"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Van Elburg tot Deshima

Woensdag, 13 juli, 2022

Geschreven door: Arlette Kouwenhoven
Artikel door: Henk Slechte

Zes Eeuwen Familie Feith

[Recensie] Dit boek geeft het geslacht Feith zijn plek in de Nederlandse geschiedenis, en gaat niets uit de weg. Ook niet de slaven van de familie in Indië en Suriname. Elburg is de bakermat van het geslacht. Feithen waren hanze-handelaren en speelden een rol in de Hervorming, en in 1553 werd de eerste Feith er burgemeester. Het was niet alleen rozengeur en maneschijn: in 1713 sloeg de jonge jurist Arnold Hendrick Feith bij een ruzie iemand dood. Hij ontliep zijn straf door naar de vrijstad Culemborg te vluchten.

Hij werd later bewindvoerder van de VOC en zijn kleinzoon Arend Willem opperhoofd van de VOC-factorij op Deshima in Japan. Dichter Rhijnvis Feith behoort tot een interessante tak. In 1783 verscheen zijn roman Julia. Die bracht met Sara Burgerhart van Betje Wolff en Aagje Deken de romanvorm in Nederland. Hij stak niet onder stoelen of banken dat hij in de politieke strijd tussen Patriotten en Oranjegezinden tegen Oranje koos. Een zoon had aandelen in een Surinaamse plantage en een dochter trouwde met de eigenaar van drie plantages. Na Rhijnvis hadden vier generaties Feith belangrijke pioniersrollen in de prille wereld van de archieven, en archivaris Johan Adriaan Feith legde figuurlijk de eerste steen voor het Groninger Museum. Koningin Wilhelmina verhief de familie in 1902 in de adelstand. Achter de naam van iedere Feith wijst een cijfer naar diens plek in de genealogie. Dat is voor de lezer lastig maar onvermijdelijk, omdat de familiegeschiedenis de rode draad is, en er veel dezelfde voornaam hebben; er zijn veertien Rhijnvissen.

Jammer dat Jan Feiths werk als satirisch kunstenaar mager beschreven wordt. Jonkheer Jan was journalist bij het Algemeen Handelsblad, en in 1901 een van de oprichters van het spotblad De Ware Jacob, waarvoor hij als Chris Kras spotprenten tekende. De prent over de persvrijheid die hij in 1903 maakte, omdat de Amsterdamsche Kiosk Onderneming na de Spoorwegstaking de kiosken verbood spotprenten zichtbaar op te hangen, is monumentaal in de geschiedenis van de Nederlandse spotprent.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine