en ze hadden het griezelig gevonden dat de passagiersstoel weggehaald was. Op basis van hun getuigenissen werd een compositiefoto gemaakt van Ted de dader, waarin zowel Ann, Meg als Bundy’s collega’s meteen hun Ted herkenden. Er werden veel grappen over gemaakt, maar Ann en Meg gaven hem aan bij de politie, waarna hij op een lijst van 2400 verdachten terechtkwam. 

Uiteindelijk werd Ted gearresteerd, nadat hij tientallen vrouwen had vermoord en verkracht in vijf verschillende Amerikaanse staten. Hier en daar, diep in de bossen, liet hij kleine ‘kerkhofjes’ achter, waar nadien soms drie of vier schedels en hopen botten werden gevonden. Zelf wist hij perfect waar de lijken lagen, want soms keerde hij ernaar terug. Dan bracht hij oogschaduw aan op de dode gezichten, smeerde rouge op rottende wangen en lipstick op loslatende lippen, waarna het necrofiele feest kon beginnen. 

Breekijzer
Aan dat alles kwam een einde op 16 augustus 1975, toen een agent middenin de nacht een verdachte VW kever controleerde en een tas vol inbrekersmateriaal aantrof op de plek waar normaal de passagiersstoel zou staan. De agent vond een breekijzer, maskers, handschoenen, een ijspriem en uiteindelijk ook een paar handboeien. Wat toch wel raar was. Op het bureau vielen de stukjes van de puzzel in elkaar en Ted Bundy verdween achter de tralies. 

Na een eerste proces voor een mislukte ontvoering, daarbij hij tot zijn oprechte ontsteltenis schuldig wordt bevonden, volgde een tweede, voor een moord, en Bundy deed waar iedere aangeklaagde van droomt. Op 7 juni 1977 sprong hij tijdens een stil moment van de hoorzitting door een raam van het gerechtsgebouw en zette het op een lopen. 

Hoe gek het ook moge klinken, door zijn sympathieke uiterlijk en zijn arrogante, maar slimme gedrag, waarbij hij de rechercheurs en de aanklager regelmatig voor schut zette, was Bundy inmiddels uitgegroeid tot een volksheld. Er werden gedichten geschreven over zijn ontsnapping, rondborstige dames trokken t-shirts aan met daarop “Ted Bundy is een vluggertje” en een restaurant zette Bundy Burgers op het menu. Wanneer je het broodje opendeed, bleek het vlees verdwenen. Er werd zelfs een Bundy Cocktail verkocht, bestaande uit rum, tequila en twee Mexicaanse springbonen. 

Cipier
Ted werd al gauw weer ingerekend en naar een veiliger gevangenis gebracht, maar op 30 december 1977 was hij alweer weg. Een zelfgemaakte opening van 30 op 30 cm gaf hem toegang tot het vals plafond van zijn cel en zo ook van de hele gevangenis. Hij stal de kleren van een cipier, wandelde rustig naar buiten en zat voor iemand ontdekte dat hij ontsnapt was in Florida, in The Oak dus, waar hij als Chris Hagen Henry en Rusty vertelde dat hij zich overal uit kon redden en alle trucjes kende. 

Het was al heel vroeg misgegaan met Ted Bundy, gaat Ann Rule op zoek naar de redenen voor zijn gedrag. Hij was een psychopaat zonder enig geweten die dingen belangrijker vond dan mensen en dat allemaal doordat hij als kind keer op keer zijn verlangen naar liefde en geborgenheid bedrogen zag worden. Zijn moeder liet hem als baby in de steek en zijn ouders bleken helemaal zijn ouders niet te zijn. In feite keek hij alleen op naar machtige mannen, met als archetype zijn grootvader, die bijzonder gewelddadig uit de hoek kon komen. De eerste breuk met Stephanie Brooks had hem de finale slag toegebracht. Vandaar dat al zijn slachtoffers op haar leken. Dat hij zijn slachtoffers vaak seksueel misbruikte had niets met lustbevrediging te maken, maar wel met vernedering. Iedere moord was een moord op Stephanie, maar verlichting volgde er nooit. De leegte in hemzelf werd er alleen maar groter door. 

Tandensporen
En tezelfdertijd was er zijn hang naar zelfvernietiging natuurlijk, zoals die bij veel seriemoordenaars voorkomt, alsof zij ook zelf willen dat er zo snel mogelijk een einde komt aan het moorden. Dat hij keer op keer zijn advocaten ontsloeg en zijn kansen daardoor de grond inboorde, was geen toeval. En het einde kwam er, misschien zelfs vroeger dan hij hij wou, want hij kon zo genieten van de honderden groupies in de rechtszaal die bijna in katzwijm vielen telkens hij een glimlach hun richting uitwierp. Echt sluitend bewijs voor zijn daden had met nooit gevonden. Hij bewaarde geen souvenirs aan zijn slachtoffers en liet geen sporen achter, behalve die keer in het Chi Omega-studentenhuis, toen hij Lisa op verschillende plekken beet en daarbij zijn persoonlijke en unieke tandensporen achterliet op haar lichaam. Die werden hem uiteindelijk fataal.

Ted Bundy stierf op 24 januari 1989 op de elektrische stoel, bijna tien jaar nadat hij de doodstraf had gekregen die hij mits alle mogelijke procedures had proberen ontlopen. Zoals iedereen was hij bang. Geen mens houdt zich sterk bij het aanschouwen van de dood. Wellicht was hij al vergeten wat hij veertien jaar eerder, nadat hij voor de eerste keer was gearresteerd met inbrekersmateriaal in de auto, aan de telefoon tegen Ann Rule had gezegd: “Ik zit een beetje in de problemen, maar het zal wel loslopen. Als er iets verkeerd gaat, zul je het wel in de krant lezen.” 

Voor het eerst gepublieerd op Bazarow