"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Simone Weil - wat zij nalaat voor een seculiere wereld & Politiek zonder partijen

Zondag, 18 juni, 2023

Geschreven door: Jan Mulock Houwer
Artikel door: Marnix Verplancke

“De mens blijft verlangen naar dat vluchtige en spirituele”

De Frans-Joodse filosofe Simone Weil kan op steeds meer interesse rekenen. Alicja Gescinska en Jan Mulock Houwer, die werk van haar vertaalden en becommentarieerden leggen uit waarom.

Marnix Verplancke

[Dubbelinterview] “Het denken van Simone Weil zat vol paradoxen,” aldus Alicja Gescinska, die onlangs haar Note sur la suppression générale des partis politiques vertaalde en van commentaar voorzag. “Ze was een agnostisch opgevoede Joodse die in het katholicisme de ware kerk vond maar zich niet wou laten dopen. Ze was een pacifiste die zich geroepen voelde om actief deel te nemen aan de Spaanse burgeroorlog. Ze was een individualiste die opkwam voor het collectief, en ze had een bourgeois achtergrond maar ging in fabrieken werken en hongerde zichzelf tijdens WO II dood, uit solidariteit met de onderdrukten. Misschien alleen al daarom is wat ze zei en schreef belangrijk voor onze tijd, omdat ze zaken met elkaar verbond die voor ons niet meteen meer samengaan en ze ons dus verplicht om onze concepten in vraag te stellen en uit onze veilige hoek te komen.”

Simone Weil (1909 – 1943) kan de laatste jaren op steeds meer internationale aandacht rekenen. Er verschijnen vertalingen van haar boeken en ook aan de universiteit wordt ze serieus genomen. Opzienbarend misschien, want deze Parisienne die in 1928 samen met Simone de Beauvoir bij de eerste vijf vrouwen behoorde die aan de École Normale Supérieure mochten studeren, stak nooit onder stoelen of banken dat het geloof het fundament van haar denken was. “Dat mogen we inderdaad nooit vergeten,” aldus Gescinska, “dat als we haar serieus willen nemen we niet aan cherry picking mogen doen en haar geloof dus als onbelangrijk van tafel mogen vegen. Ze zou evengoed seculier kunnen zijn, zeggen sommigen dan, maar dat was ze niet. Ze was gelovig, of je dat nu leuk vindt of niet.”

Yoga Magazine

Ethisch appel
Ook Jan Mulock Houwer, die de voorbije jaren drie van Weils werken vertaalde en net een boek over haar uit heeft, Simone Weil, wat zij nalaat voor een seculiere wereld, is het daarmee eens. Zijn derde vrouw, zoals hij Weil wel eens al lachend noemt omdat haar denken hem na twee keer weduwnaar geworden te zijn troostte en een weg vooruit bood, was toch vooral een denkster van het op spiritualiteit gebaseerde ethisch appel. “Voor haar bestonden mensen uit drie componenten, lichaam, geest en ziel, en ieder van die componenten had zijn eigen behoeften. Voor het lichaam is dat voeding, voor het denken de absolute vrijheid en voor de ziel respect. Mensen zijn lichamelijk en geestelijk ongelijk, zei ze, maar op een hoger niveau zijn ze wel degelijk gelijk. Je bereikt het door middel van diepe meditatie of wanneer je met de dood wordt geconfronteerd. Het is op zo’n moment dat je de waarheid ontdekt.”

“Zie je,” pikt Gescinska erop in, “dat bedoel ik dus, “Voor mij is dat te abstract. Weils waarheidsconcept vind ik problematisch. Focus je aandacht en je zal de waarheid zien, zegt ze. Hoezo, denk ik dan, wiens aandacht, de mijne, de jouwe of die van alle anderen? Voor ons is dat soort denken moeilijk, wij willen antwoorden. Maar dat maakt haar denken niet waardeloos of passé.”

