"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Simones en Dianina

Dinsdag, 28 maart, 2023

Geschreven door: Liesbeth Lagemaat
Artikel door: Piet Windhorst

Een episch gedicht

[Recensie] De eersten in een nieuwe wereld. Op 11 februari vond de boekendoop plaats van de nieuwe dichtbundel Simones en Dianina van Liesbeth Lagemaat. Ik had het voorrecht daarbij aanwezig te zijn. Grote fragmenten werden voortreffelijk gereciteerd door Kars Persoon en door de dichteres zelf. Het was een heel bijzondere ervaring om ondergedompeld te worden in de prachtige, muzikale taal. Lagemaats achtste bundel is weer een episch gedicht. Het is een omvangrijk verhaal van maar liefst 157 pagina’s. Het gedicht heeft een vrij duidelijke verhaallijn. Er zijn enkele personages. In de eerste plaats de geestige Heer Kraai die minachtend neerkijkt op het gepeupel op de aarde. Dan is er nog Simones, de voormalige koster van de kathedraal. Hij is bezig met een verhuizing naar de pandhof, waar vier engelen hem gezelschap houden. De hoofdpersoon is Dianina. Zij zwerft door “de stad van slaap”. Door de fraaie muziek van Hildegard van Bingen wordt ze gelokt naar het pandhof. Daar ontmoet ze Simones. Het verhaal heeft een climax en een heel positief einde.

Liesbeth Lagemaat (1962) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, werkte als journalist, reclametekstschrijver, actrice en docent Nederlands. In 2005 debuteerde ze als dichteres met Een grimwoud in mijn keel. Deze bundel werd bekroond met de C. Buddingh prijs. Nog twee bundels werden bekroond: Nachtopera (Karel van de Woestijneprijs) en Vissenschild (Grote Poëzieprijs).

Elysium
Deze dichtbundel bevat religieuze elementen. Daar is in de eerste plaats Heer Kraai die van hogerhand is belast met het project Dianina. Simones wordt tijdelijk bijgestaan door vier engelen. Zij moesten soelaas bieden aan een mens in nood. Dianina is op weg naar het licht. Ze wordt geleid door de muziek van Hildegard van Bingen, een lied van erbarmen. Haar doel is een nieuwe wereld, het Elysium. Een term die ook te lezen is in de poëzie van A. Roland Holst. Bij hem is er sprake van een Elysisch verlangen, een verlangen naar een paradijselijk oord. Als tegenstelling tot dit hemelse oord wordt ook de hel beschreven. Bij een vijver met helder water zag ik een groot vuur, waar sommige zielen brandden en anderen omgord werden met slangen. Kwaadaarige geesten wierpen stenen naar hen. Liesbeth spreekt ook nog over de kerk, de vervallen kathedraal, daarover is ze niet zo vriendelijk: er is al genoeg gefezeld onder mijn steunberen.

Naast de verhaallijn bespreekt de dichteres nog talrijke andere onderwerpen, soms gaat het over heel banale zaken zoals roest en een tafel. Zelfs over zulke gewone dingen schrijft ze schitterende dichtregels.

Boekenkrant

“Weet je hoe mooi roest is,
hoe het leeft, die cadans van oud metaal, de verpulvering,
hoe rossig het brossige erts aan je vingers plakt, je blaast
een kleine wolk, als een satelliet, de ruimte in
Even fraai schrijft ze over een tafel.
Wat is het belang van
een tafel, een zetel een loze vaas? ‘Een tafel is een draag-
baar van ideeen’, peinsde Simones, ‘want de mens die
aan tafel zit en met zijn ellebogen op de houten nerven
leunt, weet zijn huid verbonden met de boomhuid.”

Taalkunstenares
Ook in deze bundel toont Liesbeth zich een ware taalkunstenares. Haar taal is muzikaal en ritmisch. Ze gebruikt weer talloze nieuwe woorden waarvan de betekenis soms onduidelijk is maar die harmonieus passen in de context. Soms worden de vaak lyrische uitbarstingen onderbroken door nuchtere, zelfs platte termen. Heer Kraai denkt dat hij van Dianina kaas die zum kotzen is zal krijgen. Simones heeft een okkernoten hoofd. Er vloog een reiger over die scheet op z’n kop. Vaak veroorzaken deze woorden een humoristisch effect, bijvoorbeeld de plastic madonna met afschroefbare dop van Simones.

Veel is nog te zeggen over deze rijke, indrukwekkende bundel. Tot slot nog een voorbeeld van de schiterende taal. Het gaat om een beschrijving van de muziek die ze hoort.

“Klanken zoals ik ze niet eerder hoorde. Kan muziek
vloeibaar zijn? maar niet als water, veel trager zwerven
de druppels door de ruimte, lichtspatten die elkaar
opzoeken, cirkelvormige patronen schrijven in de lucht
en vlak boven mijn hoofd blijven hangen, of aarzelen om
verder te reizen. Een stem die vanuit het niets leek op te komen
maar eenmaal aanwezig me wil begeleiden, mee lokt,
de steeg door, de klankdruppels wervelen boven mijn hoofd”

Eerder verschenen op Leeskost