"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie geschiedenis: Ons koloniale verleden

Mensen tot bezit gemaakt

De verhalen in dit boek zijn eerder verschenen in artikelen in de Volkskrant en ze vertellen aan de hand van 50 objecten het Nederlandse verhaal over onze koloniën en slavernij. Uit de inleiding blijkt dat er aan de vaststelling van deze lijst veel discussie is vooraf gegaan om tot een goede afweging te komen: “aan de hand van welke objecten kunnen de verhalen worden verteld, vanuit het perspectief van hen die gekoloniseerd waren – de onderdrukten, de bezitlozen” (p.7). Die insteek zorgt voor andere keuzen en andere accenten dan de gebruikelijke westerse benadering van de geschiedenis.

Opvallend is ook de persoonlijke betrokkenheid van de auteurs bij het onderwerp. Het betreft dan ook “een geschiedenis die het leven van miljoenen heeft gevormd en vaak verwoest, en die doorwerkt in het heden” (p. 10).

Omgekeerde visie
1492: Columbus ontdekt Amerika. Zo is het ons op school geleerd en het is bij veel mensen één van de weinige jaartallen die ze paraat hebben. We zijn ons er niet van bewust dat het een formulering is vanuit óns perspectief. In Mexico spreekt men van de “bloeding van Amerika” omdat dit jaartal voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika een ingrijpende verandering betekende en vaak ook het einde van hun bestaan.

Iemand in Brazilië schrijft in een brief uit 1645 over de Nederlandse kolonisten: “verlos ons van deze verdorven mensen” en dat laat zien dat zij niet bepaald welkom waren en een dodelijke bedreiging vormden voor hun samenleving die na hun komst nooit meer hetzelfde zou zijn maar door westerlingen zou worden gedomineerd.

Ons Amsterdam

Een andere kant van het verhaal is een aandeel van de VOC, in 1606 gekocht door een stadsbode in Enkhuizen. De beste man zal niet totaal niet bewust zijn geweest van alles wat er met zijn geld werd gedaan – zo gaat het vandaag nog vaak met aandelen – maar het laat wel treffend zien dat de VOC economisch in onze samenleving was geworteld.

Een chirurgijn vertelt in een scheepsjournaal in1761 over slaven die weigeren te eten of overboord springen om zo aan hun ellendige toekomst te ontkomen. Het is een daad van ultieme wanhoop maar ook een uiting van verzet in een positie waarin mensen niets meer over zichzelf hadden te zeggen.

Brandijzer
Misschien wel het meest aangrijpende object is het brandijzer dat voor tot slaaf gemaakte mensen werd gebruikt: “Zommigen tekenen hunnen slaaven op de armen, anderen op de borsten. Zonder deze voorzorge, was niemand in staat, om zyne eigene slaaven te kunnen onderscheiden,” aldus een plantage eigenaar in 1770 (p. 108).

Zo werden mensen tot object gemaakt en iemands bezit maar het brandmerk was ook een keurmerk dat een slaaf economisch waardevol was: “De leverbaare Slaaven orden met een gloeijend Yzer op den Arm met het Merk van den Kooper getekend, om ze te onderscheiden uit de gebrekelyken, die men gewoonlyk voor Rum aan de Nieuw Engelandvaarders verkoopt” (p. 109).

In 1881 werd een koperen halsband aan het Rijksmuseum aangeboden die als “hondenband”werd ingeschreven en opgenomen in de collectie. Inmiddels weten we dat een dergelijke band door slaven werd gedragen.

Het paneel Hulde der Koloniën op de Gouden Koets is inmiddels bekend en berucht en het lijkt erop dat de Gouden Koets om deze reden niet meer op straat zal verschijnen. Minstens zo prominent maar amper bekend is het timpaan aan de voorzijde van het Paleis op de Dam waar Afrikanen en Aziaten hun hoofd en knieën buigen voor de mensen die centraal staan in dit beeldhouwwerk.

In het laatste hoofdstuk Het onvoltooid koloniaal verleden staat onder andere een foto van premier Rutte en president Macron tegen in Indonesisch restaurant De Poentjak in Den Haag en is er aandacht voor kunst in Nederlandse musea die ons niet toebehoort. Veel musea zijn momenteel bezig met teruggave van deze roofkunst.

Niet alle objecten spreken evenveel tot de verbeelding maar bovenstaande objecten doen dat zeker wel omdat ze op zeer directe wijze iets/veel laten zien van andere en pijnlijke aspecten van onze geschiedenis die we momenteel onder ogen proberen te zien. Dit boek vormt daarbij een waardevolle bijdrage.

Valika Smeulders is hoofd van de afdeling geschiedenis van het Rijksmuseum in Amsterdam. Wayne Modest is directeur van het Research Center for Material Culture het onderzoeksinstituut van het Nationaal Museum voor Wereldculturen. Sheila Sitalsing is journalist bij de Volkskrant. Wieteke van Zeil is kunsthistoricus en redacteur kunst bij de Volkskrant. Tjerk Gualthérie van Weezel is redacteur economie bij de Volkskrant.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow