"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: V13

Vrijdag, 8 december, 2023

Geschreven door: Emmanuel Carrère
Artikel door: Ger Leppers

Verslag van de Bataclanmoorden

Van 8 september 2021 tot en met 29 juni 2022 zette de schrijver Emmanuel Carrère zijn sociale leven grotendeels tussen haken. Elke werkdag woonde hij tussen half één en ergens in de avonduren het proces bij tegen de overlevende daders van de grootscheepse terreuraanslagen van vrijdag 13 november 2015 (‘V13’). In de vroege avond van die dag vielen in korte tijd, nabij het  Stade de France, op de terrassen van een aantal Parijse cafés en tijdens een concert door de rockgroep Eagles of Death Metal in de Bataclan-zaal, 131 dodelijke slachtoffers en een groot aantal gewonden. In de weekends schreef Carrère voor het weekblad L’Obs zijn verslagen. De daaropvolgende donderdag verschenen ze in druk. Voor deze uitgave verzamelde hij ze in een licht bewerkte vorm.

Vissen
Het tableau de la troupe van de verdachten was tamelijk onbevredigend, want de grote vissen stonden niet terecht. Die hadden zich op de avond zelf met bomvesten opgeblazen of waren een paar dagen later in hun schuilplaats gevallen onder de kogels van de politie. 

Wat overbleef, en nu voor de rechters stond in een grootschalig proces, waren als het ware de kliekjes van de maaltijd: de kleine jongens, helpers en bijfiguren, sukkels en brekebenen eigenlijk. In hun midden bevond zich ook de twijfelachtige ‘ster’ van het proces: Salah Abdeslam, de enige overlevende van de drie moordcommando’s.

Bomgordel
Op het laatste moment had hij kennelijk toch niet de moed gevonden om zich op te blazen. Of was zijn bomgordel niet afgegaan? “Hij is de enige die het ons kan vertellen. Zal hij het doen?” vraagt Carrère zich net als iedereen aan het begin van het proces af.

Boekenkrant

De schrijver is een zorgvuldig, terughoudend verslaggever, die zijn woorden zorgvuldig kiest en pathos zoveel mogelijk vermijdt. Dat maakt zijn relaas des te indringender. Carrère heeft een scherp oog voor de menselijke tragiek, en is heel vaak meer geïnteresseerd in de vragen die men zich kan stellen dan in antwoorden, die, zoals al snel blijkt, toch vrijwel nooit bevredigend kunnen zijn.

Denkwereld
Immers, het is voor de gemiddelde mens bijna onmogelijk om zich in te leven in de denkwereld van deze jongmannen. Sommigen hebben een slechte start gehad in het leven, maar niet minder vaak zijn zij gewoon afkomstig uit nette doorsnee gezinnen. Het verloop van hun onbeduidende leventjes vertoont een beeld dat ons in de afgelopen jaren vertrouwd is geworden. Na enkele eerste misstappen – inbraken, autodiefstallen, drugshandel – belanden ze duurzaam in de kleine criminaliteit, ze drinken, blowen, zijn tuk op merkkleding en duurdere parfums om de meisjes te imponeren en te versieren.

God
Maar dan komt er een breekpunt waarop het voor ons onnavolgbare gebeurt: ze radicaliseren. Trokken ze zich eerst niets aan van god of gebod, vrijwel van de ene dag op de andere worden ze van marginalen en losers tot ‘martelaar’, bereid om willekeurige onbekenden te doden en zichzelf op te blazen voor een ‘goede zaak’. Hoe kan zoiets? Vloeit zo’n omslag voort uit een extreem narcisme, uit een drang om onuitwisbare sporen in nadermans levens na te laten? De sadistische manier waarop de daders tijdens het proces spelen met de gevoelens van de getroffenen wijst in die richting: soms geven ze een uitvoerige toelichting op hun handelen, op andere, vaak cruciale, momenten beroepen ze zich daarentegen juist op hun zwijgrecht. 

Misdaden
Een indruk die zich gestaag aan de lezer opdringt is dat het in feite gaat om onrijpe jonge mensen die in geen enkel opzicht interessant zouden zijn, ware het niet dat zij zulke verschrikkelijke misdaden hebben begaan. Hun zelfbeeld is, naar onze maatstaven, zwaar vertekend. Meteen aan het begin van het proces is er een onthullend moment: 

“‘Beroep?’ vraagt de voorzitter van de rechtbank bij de aanvang van de behandeling aan Salah Abdeslam.
‘Strijder van Islamitische Staat’ antwoordt hij.
‘Ik zie hier staan: uitzendkracht’, merkt de voorzitter droogjes op.”