Van die ziel gaat volgens Weil immers een dwingende oproep uit. Wij hebben daardoor niet zozeer rechten, maar vooral verplichtingen tegenover de mensheid.”‘Precies,” reageert Mulock Houwer, “En jij maakt zelf ook deel uit van die mensheid. Stel dat er nog maar een mens op aarde zou zijn, zei Weil, dan zou die geen rechten meer hebben, maar wel nog verplichtingen. Van daaruit handel je. Rechten zijn object- of persoonsgebonden, terwijl verplichtingen universeel zijn. Het een gaat over de wet, het ander over de waarden die we hoog houden. Waar strijden wij voor? Dat was voor haar een vraag van het allerhoogste belang, en een die vandaag met de oorlog in Oekraïne actueler dan ooit is. Ik was vorige maand bij de toespraak die Emmanuel Macron in De Haag hield over de toekomst van Europa. Hij had het vooral over economie, tot een aantal jongeren hem expliciet naar de waarden vroegen waar Europa voor stond. Ik denk dat Weil zou gezegd hebben dat we andere waarden nodig hebben dan economische. Ze was iemand van het absolute die ik soms wel eens vergelijk met Greta Thunberg. Ook zij gaat honderd procent voor haar zaak. Van een jong iemand kun je zoiets verwachten.”

Gescinska: “Daar ben ik het toch niet mee eens. Het kan heel verleidelijk zijn om een rebel van vroeger te spiegelen aan een rebel van vandaag, maar dat is te makkelijk. Thunberg is een mediafiguur met bijna vijftien miljoen volgers op Instagram. Ze weet heel goed wat ze doet en heeft een heel team achter zich. Simone Weil zou zoiets corrumperend gevonden hebben, al die foto’s en social media. Haar focus lag op de lijdende mens en ze hoorde de schreeuw van de wereld. Ze zou vandaag misschien eerder ergens in een anoniem klooster zitten bidden tot god. Ze was iemand die altijd tegen de stroom inging. Vandaag staat die stroom voor populair worden op sociale media, miljoenen volgers hebben en op de cover van Time prijken. Als zij tegen die corrumperende krachten in zou gaan, zou ze net niet iemand zijn als Thunberg, maar op een ander niveau de wereld willen verbeteren.”

Engagement
Maar wel politiek actief zijn natuurlijk, want zich ook op dat vlak inzetten voor de verbetering van de wereld vond Weil belangrijk. Opvallend daarbij was dat ze zich tegen iedere partijvorming verzette. Ze was een extreme individualiste, wat haar contradictorisch genoeg niet leidde tot neoliberaal egoïsme, maar wel tot engagement. Gescinska: “Het is inderdaad opvallend dat individualisme en het collectieve geen tegenstellingen zijn bij haar. Je kan het belang van het persoonlijk denken inzien en via die weg tot het inzicht komen dat er iets gedaan moet worden aan het lijden van de wereld. En dat inzicht was daardoor des te sterker bij haar, want het kwam uit haarzelf. Het werd haar niet van buitenaf gevraagd om meelijden te hebben, want wat zou dat in hemelsnaam nog waard geweest zijn? De vraag om in een fabriek te gaan werken of zich uit te hongeren was niet opgelegd van buitenaf. Die kwam uit een innerlijke behoefte. Ik snap dat helemaal. Ik ben geboren in communistisch Polen. De vraag was daar altijd: wat vinden wij? Niet: wat vind ik? Toen mijn ouders naar België emigreerden was het heerlijk voor hen om eindelijk eens ‘ik denk dit’ te kunnen zeggen. Dat is ook de reden waarom Weil zo tegen politieke partijen was, omdat iedereen daar hetzelfde moet denken. Je zag dat in Polen, waar mensen eerst nadachten wat de partij zou denken voor ze een antwoord op een vraag gaven, maar je ziet dat ook bij ons vandaag, wanneer journalisten politici proberen te betrappen op zaken die tegen de partijlijn ingaan. En dat terwijl het net zo belangrijk is dat een politicus zijn eigen geweten volgt. Voor Weil was dat trouwens ook de reden waarom zij niet tot de katholieke kerk kon toetreden, ook al erkende ze die als de ware. Ze kon geen deel uitmaken van het instituut.”

