"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets... Marlen Visser

Donderdag, 25 juni, 2020

Geschreven door: Marlen Visser
Artikel door: Roelant de By

 

Na twee eerdere boeken bij uitgeverij Ellessy onder de naam Marlen Beek-Visser, Stem en Meesterdeal, heeft de auteur een overstap gemaakt naar uitgeverij Prometheus onder haar nieuwe schrijversnaam Marlen Visser. Haar net verschenen boek, Noodlot, is later verschenen dan oorspronkelijk gepland was. Waarom dat uitstel werd gemaakt is een mooie eerste vraag om te stellen aan de auteur. We hebben afgesproken op een locatie in Gouda die grappig genoeg ook in het boek voorkomt, een voormalige chocolade fabriek. Een prachtige ruimte met een groot terras dat naast een cafetaria ook de bibliotheek en een radiostudio huisvest. Marlen is ontspannen en praat heel gemakkelijk.

Marlen: ‘Eigenlijk zou mijn boek afgelopen najaar al uitkomen, maar tegelijkertijd kwam de nieuwe van Jussi Adler Olsen uit [bij dezelfde uitgeverij]. In onderling overleg hebben we toen besloten om de release uit te stellen. Toen was er opeens heel veel tijd. Tevens kon ik nadenken over het idee om een quote van een collega schrijver als aanbeveling op mijn boek cover te laten zetten. Het bleek dat er veel collega’s een beetje huiverig zijn om zoiets te doen. De een deed ‘zoiets’ al jaren niet meer, de ander wilde er niet aan beginnen want ‘als je het voor de een doet, moet dat voor de ander ook’, enzovoorts. Ik begrijp dat wel. Het is soms best lastig om iets over een collega te zeggen. Vervolgens dachten de uitgeverij en ik na over een quote van een BN-er. Toen schoot mij te binnen dat ik Peter R. de Vries zo’n drie jaar geleden bij Ajax had ontmoet. Ik zag hem zitten en stapte op hem af. Ik stelde mijzelf voor, vertelde dat ik schrijfster was en bezig was met een thriller. Stel nou dat ik een keer een vraag heb, mag ik jou daar dan voor benaderen? vroeg ik hem. Dat is een simpele vraag waar je bijna geen nee op kunt zeggen. Dat deed hij ook niet. Stuur maar een mail naar mijn algemene mailadres, zei hij. Daar heb ik verder niks meer mee gedaan en ik heb er ook niet meer aan gedacht tot Prometheus mij de vraag stelde of ik BN-ers kende. Toen heb ik hem in januari een mail gestuurd. Ik kreeg een standaard reply terug met daarin de mededeling dat ‘hij al zijn mail zelf las en wanneer hij niet binnen vijf werkdagen een antwoord had geschreven, hij niet aan het verzoek kon voldoen.’ Hij krijgt gewoon heel veel verzoeken voor van alles en nog wat. Maar de volgende dag kreeg ik een mailtje terug dat hij nog wist wie ik was en dat hij mijn boek wel wilde lezen. Ik stuurde hem mijn manuscript op met de vraag of hij eventueel een quote voor op de cover zou willen leveren. Omdat hij tijd nodig had om mijn boek te lezen, haalden we de voorjaarsbrochure niet meer. Dat was geen probleem, de zomer is de beste tijd voor thrillers, zei mijn uitgever. Na een maand had Peter mijn boek Noodlot gelezen en wilde hij er graag even over praten met me. Afspraak gemaakt, ik naar zijn kantoor. Hij had het uitgeprint en twee uur lang hebben we van alles doorgenomen. Overal stonden aantekeningen. Hij heeft het gewoon als een ware redacteur benaderd.’

 width=

Roelant: ‘Wat ontzettend aardig!’

Marlen: ‘Ja zeker, voor mijn gevoel zat ik tegenover een vriendelijke schoolmeester, die tegen mij zei, nou, dat daar, dat gaat in de praktijk toch een beetje anders. En daar en daar vind ik de geloofwaardigheid wat in het geding. Met zijn aanwijzingen daar kon ik wat mee. Ik vertelde hem dat ik een document ging maken waarin ik mijn nieuwe oplossingsrichtingen zou neerzetten. Want ik moest het ook allemaal nog gaan herschrijven en anders kwamen we in tijdnood. Toen ik uitgepuzzeld was, stuurde ik hem twee en een half A-viertje met daarin mijn nieuwe oplossingen voor de dingen die hij aangestreept had.’

Roelant: ‘Noem eens een voorbeeld.’

Marlen: ‘Na het ongeluk in het begin van mijn boek liet ik mijn personage vrij snel weer weggaan, na een kwartier of zo. Dat is niet realistisch vertelde hij mij. Je blijft daar echt wel wat langer; je wilt ook gewoon weten hoe het afloopt met het slachtoffer. Een ander voorbeeldje was dat hij vond dat mijn hoofdpersonage in een bepaalde scène iets te nuchter reageerde. Daar mag wel wat meer emotie bij komen kijken vond hij. Wel grappig om te horen van zo’n doorgewinterde misdaadspecialist. Vervolgens heb ik hem aangegeven hoe ik dat allemaal ging aanpassen. Dat zag er goed uit vond hij, maar voordat hij eventueel zijn naam eraan ging verbinden, wilde hij toch het hele manuscript opnieuw lezen. Prima natuurlijk, maar toen kwam corona, hij ging verhuizen met zijn kantoor, kortom er was geen tijd meer. Nu konden we het niet meer nóg een keer uitstellen. De deadline van de drukker was bereikt. Helaas is de quote daardoor niet meer gelukt. Maar het feit dat hij het gelezen heeft en dat hij het een goed verhaal vond, en zelfs meegeholpen heeft om het nog beter te maken, is óók al leuk.’

Roelant: ‘Als ik kijk naar de inhoud van jouw inmiddels drie boeken dan valt me op dat onder de hoofdpersonages steeds kwetsbare meisjes voorkomen.’

Marlen: [aarzelend] ‘Ja, als je zo bekijkt wel, ja. Ik heb daar zelf geen trauma van ofzo, integendeel. Misschien dat ik het daarom wel leuk vind, omdat dat niet zo dicht bij mij staat.’

 width=

Roelant: ‘Je basis thema van dit boek is de Postcodeloterij.’

Marlen: ‘Klopt. De Postcodeloterij hoofdprijs valt op een heel kleine gemeenschap, de verhoudingen worden op scherp gezet en dat loopt uit de hand. Dat was mijn idee. Dan heb je de tegenstelling van mensen die niet mee gedaan hebben en dus geen geld winnen, terwijl alle anderen wel in de prijzen vallen. Of het drama van die man die altijd meedeed, maar deze keer net te weinig saldo op zijn rekening had staan waardoor het geld voor zijn loten niet afgeschreven kon worden en hij dus niet in de prijzen viel. Dat is overigens echt gebeurd. Die man heeft zelfs een proces aangespannen tegen de Postcodeloterij. Dat was leuk om ook in mijn boek te verwerken.’

Roelant: ‘Waarom heb je van de privé detective zo’n raar, klein mannetje met een piepstem gemaakt?’

Marlen: ‘Ik wou het gewoon anders doen. Iets wat je niet verwacht. Verrassingseffect. Ik dacht, waarom moet een detective altijd een snor en een zonnebril hebben?’

Roelant: ‘Dan valt hij minder op.’

Marlen: ‘Maar aan de andere kant verwacht je niet dat dit mannetje een detective is, omdat het eerder een sneu type lijkt. Zijn rechterhand, iemand met een kleine bijrol, heb ik overigens lekker cliché neergezet, sportschool type met van die nekplooien. De tegenhanger zeg maar.’

Roelant: ‘Laten we het even hebben over je hoofdpersoon, Evy. Erg handig van je om van haar een journaliste te maken wiens baan min of meer op de tocht staat. Daardoor is ze verbeten om haar verhaal over de postcode loterij tot een succes te maken.’

Marlen: ‘Wat vind je van Evy?’

Roelant: ‘Een wat stuurloos type. Grappig is dat je tot drie keer toe in je boek beschrijft dat mannen haar van top tot teen opnemen zonder dat je vertelt hoe ze er precies uitziet. Ze heeft seks met een vage gast uit het dorp waar ze eigenlijk meteen daarna al weer spijt van heeft. Vandaar dat ik haar eerder stuurloos noem dan sympathiek.’

Marlen: ‘Ik snap op zich wat je bedoelt. Mijn idee was dat ze zichzelf steeds meer kwijtraakte in dat dorp. De verstandige, rationele Evy was achtergebleven in haar woonplaats. Nu op locatie overheerst het wie ben ik eigenlijk en waar ben ik mee bezig? Haar drijfveer begint met het maken van dat artikel maar verandert langzaam in een zoektocht naar wat er precies gebeurd is met haar pleegbroer en tevens speelt de compassie die ze voelt met Cécile. Dingen als geloofwaardigheid en drijfveren blijven lastig. Je balanceert als schrijver als het ware op een koord. Want als je het spannender gaat maken komt de geloofwaardigheid in het geding; dingen kunnen uit de hand lopen of escaleren en kunnen misschien too much zijn. Ga je meer op geloofwaardigheid zitten, waarheidsgetrouwer, dan komt de spanning onder druk te staan. Bij een thriller blijft dat altijd een wankel evenwicht. Daar moet je een weg in vinden. Ik ben zelf wel erg tevreden over hoe ik aan het eind de spanning lekker opdrijf en de lezer op het verkeerde been zet.’

 width=

Roelant: ‘Je hebt een scène waar Evy haar oom betrapt op het bekijken van internetplaatjes met half blote dames. Is dat nu zó aanstootgevend dat hij ze snel weg moet klikken? Dat zouden best wat explicietere plaatjes kunnen zijn, toch?’

Marlen: ‘Half bloot? Dat weet ik niet eens meer. Jij bent heel erg van de details merk ik.’

Roelant: ‘Misschien zit dat nette meisje uit Hazerswoude nog steeds in je genen? Daar ben je geboren, toch?’

Marlen: ‘Klopt, dat is een klein dorpje tussen Leiden en Alphen. Ik ben in Leiden naar de middelbare school gegaan en daarna op kamers in Leiden gaan wonen (later Leiderdorp). Ik had echt geen idee wat ik wilde gaan studeren. Toen dacht ik, laat ik maar iets kiezen waar ik alle richtingen mee uit kan. Ik heb daar HEAO gedaan, commerciële economie. Ik zou dat nu nooit meer doen! [we barsten beiden in lachen uit] Op het VWO was ik overal best goed in, zowel de talen kant, als de bèta vakken. Toen ging ik die studie doen waar ik vooral economische vakken kreeg, weer iets anders dus. Ik had gewoon journalistiek of Nederlands moeten gaan studeren. Maar dat wist ik toen nog niet. Ik heb nooit schrijver willen worden. Pas toen mijn dochter elf jaar was en begon met schrijven, ben ik ook begonnen. Het is me overkomen. Ik ging de stukjes die mijn dochter schreef, redigeren. Maar op een gegeven moment stopte mijn dochtertje met schrijven. Ze had alles weggegooid. Ik vond dat erg jammer. Het was zo leuk om samen iets te creëren. Toen ben ik zelf gaan schrijven. Het is gewoon heel erg leuk om je eigen wereld te creëren. Ik was toen de veertig al gepasseerd. Toen is mijn schrijfcarrière eigenlijk pas begonnen.’

Roelant: ‘Wat voor werk heb je gedaan direct na je studie?’

Marlen: ‘Toen ben ik eerst bij een import-export bedrijf gaan werken.’

Roelant: ‘Sinds The Godfather heeft zoiets een nogal dubieuze naam bij mij.’

Marlen: ‘Zo heette het toch echt. En er viel inderdaad van alles onder. Maar voornamelijk betrof het het importeren vanuit het verre Oosten naar Nederland van cameratassen en verrekijkers. Die verkochten wij dan weer aan ketens als Dixons en dergelijke. Na vijf jaar ben ik bij een kinderopvang organisatie gaan werken waar ik nog steeds werk. Een heel leuk bedrijf, gezellig team. En nu met mijn schrijven erbij zit ik mooi in balans.’

Roelant: ‘Buiten die drie boeken heb je ook een Storytel original geschreven, dat in het jaar van verschijnen in de top vijf stond van meest beluisterde originals van Storytel.’

Marlen: ‘Dat was ook heel erg leuk om te doen. Tijdens het schrijven daarvan kwam de deal met Prometheus. Een hele eer om deel uit te maken van hun fonds, met collega’s als Simone van der Vlugt en Esther Verhoef. Een groot voordeel is dat zij goede contacten hebben met de grote zelfstandige boekwinkels, met Bruna, Primera etc. en zodoende ligt mijn boek overal in Nederland in de boekhandel. Dat is waar je van droomt. Ik geloof in de kracht van marketing. Ik ben de dochter van een bakker, ondernemerskind. Als peutertje scharrelde ik altijd rond in de winkel, er was natuurlijk geen kinderopvang. Toen al schijn ik gezegd te hebben tegen de klanten wanneer die een broodje kochten of ze daar niet een taartje bij wilden hebben. Dat hoorde ik mijn moeder altijd zeggen. Als vanzelf neem je dat dan over. Als ik sta te signeren in een boekwinkel verkoop ik altijd wel tussen de tien en twintig boeken. Ik maak een praatje met de mensen en dan gaat het vanzelf.’

 width=

Roelant: ‘Naast het schrijven geef je sinds enkele jaren ook schrijverscursussen van een week in het buitenland. Hoe ben je daar toe gekomen?’

Marlen: [diep nadenkend] ‘Ik heb ooit als spreker gestaan op Schrijf 2015 of 16. Daar in het publiek zat Myriam. Later kwam ik haar opnieuw tegen bij de boekpresentatie van Liesbeth van Kempen en sprak zij mij aan. Ze vertelde me dat een goede vriendin van haar, Anja, een fantastische locatie had in Italië. En dat ze iemand zocht om een schrijfcursus te geven en of ik dat kon doen. Ik heb me daar toen in verdiept en heb het gedaan. Zo is het gekomen. Inmiddels heb ik mijn aanbod verplaatst naar Frankrijk. Ik kijk ook naar mogelijkheden om in Nederland meer schrijfcursussen te gaan geven. Mijn vriend is ook ondernemend en samen komen we vaak tot mooie plannen. Hij is hier nu in dit gebouw bezig met zijn radioprogramma. Zullen we even gaan kijken?’

En we lopen samen naar binnen waar midden tussen de boekenstellages van de bibliotheek een heuse radiostudio staat met aan alle kanten glas. Erg leuk om de radio maker live in actie te zien.

Roelant: ‘Nog één laatste vraag, Marlen. Speel jij zelf mee met de postcode loterij?’

Marlen: ‘Natuurlijk! Stiekem wil je toch niet als enige in de straat buiten de boot vallen als de postcodehoofdprijs valt.’

Dank je wel, Marlen, voor dit gezellige interview.

Roelant
Perfecte Buren

Meegedaan met de winactie?

Het juiste antwoord op de vraag ‘Wat heeft Evy gegeten net voor ze vertrok’? = Javaanse bami

Proficiat – Pascalle Verstallen – CeesJan van den Hoek – Saskia Munneke

Jullie gegevens gaan naar de uitgever die jullie gewonnen exemplaar zal versturen.

Veel leesplezier en alvast een fijne vakantie!

Eerder verschenen op Perfecte Buren.