"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets... Michaela van Caspel

Donderdag, 11 november, 2021

Geschreven door: Michaela van Caspel - van Duijkeren
Artikel door: Roelant de By

 

Wanneer je je begeeft in kringen waar aspirant schrijvers gezamenlijk met een redacteur hun vorderingen bespreken, ontmoet je soms bijzonder interessante mensen met een heel bijzonder boekonderwerp. Michaela van Caspel, onlangs gepensioneerd verloskundige, heeft een boek geschreven, Donderslag bij heldere hemel, over vrouwen die niet wisten dat ze in verwachting waren tot aan het moment dat de bevalling zich aandiende. Zij heeft zestien vrouwen die dat is overkomen, geïnterviewd, hun verhaal bewerkt en in boekvorm uitgegeven. Een niet-alledaags onderwerp dat veel wenkbrauwen doet fronsen en vragen opwerpt. Ik heb een gesprek bij haar thuis, in haar woning in Almere.

 width=

Michaela: ‘Waar je niet bij stil staat als je een boek schrijft, zijn de dingen die daarna komen. De promotie, interviews, noem maar op. Ik ben onlangs met pensioen gegaan. Ik heb jaren van lichamelijk gedoe achter me, hier geopereerd, daar geopereerd, met lange herstelperiodes. Om geregistreerd te blijven voor het kwaliteitsregister moet je uren maken en cursussen volgen. Daar kwam ik door al die ellende niet meer aan. Toen bedacht ik me dat ik het mij al dat kunst- en vliegwerk om geregistreerd te blijven niet meer waard was. Toen ik dat thuis besproken had, bleek dat mijn man het best gezellig vond als ik gewoon weer eens thuis was met het eten en niet op allerlei onregelmatige tijden de deur uit moest vliegen naar een bevalling toe. Ik gaf nog een periode incidenteel les aan kraamverzorgsters wat hartstikke leuk was, maar inmiddels ben ik echt gestopt. Ik heb vijf kleinkinderen waar ik nu alle tijd voor heb. Bovendien had ik de tijd om dat boek af te schrijven.’

Roelant: ‘Het oorspronkelijke idee van jouw boek over vrouwen die niet wisten dat ze zwanger waren, kwam doordat jouw dochter dat is overkomen.’

Michaela: ‘Net als zoveel mensen had ik het idee dat zoiets niet kon bestaan. Hoe kun je nu zwanger zijn en dat niet merken? Maar het bleek te kunnen nu ik het aan den lijve ondervonden had bij mijn eigen dochter. Daar moest ik wel even van bijkomen. Dat de wereld daar zo’n oordeel over had, viel me zwaar. Ik ben begonnen met een stuk te schrijven in het Tijdschrift voor Verloskunde. Dat werd heel aardig ontvangen door de redactie. Maar van collega’s heb ik indertijd geen enkele reactie gekregen. Dat viel me tegen. Want het gebeurt toch met enige regelmaat en zeker één keer per jaar lees je het in de krant of hoor je het op TV. En dan hoor je wat iedereen erover zegt en dat beklijft wel, ook al gaat dat niet over jouw kind. Ik denk: jongens, kom op nou, geloof het nu maar, want die vrouw heeft jouw begrip hard nodig en niet jouw nare oordeel.’

Roelant: ‘Dat komt heel erg sterk naar voren in jouw boek. Luister naar die vrouwen, zeg je. Ze doen dat niet voor hun lol. Zij kiezen er niet voor om die vaak leuke zwangerschapstijd te missen. Je hebt besloten om je boek zelf uit te geven. Waarom?’

Michaela: ‘Weet je, anders had ik er heel erg mee moeten leuren bij uitgevers. Want zo’n uitgever gaat niet alleen kijken of een boek goed is, dat snap ik, maar ook of alles er wel op een bepaalde manier instaat zoals zij willen dat het erin staat. En daar had ik geen zin in. Ik had contact met iemand van een medische uitgeverij. Die vond het heel leuk en wilde de insteek maken voor medische professionals. Maar ik wilde gewoon het verhaal van die vrouwen vertellen. Om dan een andere insteek te moeten maken, daar voelde ik niets voor. Ik wilde nu een keer het verhaal van de vrouwen zelf vertellen en medische professionals mochten wel hun bijdrage leveren maar vooral niet de boventoon voeren. Natuurlijk zou het gemakkelijker zijn geweest als een uitgever de kosten voor zijn rekening had genomen en voor de promotie kon zorgen. Dat moet ik nu allemaal zelf doen.’

 width=

Roelant: ‘Hoe kwam je in contact met al die vrouwen die het overkomen is?’

Michaela: ‘Ik ging op zoek naar vrouwen die ook zoiets hadden meegemaakt. Ik kreeg een paar namen door van collega verloskundigen, via het ziekenhuis heb ik er twee, en via Facebook heb ik mensen benaderd. Mensen die elkaar tipten: hé, dat is jou ook gebeurd! En dan ging ik die mensen benaderen of ze hun verhaal aan mij wilden vertellen. Lobbyen. Daarom heeft het vijf jaar geduurd.’

Roelant: ‘Wat was je drijfveer om dit boek te schrijven?’

Michaela: ‘Mijn beweegredenen waren dat ik dit onderwerp besproken wilde hebben, met respect voor die vrouwen. Omdat het veroordelen niet alleen door leken maar ook door hulpverleners gebeurt. En ik zou het heel fijn vinden als ik qua verkoop uit mijn eigen kosten zou komen, maar ik hoef er niet per se aan te verdienen. Het is gewoon een missie, min of meer.’

Roelant: ‘Heb je nu de smaak te pakken gekregen? Ga je een nieuw boek schrijven?’

Michaela: [stellig] ‘Nee, zeker niet. Ik heb geen smaak te pakken gekregen. Zo’n boek als Het Hoge Nest bijvoorbeeld. Ik vind het prachtig, maar ik zou het niet kunnen schrijven. Een sappig reisverhaal zou misschien nog gaan, maar verder, nee. Nadat het boek geschreven is moet je moet ook aan teveel mensen een soort van verantwoording afleggen. Een redacteur begint met bijna de helft van je verhaal te schrappen. Dat blijkt achteraf dan zoveel dat sommige delen niet meer logisch door anderen te snappen zijn. Dan moet je delen van het geschrapte er weer in zetten om je verhalen alsnog duidelijk te maken. En daarna komt er nog eens diverse keren een corrector overheen. Ik vond die periode niet geweldig bemoedigend.’

Roelant: ‘In je boek heb je nauwelijks over de mannen, de vaders. Hun aandeel is ook gesneuveld?’

Michaela: ‘Ja. Het gaat me echt over die vrouwen, wat hún is overkomen. Eén op de drie mannen van de vrouwen die hun verhaal doen in het boek zijn trouwens ook niet meer in beeld, net als bij de vrouwen die een bewuste zwangerschap doormaken. Ik heb meegemaakt dat na mijn gesprek met een stel dat al tien jaar bij elkaar was, de man er de week daarna ineens vandoor ging met iemand anders. Ik vond het onder andere daarom beter het niet over die mannen hebben. Om hen ging het me niet speciaal. Daar gaat het niet om. Het gebeurt in het lichaam van de vrouw. Die moesten dus de boventoon voeren in het boek.

Roelant: ‘Het gaat wel vaak mis met de relaties in jouw boek.’

Michaela: ‘Ja. Maar het gaat mis met heel veel relaties. Meisjes van die leeftijd, tussen de achttien en acht-en-dertig zeg maar, daarbij gaan uiteraard heel veel relaties mis. En helemaal niet méér bij meisjes die een onopgemerkte zwangerschap hebben gehad. Dat is tenminste mijn indruk bij de zestien vrouwen die ik sprak. Maar dat maakt ook niet uit voor het boek. Het is geen statistisch onderzoek. Het gaat mij over de gevoelens van die vrouwen. En die zijn heel uiteenlopend, dat verbaasde me wel. Sommige jonge moeders koesterden dat nieuwe kindje meteen, anderen riepen dat ze het niet wilden. Je kan dat niet voorspellen. Soms zijn er meteen warme gevoelens, soms duurt dat even. Of komen ze zelfs helemaal niet.’

 width=

Roelant: ‘Je schrijft in je boek dat het je raakt dat vrouwen met een onopgemerkte zwangerschap niet geloofd worden.’

Michaela: ‘Ja. Er zijn ook heel wat vrouwen die niet over willen praten wat hun is overkomen. Die zijn al zo ontzettend beschimpt en veroordeeld dat ze daar voor passen. Die houden het geheim. Dat is toch vreselijk, dat je het niet durft te zeggen. Hulpverleners moeten die vrouwen helpen. Dát is hun taak. Ze zijn tenslotte geen lid van een of andere waarheidscommissie.’

Roelant: ‘Onlangs is de veranderde abortus wet in Texas in het nieuws gekomen. Na een week of zes is het al strafbaar.’

Michaela: ‘Treurig. Mensen die iemand aangeven, krijgen een beloning van $10.000, begreep ik. Ja, treurig, echt slecht. Verklikkers worden beloond! Tijdens mijn opleiding heb ik bij een abortuskliniek enkele weken stage moeten lopen. Aangrijpend vond ik dat. Maar het heeft me wel inzicht gegeven. Zelfs vrouwen die fluitend binnen stappen van: het doet me niks, laten totaal een ander geluid horen wanneer ze bijkomen uit hun slaaproes. Ze zijn na afloop vaak totaal in de war. Niemand doet dat toch voor zijn plezier en zonder enige emotie? Ik ben absoluut niet tegen abortus. Ik vind dat een kind beter niet geboren kan worden dan dat het verwaarloosd of gemolesteerd wordt.’

Michaela: ‘Bij één van die vrouwen uit mijn boek gebeurde iets opmerkelijks toen ik haar het boek kwam brengen. Ze was erg geëmotioneerd en blij en ze ging onmiddellijk beschuit met muisjes halen. Die had ze daarvoor nooit gehad. Maar nu het boek er was, was de cirkel voor haar rond en vond ze de tijd eindelijk rijp voor beschuit met muisjes. Nou, ik kreeg daar wel kippenvel van, hoor.’

Roelant: ‘Kun je nagaan wat ze missen allemaal.’

Michaela: ‘Ja, en huilen, joh. Verreweg de meesten raakten erg geëmotioneerd toen ze hun eigen verhaal lazen.’

Roelant: ‘De manier waarop je jouw verhaal verteld hebt, is heel beschouwend. Jij vertelt…’

Michaela: ‘…precies wat zij mij vertellen. Zonder dat ik er zelf vragen tussendoor zet. Zo ben ik wel begonnen, met een lijstje met vragen, maar ik merkte al snel dat dat niet op die manier werkte. Meestal direct als ik binnen kwam, trapte ik een deur in, als het ware, en dan rolde hun verhaal er als vanzelf uit. Op één uitzondering na. Daar moest ik echt aan trekken om wat antwoorden te krijgen.’

Roelant: ‘De acceptatie van een nieuw kindje is natuurlijk ook veel gemakkelijker als je al negen maanden aan dat idee hebt kunnen wennen. Dat schrijf je ook in je boek.’

Michaela: ‘De maatschappelijk werkster en de psycholoog bevestigen dat. En ik heb het zelf ook aan den lijve ondervonden. Ik heb echt even moeten wennen aan mijn kleinzoon, die er van het ene op het andere moment opeens was. Kort na de bevalling heb ik gebeld met Bram Bakker [bekende psychiater]. Ik bracht hem op de hoogte en zei dat we als gezin zoveel elkaar tegensprekende adviezen kregen. De een tipte dit en de ander dat, wat moesten we nou? Mick, zei hij, één ding: laat je niet in met hulpverleners. Dat was het eerste moment na de bevalling dat ik vreselijk begon te lachen. Zegt de ene hulpverlener tegen de andere hulpverlener, antwoordde ik. Ja, zei hij, want weet je wat het is met jullie? Jullie zijn alleen maar heel erg geschrokken, jullie zijn niet op slag gek geworden. Je hebt je verstand gewoon nog. Ik besefte dat dat heel erg waar was. Ik voelde me ineens weer met mijn beide voeten op de grond gezet.’

Roelant: ‘Op één na hebben al die vrouwen anticonceptie gebruikt en zijn ze toch zwanger geraakt. Je noemt alleen niet welke methode ze gebruikt hebben.’

Michaela: ‘Vind ik ook niet belangrijk. Jij wel? Ok, een condoom kan afglijden, scheuren of er kan een minuscuul gaatje inzitten. Maar ook ondanks pilgebruik kun je zwanger worden. De kans is klein, maar hij is er. Je kan moeten spugen of diarree hebben, of je kunt hem vergeten. Dan is ook die pil ineens niet zo veilig meer. Als man geef je in feite alle verantwoordelijkheid uit handen: Als de vrouw de pil slikt, kan ons niets gebeuren. Nou, zo is het dus niet, mannen. Wie het spel speelt, loopt een risico. Alleen geen seks hebben, biedt absolute veiligheid. ’

 width=

Roelant: ‘Omdat die vrouwen niet wisten dat ze zwanger waren, leefden ze er soms gewoon op los: ze rookten en dronken maar door.’

Michaela: ‘En die kinderen bleken tot hun grote opluchting vooralsnog gezond te zijn. Je weet natuurlijk niet hoe zij zich verder gaan ontwikkelen. Het gebeurt ook dat vrouwen er pas bij 34 weken achter komen dat ze zwanger zijn. Maar ik heb me voor mijn boek speciaal toegelegd op vrouwen die er pas achter kwamen dat ze zwanger waren op het moment dat de bevalling zich aandiende. Omdat dan de shock het grootst is. Wat gebeurt er dan met je? Dát wil ik mensen vertellen.’

Roelant: ‘Wat me ontroerde was de opmerking van die oma, dat ze er liever eentje bijkreeg dan dat haar er een moest ontvallen.’

Michaela: ‘Dat hebben wij letterlijk ook zo meegemaakt. Het leuke van al die verschillende verhalen is dat overal wel iets inzit dat wij zelf ook zo hebben beleefd.’

Dank je wel, Michaela, voor dit ontzettend gezellige gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.