Rechtbank
Daarmee is de toon gezet. De rechtbank en de aangeklaagden zullen elkaar nooit begrijpen. Carrère heeft in de loop van zijn schrijverscarrière overigens al enkele malen eerder blijk gegeven van zijn belangstelling voor mythomanen. In zijn boek ‘De tegenstander’ beschreef hij hoe een zekere Jean-Claude Romand zijn familie jarenlang liet geloven dat hij een succesvol ambtenaar van de Wereldgezondheidsorganisatie in Genève was, en hoe hij zijn gezinsleden en ouders vermoordde toen aan het licht dreigde komen dat hij al die jaren werkloos was geweest. In ‘Limonov’ beschreef Carrère het leven van een Russische dichter en blaaskaak die een privémilitie op touw zette en voor zichzelf een leidende rol in de Russische politiek in het algemeen en op het wereldtoneel in het bijzonder bij elkaar fantaseerde. En nu, in dit boek, komen we, naast de terroristen, ook een zekere Flo tegen, een dodelijk eenzame, dikke en overbehaarde vrouw die een doel in haar leven vindt door zich met hart en ziel in te zetten voor de slachtoffers. Zij groeit uit tot een mediapersoonlijkheid, en weet zelfs een schadevergoeding van 25.000 euro op te strijken, maar het blijkt een oplichterij waarvoor zij uiteindelijk vier jaar de cel in draait. Het zijn allemaal theatrale personages die niet alleen de wereld maar vooral ook zichzelf een rad voor ogen draaien. 

Droog
Veel van de in dit boek verhaalde feiten waren ons natuurlijk al bekend. Wat Carrère aan die kennis toevoegt, is zijn op het eerste gezicht droog noterende, maar toch warme en oprecht meelevende toon: ook de ‘benadeelde partijen’ – ‘gewonden, nabestaanden, getroffenen’ – komen aan het woord, en dat levert aangrijpende inkijkjes op in definitief verscheurde en meedogenloos verwoeste levens.  Carrère is vol bewondering voor de moed en veerkracht die velen hebben betoond.

Rechtsstaat
Maar vooral laat Carrère in zijn verslag zien met hoeveel zorgvuldigheid en zorg om de rechtsstaat het proces is gevoerd. Misschien is dat ook wel de meest bemoedigende boodschap van dit boek: dat het meest beschaafde middel dat wij hebben in de strijd tegen het terrorisme, de rechtsspraak, onaangetast en recht overeind is gebleven. Wanneer Carrère, aan het eind van het marathonproces, probeert een balans op te maken, concludeert hij, terecht, lijkt mij, dat de procesgang voorbeeldig is geweest en dat alle instanties, de advocaten, het openbaar ministerie, hun rol integer hebben vervuld.  Dat heeft, bij alle geweld en verdriet die de revue passeerden, iets geruststellends  en troostends, want in een zuivere procesgang ligt mede een rechtvaardiging van ons maatschappelijk bestel.

Verwijten
En toch voelt men als lezer tegelijkertijd dat er iets onbevredigends zit in de gang van zaken, iets wat men geen van deze personen kan verwijten. In de loop van de lange zittingsdagen is veel aan het licht gebracht, en veel puzzelstukjes zijn op hun plaats gevallen. Maar een toereikend of bevredigend inzicht in de beweegredenen van de daders hebben we ook na tien maanden procesgang nog steeds niet.  Ook nadat er recht is gesproken, zitten we met lege handen.

Routine
Eén aspect van het boek moet hier nog genoemd worden: Carrère’s liefdevolle beschrijving van de taaie routine. Zo’n proces kent natuurlijk heel wat dramatische momenten, maar is veel vaker een zich voortslepende procedure. Knap is hoe Carrère uit dit alles dankzij een feilloos gevoel voor het onthullende detail een meeslepend, nergens oppervlakkig relaas weet te smeden.  met alle ruimte voor menselijke zwakheden en ondoorgrondelijkheden, maar ook voor solidariteit, opofferingsgezindheid en heldenmoed. Want ook in onze tijd worden die kwaliteiten nog wel degelijk aangetroffen.

Ook verschenen in de Trouw

Boeken van deze Auteur: