"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie SF/fantasy: Verhalen vertellers 5

Nederlandse SF en fantasy

Niet alle bundels in de Verhalen Vertellers-serie zijn van de eerste tot de laatste pagina boeiend. Soms staan er wel eens verhalen in, met name van beginnende schrijvers, die of te lang zijn of slecht geschreven. Natuurlijk is er geen bundel mogelijk zonder verhalen die niet bij mijn smaak passen, maar in dit geval lag naar mijn bescheiden mening het niveau wel heel hoog, waarbij ook de verhalen van de ‘nieuwkomers’ geen slechte indruk maakten. Wat dat betreft laten de Verhalen Vertellers-bundels aan de ene kant de groei zien van de schrijvers van Macc, aan de andere kant het toenemende niveau van de uitgever zelf, die steeds betere nieuwe schrijvers aan zich weet te binden.

Grijns
Tais Teng voorzag zoals gebruikelijk in de cover van de bundel, maar schreef ook een verhaal dat daarbij hoorde, namelijk Noem mij maar Daenerys. Een van verbeelding buitelend verhaal, dat me met een brede grijns achterliet. Er zijn bij mijn weten geen auteurs in het Nederlandse SF-wereldje die over zo’n sprankelende fantasie beschikken als Tais Teng.

Of het moet Jaap Boekestein zijn, die in zijn ‘De roem van Fluïde Verledens’ weer een Sergio-vertelling opdist. Zijn schelm/speurder houdt zich in een verre toekomst bezig met geschiedvervalsing. Het verhaal zelf had weinig om het lijf, was misschien zelfs wel voorspelbaar, maar de lol zat hem in de verschillende scenario’s die Sergio uitwerkte voor zijn opdrachtgevers. Maar ik heb betere Sergio-verhalen gelezen.

Schetsen
Het is hoog tijd dat Karel Smolders weer met een roman komt (en blijkens het voorwoord bij zijn Lang na middernacht wordt daaraan gewerkt). Ik geniet in elk geval telkens van zijn verhalen, waarin hij geloofwaardige toekomstbeelden weet te schetsen, met heel menselijk overkomende karakters – niet de helden van de bovenkant van de samenleving, maar juist degenen die moeten worstelen om het hoofd boven water te houden. Letterlijk, in dit verhaal, waar hij bovendien de problematiek van klimaatverandering en klimaatvluchtelingen aanstipt, maar zonder prekerig te worden.

Kookboeken Nieuws

Ook van Martijn Kregting staat een nieuw boek op de planning en dat is goed nieuws, want zijn De rust van Kara, smaakt naar meer. Kregtings kracht ligt in de combinatie van rauwe politie/misdaadverhalen met een bovennatuurlijk element en dat spreidt hij hier weer goed tentoon. Sterk geschreven, hier en daar naar horror neigend, maar met sympathieke karakters, type ‘ruwe bolster/blanke pit’.

Grafkelders
Tais Teng en Jaap Boekestein keren terug met hun novelle En achter de Muur een woestenij vol geparfumeerde Perzen. Een typisch ‘Tais en Jaap-verhaal’. Soms weten ze me niet meer te verrassen, en ook hier ging het verhaal weer over hooggeplaatste alleskunners en sterke vrouwen, maar vooral de fantastische alternatieve wereld (een door muren van adamantium omringd Romeins Rijk) en een Indiana Jones-achtige verkenning van oude bibliotheken en grafkelders hielden me tot het einde geboeid en wat mij betrof had dit ook wel een roman mogen zijn. Een hoogtepunt van de bundel!

Esther Geurts, die later dit jaar debuteert met haar roman, geeft een voorproefje van haar kunnen met Door de Poort. Een heel interessant verhaal dat me zeker wist te verrassen. Haar schrijfstijl is prima in orde, al was aan sommige keuzes te zien dat ze een beginnend auteur is. Zo waren haar beschrijvingen soms wat te overdadig en struikelde ze over een paar zinnen. En ze verwees regelmatig met ‘het’ naar mannelijke of vrouwelijke woorden (‘De veer vloog de gang door … Het leek alsof het op weg was naar …’). Jammer, maar het verstoorde niet mijn indruk hier met een getalenteerde nieuwkomer te maken te hebben.

Sympathie
Een nog aangenamer verrassing was de schrijfstijl van Roger Kilmore in zijn verhaal Het verlies van Getulion. Het las als de proloog van een langer verhaal, maar liet zijn kracht als schrijver zien. Ik vond het echter wat lastig te zien met wie ik sympathie moest hebben. De hoofdpersoon leek tot de onderdrukkers te behoren? Dan ben ik eigenlijk altijd voor de ‘underdog’, maar dat kan aan mij liggen. Als zijn roman ‘De loutering van Midwinter’ dezelfde schrijfstijl heeft, zullen liefhebbers van actievolle, wat grimmige fantasy hier erg van kunnen genieten.
Theo Barkel heeft met De Weerdraak een hilarisch verhaal geschreven, gebaseerd op een ‘brainstorm’ op Cabbagecon. Dat hij een van Nederlands’ beste schrijvers van humoristische fantasy is bewijst hij hier opnieuw (al vond ik de nadruk op de nieuw verworven lichaamsdelen van de weerdraak licht puberaal overkomen).

Fabel
Gé Ansems leverde in mijn opinie de enige valse noot in het geheel. Niet dat zijn verhaal slecht geschreven is. In dit type absurdistische fabel toont hij zich absoluut een meester die in de voetsporen kan treden van schrijvers als Jean Dulieu. Maar zijn verhaal lijkt bedoeld om ‘woke activisten’ tegen het hoofd te stoten en gendertransitie belachelijk te maken – en dat laat bij mij een nare smaak in de mond achter. Maar wie daar niet gevoelig voor is, zal zich er wel mee kunnen vermaken.
Daarna volgde echter in de vorm van De Geest van het Woud van Joke Adam echter een aangename verrassing! Een helder geschreven verhaal, dat modern aanvoelde, met sympathieke karakters en een heel interessante setting. Ik kreeg het idee dat het wellicht geïnspireerd kon zijn door mijn eigen ‘Het denkende woud’ en als dat zo is, vind ik dat een eer. In elk geval ging dit verhaal een andere kant op met het basisidee en ik vond dit het beste verhaal van de bundel. Het wordt tijd voor Joke een keer een verhalenbundel uit te brengen. De liefhebbers van korte SF-verhalen zullen daar t.z.t. zeker van smullen.

Zwaard
Yvette Hazebroek heeft met De Grot heeft Tanden een mooi kort SF-verhaal geschreven, in prima verzorgd taalgebruik met een mooi slot. Zeker de moeite waard.
Draken komen ook terug in het afsluitende verhaal van Theo Barkel, De Drakendoder, waarin hij opnieuw zijn ervaring als schrijver van humoristische fantasy etaleert. Het speelt zich af in dezelfde wereld als ‘Het Chagrijnige Slagzwaard’ en een van de karakters hier heeft al hetzelfde soort humor als dat zwaard later zal bezitten. Ik moest grijnzen bij het einde en sloeg de bundel terug met een voldaan gevoel.
Een mooie gelegenheid om kennis te maken met oude en nieuwe schrijvers van Uitgeverij Macc en sowieso een aanrader voor liefhebbers van korte SF- en fantasyverhalen, deze anthologie. Ik wacht weer ongeduldig op de volgende editie (al zullen we waarschijnlijk in de tussentijd al kunnen genieten van ‘Vampieren & Demonen 2’).

Ook verschenen op Hebban