"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Staat en slavernij

Woensdag, 5 juli, 2023

Geschreven door: Rose Mary Allen, Esther Captain, Matthias van Rossum, Urwin Vyent
Artikel door: Evert van der Veen

Slavernij: nog geen verleden tijd

[Recensie] Met de herdenking op 1 juli jl. van 150 jaar afschaffing van de slavernij is dit boek Staat en slavernij uiterst actueel. Deel I zet in bij de ‘Actuele vraagstukken’ en in de volgende delen komen tal van historische aspecten aan de orde.

Dit boek is een eerste antwoord op de motie van de Tweede Kamer 8 juli 2021 waarin werd gevraagd om nader onderzoek van deze vragen:

  • “Wat waren de economische, politieke en maatschappelijke omstandigheden en de gevolgen van de betrokkenheid van de (voorlopers van) Nederlandse staat en samenleving bij het koloniale slavernijverleden en de doorwerking, zowel in Nederland als in de gekolonialiseerde samenlevingen?
  • Hoe is daar in het verleden en het heden op gereageerd en mee omgegaan door verschillende betrokkenen, zoals slaafgemaakten, bestuurders, ondernemers en anderen in de gekolonialiseerde samenlevingen?
  • Hoe kan ten aanzien van deze geschiedenissen en hun doorwerkingen ruimte ontstaan voor herstel en heling?”

Eerste verkenning
Hoewel dit een omvangrijke bundel is, bestaande uit 29 hoofdstukken en tal van kaderteksten, is het toch niet meer dan een eerste globale verkenning van het veelomvattende onderwerp slavernij. Veelomvattend in geografische zin omdat er tal van landen bij betrokken zijn en veelomvattend in historische zin omdat het verleden nog steeds doorwerkt. De impact van slavernij toen en nu is groot en juist daarom is nadere studie vereist. In veel bijdragen klinkt dan ook een zekere bescheidenheid door dat het niet meer is dan een eerste verkenning.

In ons land mag de bewustwording in de recente tijd enorm zijn toegenomen, dat ligt anders in de Nederlandse Cariben en Indonesië. In het onderwijs daar is de aandacht voor slavernij opvallend genoeg nog steeds beperkt terwijl juist deze landen daar nauw bij betrokken zijn.

Hereditas Nexus

Wat is slavernij?
In de volgende passage wordt kort en treffend omschreven wat slavernij is en hoe de verhoudingen lagen. Opvallend is dat – zoals in heel deze bundel – niet langer over ‘slaven’ maar over ‘slaafgemaakten’ wordt gesproken om daarmee de historische werkelijkheid aan te duiden dat het niet de keuze van deze mensen was. Mensen werden handelswaar en gedegradeerd tot productiemiddel.

“Het ontvoeren en vervoeren van Afrikanen om hen tot slaaf te maken, alsmede de verschrikkingen die daarmee gepaard gingen, waren primair bedoeld om de slaafgemaakten onder dwang en zonder arbeidscontract goederen te laten produceren onder toezicht van de slaafmakers. Veel wetenschappers gebruikten de benaming ‘planters’ voor de slaafmakers, al blijkt uit alle bewijsmateriaal dat zij in werkelijkheid geen sprietje plantten. Het waren de slaafgemaakten die hakten, verbouwden en oogstten, die balen droegen, kookten, serveerden, wasten en schoonmaakten, zodat de slaafmakers op de plantages, onbekommerd door deze ongeschoolde tijdsbestedingen, zich konden wijden aan lezen, schrijven, sporten en andere vormen van zelfontplooiing en recreatie” (p. 125).

Doorwerking
In veel bijdragen komt naar voren dat na de afschaffing van de slavernij de ware vrijheid nog lang geen feit was. Op illegale wijze ging de slavernij door en de Nederlandse regering was hiervan op de hoogte maar liet het oogluikend toe. In Nederlands Indië waren herendiensten waarbij mensen verplicht werden tot het produceren van handelsproducten en hier bestond ook het cultuurstelsel waarbij koffie en suiker voor het gouvernement moest worden verbouwd. Multatuli schrijft zijn boek Max Havelaar als aanklacht tegen dit cultuurstelsel.

Veelzeggend voor de toenmalige verhoudingen is het feit dat slavenhouders na de afschaffing van de slavernij compensatie ontvingen terwijl de slaafgemaakten niets ontvingen. Het laat zien dat de verhoudingen destijds nog zeer ongelijkwaardig waren (en nog niet volledig gelijkwaardig zijn).

Treffend is de bijdrage die wijst op het Plakkaat van Verlatinghe uit 1581 waarin Nederland het bewind van Philips van Spanje afwijst en de vrijheid opeist. In 1596 stellen de Staten Generaal echter een Rotterdamse koopman in het gelijk die in zijn schip 130 slaafgemaakten aanvoerde en hem daarin de vrijheid geeft: ‘metter zelve mooren zal moogen doen zoo’t hij ’t verstaet’ (p. 334). Hoewel beide gebeurtenissen los van elkaar staan en daarom historisch niet met elkaar in verband kunnen worden gebracht, is het contrast wel opmerkelijk te noemen.

Andere geluiden
Opvallend zijn enkele vroege kritische geluiden van kerkelijke zijde: de Amsterdamse classis (regionaal bestuursorgaan) schrijft in 1628 in antwoord op een vraag van de kerkenraad van Batavia dat het “niet christelyck was lyffeygene te hebben” en de classis Walcheren oordeelt in 1629 over het houden van slaafgemaakten: “bij den christenen in Indiën voor onstichtelick ende ongeoorloft” (p. 381).

Toch is dit niet dé mening van dé kerk want zij laat de slavernij wel toe en er zijn ook predikanten die dit zelfs ondersteunen.

Aanzet
Dit boek is niet meer dan een eerste aanzet zoals steeds weer wordt gezegd. Er zal nadere studie nodig zijn om meer duidelijkheid te krijgen al is de hoofdlijn wel duidelijk: de slavernij was niet onbelangrijk voor de Nederlandse economie. Deze maakte 5,2% uit, omgerekend zo’n 45 miljard euro. Het laatste hoofdstuk gaat over de inkomsten uit slavernij voor de Oranjes en dit kreeg in de pers ook al de nodige aandacht.

Gesteld wordt dan ook: “Een belangrijk inzicht dat in Staat en slavernij naar voren komt is dat de vormgeving, werking en gevolgen van slavernij en slavenhandel steeds verweven waren met de bredere structuren van kolonialisme waarmee de Nederlandse overheid in verschillende delen van de wereld macht uitoefende” (p. 424).

Rose Mary Allen is antropoloog en buitengewoon hoogleraar cultuur, gemeenschap en geschiedenis aan de universiteit van Curacao. Esther Captain is historicus en onderzoeker aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden.

Matthias van Rossum is onderzoeker aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Zijn aandachtsveld is de mondiale geschiedenis van arbeid, kolonialisme en slavernij. Urwin Vyent is directeur van het Nationaal Instituut Nederlands slaverijverleden en erfenis. Hij is betrokken bij de ontwikkeling van een slavernij museum in Amsterdam.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow