"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Onbepaald door het lot

Vrijdag, 12 januari, 2024

Geschreven door: Imre Kertesz
Artikel door: Guido Goedgezelschap

Auschwitz door de ogen van een zestienjarige

“‘Reds di Jiddisch?’ ‘Natuurlijk.’
‘Waarom antwoord je op alles wat ik zeg “natuurlijk”, mijn beste jongen, terwijl we het over zaken hebben die helemaal niet natuurlijk zijn?’ ‘In een concentratiekamp zijn ze wel natuurlijk.’”

Dit gesprek had György Köves (16 jaar) met een journalist toen hij teruggekeerd was naar Boedapest. Een jaar, drie concentratiekampen… “Ja, ik zou mijn leven voortzetten, hoe onmogelijk dat ook was.”

Eerst moest vader gaan
György Köves hoefde niet naar school. Er zou afscheid worden genomen van zijn vader die door de nazi’s werd opgeroepen voor de arbeidsdienst. Het is dan al 1944.  De hele familie, behalve de biologische moeder van György, is aanwezig voor een laatste avond samen. De volgende dag zou vader vertrekken, een onzekere toekomst tegemoet.

Shell Olieraffinaderij
De bombardementen op Boedapest nemen toe, de Joden worden steeds meer geviseerd. De schooltijd van György zit erop en samen met andere Joodse jongeren wordt hij tewerkgesteld in de Shell Olieraffinaderij. Met een speciaal pasje kunnen zij dagelijks van het ene naar het andere stadsdeel reizen met de bus. Maar ook daaraan komt abrupt een einde. Het verschrikkelijke treintransport naar Auschwitz is onvermijdelijk.

Hereditas Nexus

Nobelprijs
De Hongaarse auteur Imre Kertész (1929-2016) won in 2002 de Nobelprijs voor Literatuur. Hij overleefde de gruwel van het naziregime en de Holocaust en ontpopte zich als vertolker van zijn ervaringen in de kampen, een schrijver van het onbeschrijflijke. Aanvankelijk was dit boek in Hongarije niet populair. Volgens de uitgeverij was het literaire niveau niet hoog genoeg en voelde het nogal ongemakkelijk aan voor de lezer. Duitse, Engelse en Nederlandse vertalingen brachten daar verandering in. Onbepaald door het lot wordt beschouwd als een van de indrukwekkendste werken in de Holocaustliteratuur.

Perspectief
De Holocaust: duizenden boeken zijn er over geschreven. Maar niet veel literaire publicaties over dit onderwerp gebruiken het vertelperspectief van een 16-jarige jongeman. En dat jeugdig perspectief maakt nu juist dat sommigen zich ongemakkelijk voelen tijdens het lezen van dit boek.

De jonge György bekijkt het leven anders dan volwassenen. Hij is onschuldig, misschien té naïef, maar vooral heeft hij een positieve, verwachtingsvolle blik op de toekomst, passend bij de jeugd. Hij beseft wel dat er iets vreemds te gebeuren staat, maar hij weet het nog niet juist te plaatsen. Hij ervaart het leven in de kampen niet direct onwaardig voor de gevangenen en hij probeert op elk moment enige logica te vinden in de handelingen van de bewakers en de nazi’s. De kleinste dingen, een extra korst brood, een stukje vlees in de soep, dat ervaart hij een bepaalde vorm van geluk, van voldaanheid. Hij beleeft een soort van euforie, elke dag weer, als hij beseft dat hij het vandaag weer heeft overleefd.

“We wachtten en wachtten, maar waarop was niet duidelijk. Eigenlijk wachtten we alleen maar opdat er niets zou gebeuren. Die verveling en dat eigenaardige afwachten: ik geloof dat dat de belangrijkste – uiteraard zeer persoonlijke – herinnering is die ik aan Auschwitz bewaar.”

Veroudering
Natuurlijk zijn de omstandigheden in die kampen niet menselijk. Natuurlijk is er veel te weinig eten voor de gevangenen. Natuurlijk worden zij als beesten behandeld door nietsontziende nazibeulen. De aftakeling van het lichaam is onvermijdelijk: honger, kou en onverantwoorde, zware dwangarbeid brengen de dood steeds dichterbij.

“Ik had bijvoorbeeld nooit gedacht dat ik zo snel in een afgeleefd oud mannetje zou veranderen. In het normale leven thuis was daar tijd voor nodig, minstens vijftig of zestig jaar, maar in Zeitz waren drie maanden genoeg om mijn lichaam te slopen.”

Du bist nischt kai Jid, d’bist a Schegez
Een van de meest opmerkelijke passages beschrijft de discriminatie die er bestaat tussen Joden onderling. De orthodoxe, religieuze Joden hebben in deze getuigenis geen respect voor de seculiere Joden.

“Ze deden alsof ik lucht was, beter gezegd: alsof ik niet bestond. Ze deden net alsof er iets niet in orde was met me, alsof ik geen normaal mens was, anders gezegd: alsof ik een Jood was, wat wel heel eigenaardig was in de gegeven omstandigheden, onder Joden, in een concentratiekamp.”

Ziekte
Zoals bij de meeste gevangenen gaat de gezondheidstoestand van György dagelijks achteruit. Zonder iets van een mirakel, een onvoorstelbaar geluk is hij ten dode opgeschreven, … Dat mirakel komt er.. Tegen al zijn verwachtingen in komt hij, volledig uitgeput,  terecht in een soort ziekenhuis in het kamp Buchenwald waar hij tot zijn bevrijding zal verblijven: een jaar dat hij zijn verdere leven nooit meer zal vergeten, waar hij elk detail van zal onthouden is voorbij. De oorlog is gedaan.

Confronterende terugkeer
Niets is meer hetzelfde in Boedapest: huizen zijn beschoten en gebombardeerd, puin ligt gezaaid in de straten. Het huis dat hij een jaar geleden heeft verlaten staat er nog. Zijn vader is dood, zijn stiefmoeder is weg. Zijn echte moeder leeft nog. Zijn buren Steiner en Fleischmann wonen er nog.

“Om te beginnen moet je alle gruwelen vergeten. Anders kun je geen normaal leven leiden. Als een vrij mens. Met zo’n last op je schouders kun je geen nieuw leven beginnen.” Steiner en Fleischmann vragen van György het onmogelijke. Dit kan en mag nooit vergeten worden.

“Het zijn allemaal leugens. Er is geen ander bloed, geen verschillen, … er zijn alleen bepaalde situaties, waaruit andere situaties voortvloeien. Ik heb een bepaald lot aanvaard. Het was niet mijn lot, maar ik heb het toch aanvaard en nu, … nu moet ik er iets mee doen, ik moet me er in voegen, me eraan vastklampen. Nu kan ik er geen genoegen mee nemen dat alles wat ik heb meegemaakt slechts een vergissing was, een blind toeval, een uitglijder van de geschiedenis of – erger nog – iets wat vergeten moet worden.”

Onwillekeurig heb ik hier moeten denken aan de woorden van Albert Camus die hij schreef voor het Franse verzetskrant Combat:

“De grootheid van de mens ligt in zijn besluit om sterker te zijn dan zijn lot.”

Eigen ervaringen
Imre Kertész schrijft dit zeer opmerkelijke boek vanuit zijn eigen ervaringen. Op zijn minst kan je zeggen dat dit een opmerkelijke, verrassende en confronterende visie is op de gitzwarte bladzijden van WOII. Wil de auteur de Holocaust en het hele  nazigebeuren minimaliseren?  Natuurlijk niet! Hij geeft, vanuit het perspectief van een jongeman, een eigen kijk op en een eigen invulling aan een genocide die meer dan 6.000.000 mensen het leven kostte. De lezer zal op bepaalde momenten de wenkbrauwen fronsen bij het lezen van dit werk. Maar dan komt het hoofdstuk waarin de schrijver zijn ervaringen, zijn gedachten, zijn visie en zijn gevoelens verduidelijkt. Bladzijden waarin hij op zoek gaat naar de diepere betekenis en de achtergronden van dat stuk zwarte geschiedenis dat nooit mag vergeten worden.

De schrijfstijl van Kertész kenmerkt zich door vaak gebruik te maken van lange zinnen. Desondanks blijft het boek vlot leesbaar. Voor de beschrijvingen van de omgeving kon de auteur putten uit zijn eigen ervaringen en ook voor wat betreft de dagelijkse routine in de kampen is Kertész een ervaringsdeskundige. Toch is het aan te raden om niet al te oppervlakkig te lezen en niet al te snel gaan twijfelen aan de geloofwaardigheid van deze getuigenis. Zeker het begin van het boek: voor de deportatie naar Auschwitz en de eerste dagen in het vernietigingskamp. Hou vol, sla alles op en ga tot en met het indrukwekkende einde verder lezen in Onbepaald door het lot.

Voor het eerst gepublicieerd op Bazarow

Leesadvies voor jongeren

Het beleven van de holocaust vanuit een naïef en jeugdig perspectief.

Boeken van deze Auteur:

Onbepaald door het lot

Kaddisj voor een niet geboren kind