Mulock Houwer: “Onze vrijheid impliceert dat we het bestaan van god in vraag moeten kunnen stellen, zei ze ook. Wij willen vandaag heel veel vrijheid. Zo willen we bijvoorbeeld de volstrekte vrijheid van meningsuiting. Voor haar zou dat te ver gegaan zijn. De vrijheid wordt in evenwicht gehouden door de gehoorzaamheid, zei ze. Vorig jaar hield ik in een klooster in de Pyreneeën een voordracht voor een groep Franse jongeren. De aanslag op de redactie van Charlie Hebdo kwam ter sprake en die jongeren waren van mening dat karikaturen van Mohammed geen probleem mochten zijn. Er was immers vrijheid van mening, zeiden ze. Maar is dat hetzelfde als vrijheid van meningsuiting, vroeg ik hen. Moet je je mening ook altijd publiekelijk uiten? Ze vonden van wel. Volgens Weil moeten we echter respect opbrengen voor de anderen. Stel je voor dat je als Noord-Afrikaan naar Frankrijk komt en in een banlieu belandt, dan is de enige worteling die je nog hebt die in je geloof. Je bent echter in een omgeving terechtgekomen waarin de worteling alleen nog maar materieel is, en het religieuze geen enkele rol meer speelt. De mensen uit die omgeving zeggen daarom dat zij het recht hebben om te spotten met het enige waar jij houvast aan hebt. Weil zou daar niet akkoord mee gegaan zijn. Ontworteling is in onze wereld van massamigratie een probleem. Veel mensen hebben het gevoel nergens meer thuis te horen.”

Gescinska: “En dat terwijl verworteling zo belangrijk is. Je bent als individu altijd deel van een groep, moeder van een gezin en deel van je dorp en je land. Het is pas omdat je daarin geworteld bent dat je als individu kunt denken, dat lukt immers niet in het luchtledige. Het een is dus geen tegenstelling van het ander, maar wel een voorwaarde. Maar wat we altijd in gedachten moeten houden, is dat geworteld zijn voor Weil iets spiritueels was, meer dan geografie of cultuur dus, maar verbondenheid met het goddelijke, waar ze ook haar zin voor rechtvaardigheid en haar begrip van waarheid en het goede haalde.”

Mulock Houwer: “Spiritualiteit is een menselijke nood, ook vandaag nog, al heeft die nu andere trekken dan in de tijd van Weil natuurlijk. Delphine Horvilleur, de derde vrouwelijke rabbijn van Frankrijk ooit, schreef onlangs een boek over vertroosting en leven met de dood. Daarin vertelt ze het verhaal van Kaïn en Abel, Hebreeuws voor ‘bezit’ en ‘nevel’ of ‘ademtocht’. Wanneer Kaïn Abel doodslaat, pleegt de materie een aanslag op de ziel, maar deze steekt altijd weer de kop op, in de persoon van Jezus bijvoorbeeld, die op zijn beurt gedood wordt door het patriarchaat. Ook in yin en yang komt die tegenstelling terug. De mens blijft verlangen naar dat vluchtige en spirituele.”

Fabrieken
Gescinska: “Een van haar meest doorslaggevende inzichten kreeg Weil door in fabrieken te gaan werken en zich lichamelijk tot het uiterste te vermoeien. Als je uitgebuit wordt en iedere dag kapot gewerkt thuiskomt word je niet opstandig, merkte ze. Integendeel, uitbuiting leidt tot onderdanigheid. Het is dus de stem die we niet horen die het interessantst is, zei ze, want die komt van de echt uitgebuite mens. Ik vind dat een belangrijk inzicht in onze dolgedraaide wereld waarin we denken dat er geen slavernij meer bestaat. De wereld zit nog vol uitgebuite mensen. Dus als Weil ons vandaag ergens op zou willen wijzen, dan zou het wel op de mens zijn die we niet horen omdat hij de kracht niet meer heeft om te spreken.”

Simone Weil (Parijs, 1909 – Ashford, 1943)

Als kind van een welstellend Frans-Joods gezin wordt ze agnostisch opgevoed.
1928: Studeert net als Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre bij de filosoof Alain aan de Parijse École Normale Supérieure.
1934: Na gesympathiseerd te hebben met het socialisme en het marxisme, acht maanden in fabrieken gewerkt te hebben en aan het Spaanse front ongeschikt bevonden te zijn voor de strijd, maakt ze haar eerste van drie mystieke ervaringen mee.
1940: Samen met haar ouders vlucht ze via Marseille naar New York.
1942: Dient zich in Londen aan bij het Franse verzet onder leiding van Charles de Gaulle, die haar nooit echt serieus neemt.
1943: Sterft aan hartfalen als gevolg van tuberculose en vrijwillige uithongering.

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur:

Liefde is licht