"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Album Amicorum of Jacob Heyblocq

Woensdag, 29 maart, 2023

Geschreven door: Kees Thomassen, J.A. Gruys
Artikel door: Quis leget haec?

Een album waarin de eigenaar persoonlijke bijdragen van anderen verzamelde

[Recensie] The Album Amicorum of Jacob Heyblocq is de titel van een boek dat geleverd wordt bij het facsimile van het daadwerkelijke Album Amicorum van Jacobus Heyblocq (1623-1690). Jacob Heyblocq was een dichter en rector van de Latijnse school in Amsterdam. Hij was getrouwd met Maria de Lange. Heyblocq werd hoofd van de Latijnse school, maar zijn managementkwaliteiten schoten te kort en in 1685 werd hem ontslag verleend. Zijn vrouw Maria was toen al overleden en hij was toen getrouwd met zijn tweede vrouw, Debora Schoonhoven.

Deze inleiding dient tot het boek dat van hem is overgeleverd, zijn Album Amicorum. Wat is dat precies? Het is Latijn voor ‘vriendenboek’ en het is een album waarin de eigenaar persoonlijke bijdragen van anderen verzamelde. Die werden op verzoek van de eigenaar in het boek aangebracht en konden bestaan uit opdrachten, wensen, tekeningen, citaten of zelfs knipkunstwerken. Degenen die een bijdrage leverden konden mede-studenten zijn, leraren, vrienden, collega’s of bekende personen.

Het Album Amicorum van Jacob Heyblocq is niet het enige overgeleverde album in zijn soort en ook niet het oudste. Een snelle scan leert dat er uit de zestiende eeuw 26 albums bekend zijn en uit de zeventiende eeuw 7 albums waaronder dat van Heyblocq. Het album van Heyblocq is wel uniek in zijn soort en er is er eigenlijk maar één dat er een beetje in de buurt komt, dat van de Amsterdamse advocaat en dichter Johan Blasius (1639-1672). Waarom is dit exemplaar dan zo uniek?

Dat heeft te maken met de hoge kwaliteit van de bijdragen en de degenen die ze aanleverden. Dankzij de bemoeienis van Heyblocq met het toenmalige culturele leven kon zijn album uitgroeien tot een van de rijkste exemplaren in dit genre. Zo staan er bijdragen in van de dichters Joost van den Vondel, Jacob Cats, Johan Blasius, Constantijn Huygens en Willem Godschalck van Focqenbroch, van geleerden als Jacobus Revius, Casparus Barlaeus, Gerardus Vossius en Gisbertus Voetius en de schilders Rembrandt van Rijn, Govert Flinck, Gerbrand van den Eeckhout en Jan Gerritsz. van Bronckhorst. De lijst is hiermee verre van compleet.

Boekenkrant

Vele kunstenaars leverden een bijdrage
De facsimile is een exacte kopie van het origineel, dat in 1901 in het bezit kwam van de Koninklijke Bibliotheek. Het is een klein formaat boek van zo’n 16 x 9,5 cm en het telt 310 pagina’s. Die pagina’s zijn genummerd, waarschijnlijk door de Koninklijke Bibliotheek en daar zitten ook enkele lege pagina’s bij of pagina’s waar maar een gedeeltelijke tekst of illustratie op staat. Het origineel is gerestaureerd, waardoor de volgorde niet in alle gevallen meer klopt, maar daarom wordt er een begeleidend boek door de uitgeverij meegeleverd.

Dat begeleidende boek is in het Engels en telt zo’n 180 pagina’s. Naast een toelichting op het fenomeen Album Amicorum en een biografische schets van Jacob Heyblocq wordt hierin het complete album van Heyblocq pagina voor pagina toegelicht. Daarbij is de werkwijze als volgt. De teksten worden eerst weergegeven in de oorspronkelijke tekst. Vaak in het Latijn, vaak in het Nederlands van die tijd, soms in het Engels of in het Frans. Vervolgens wordt de Engelse vertaling weergegeven. Dat gebeurt soms in verkorte vorm maar de strekking is altijd duidelijk. Tenslotte wordt beschreven wie de schrijver of illustrator is met andere informatie die van belang kan zijn.

Dat maakt het geheel tot een feest om door te lezen. U legt de twee boeken naast elkaar en zo is alles prima te volgen. Wat daarbij opvalt is om te beginnen de naam van Heyblocq. Die vormt een dankbaar onderwerp, zeker omdat er in Amsterdam driftig geheid moest worden om lange palen de drassige bodem in te slaan voor stevige fundamenten. Joost van Den Vondel gebruikte zijn naam bijvoorbeeld:

“Jacob, pryst ghy eeuwigh werck,
Bouw geen huis, veel min een kerck
Op den veengrond van elcks zin,
Want die gronden zacken in;
Schoon men hout noch Heiblock spaer.
Veengront dreight u met gevaer.
Bouw dan liever op een rots,
Hel en afgront zelf ten trots.
Bouw gerust op gront van steen,
Tytgemeen en plaetsgemeen.
’t Alteyt en het over-al,
Vreezen storm noch zwaeren val.”

De goede lezer snapt dat het bouwen op een rots verwijst naar het evangelie van Mattheus waarin wordt gesproken over Petrus die de rots is waarop de christelijke kerk gebouwd zal worden. Het is maar een voorbeeld van de talloze teksten die er in staan. Zo wordt de actualiteit ook niet geschuwd. Zo ging ene Arnoldus van der Maat in op de grote brand van Londen en speelde in op de anti-Engelse sentimenten van die tijd vanwege de Engels-Nederlandse oorlog van 1665-1667:

“Nu leijt al de prael van Londen
Op der aerd geheel geschonden
in een puijnhoop, door de zonden,
Die in haer zijn zwaar bevonden.”

Elders in het boek vinden we een prachtige tekening van de slag bij Egmond aan Zee tussen de Nederlandse en Engelse vloot. Die tekeningen verdienen alle aandacht overigens, want die vormen voor mij het hoogtepunt uit het boek. Natuurlijk omdat Rembrandt zijn bijdrage heeft geleverd maar dat vind ik niet eens de mooiste illustratie. Kijk eens naar die van Joannes Leupenius met de Muzen dansend rond de meiboom of de twee tekeningen van Aert van der Neer met zijn zicht op de haven en de schaatsers bij de Montelbaanstoren in Amsterdam. Adembenemend mooi vind ik ze.

Ook zijn er curiosa te vinden in het (originele) album, zoals een stukje mica in een uitgesneden cartouche of een kunstwerkje van papierknipkunst. Ik houd van details als de ondertekening door de dichter Willem Schellinks met ‘6 st’. Die staat voor 6 stuivers, wat gelijk stond aan een munt van 1 schelling en dat verwijst weer naar zijn achternaam.

Tenslotte wil ik u het mooie rijm van dichter en arts Willem Godschalk van Focquenbroch niet onthouden, Aan mijn heer Jacob Heijblock; op zijn verzoeck om een vaersjen:

“Ben je dan aen mossel-schelpen,
Noch aen kladt-papier te helpen.
Noch aen themas uijt je school?
Kunnen de begraffenis-brieven,
O cousijn! u niet gerieven,
Koopt je wijf dan nooit meer kool?
Is dan meester Claes de vijfde,
Die de stadt so langh gerijfde,
Doot? Of staedt zijn ambaght stil?
Of doet hij voortaen geen ceelen
Aen de goeie luij meer deelen
Tot gerief van meenigh bil?
Dat je mij juist komt versoecken,
Om uw secretale hoecken,

Met wat wisschers te versien?
Doch, voor een der wijste neersen,
Schaf ick gaeren al mijn veersen.
Bij exempel; Dit ’s er ien.
Finis.

P.S. Ist niet bedroeft, dat een, uijt so veel schoone blaeren,
Om dat ick ’t heb bekladt, na Poortegael moet vaeren?”

Versen voor uw toilet, ook als toiletpapier te gebruiken. Het is niet allemaal hogere kunst maar erg vermakelijk.

U bent natuurlijk erg benieuwd naar dit boek geworden en u hoeft het zelfs niet aan te schaffen. Via deze link zijn alle pagina’s tot in detail te bekijken, hoewel de echte liefhebber dit boek gewoon in zijn bezit wil hebben. Het is één van de mooiere boeken uit mijn verzameling in ieder geval.

Eerder verschenen op Quis leget haec?