"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vlaanderen Voltooid. Met of zonder Brussel?

Woensdag, 16 augustus, 2023

Geschreven door: Hendrik Vuye, Veerle Wouters
Artikel door: Edwin Stok

De communautaire puzzel die België heet

[Essay] Dit Staatskundige en Staatsrechtelijke boek dateert van 4 mei 2018. De twee auteurs, Hendrik Vuye en Veerle Wouters, presenteren hun derde gezamenlijke boek na De maat van de monarchie (2016) en Sleutels tot ontgrendeling (2017). Hoewel het boek Vlaanderen voltooid met of zonder Brussel als derde boek in de reeks geschreven werd, is het eigenlijk het eerste boek om te lezen, en daarna Sleutels tot ontgrendeling, gevolgd door De maat van de monarchie. Precies in omgekeerde volgorde dus. Alle drie zijn ze belangrijk in de communautaire puzzel die België heet. En een puzzel is het, omdat België staatkundig nog steeds in ontwikkeling is.

Drie taalgebieden
Dit artikel is geschreven door een Nederlander die graag als toerist door België trekt, van Namen en Luik naar de Ardennen in het oosten, tot Brugge, Knokke-Heist en Het Zwin in het westen van België. Drie verschillende taalgebieden (Duits, Frans, Vlaams), en wie prettig wil communiceren met de gastgever, past zich aan de lokale taal aan. Je zou denken dat de inwoners en de Overheidsdiensten dat ook doen. Toch? Heeft u wel eens gehoord van de slechts eenzijdige taalfaciliteiten voor de Franstaligen over de grens van de Vlaamse taalgebieden heen? Of van het wonen als Franstalige in een Vlaamse gemeente maar mogen inschrijven om kiesgerechtigd te zijn in Brussel Hoofdstad? (dubbele kiesbrief systeem) Dergelijke voorzieningen zijn er alleen voor de Franstaligen in Vlaamse gebieden. Niet andersom. In België is dat heel vanzelfsprekend. Voor een Nederlander is die eenzijdigheid even vreemd als zeldzaam in Staatrechtelijk opzicht.

Hendrik Vuye en Veerle Wouters weten er alles van en hebben het in hun boek beeldend beschreven als één van de vele manieren waarop de Vlaamstalige onderhandelaars in achtereenvolgende Staatshervormingen iedere keer weer iets verder toegaven.

Landjepik
Hetzelfde geldt voor Brussel en omgeving; Van geen zelfstandig Gewest (en dito bestuur) naast het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest, naar wel een zelfstandig Brussels Hoofdstedelijke Gewest. Dat was een flinke hap uit het grondgebied dat Vlaams bestuurd werd. Vervolgens werd het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest uitgebreid met de agglomeratie van 19 gemeenten en daarna nog eens 6 gemeenten met taalfaciliteiten erbij. Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest werd voorzien van 3 lagere Overheden: De Vlaamstalige Gemeenschapscommissie, De Franstalige Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommisse. De Franstalige en de Vlaamstalige Gemeenschapscommissie waren in de opzet gelijkwaardig, maar daarna werden er van Franstalige zijde bevoegdheden gedelegeerd naar de Franstalige Gemeenschapscommissie waardoor die Gewestelijke ( = Hogere Overheid ) bevoegdheden mocht gaan uitoefenen. Daarmee ontstond een ongelijkheid tussen de Vlaamstalige ( = Lagere Overheid ) Gemeenschapscommissie en de Franstalige Gemeenschapscommissie. Tot dan was er een strikte scheiding tussen Overheidsbevoegdheden op het algemene vlak (de Gewesten) en Overheidsbevoegdheden op het persoonlijke vlak (de commissies). Na weer een volgende onderhandeling over de Staatshervorming kreeg het Brussels Hoofdstedelijke Gewest ook bevoegdheden op het persoonlijke vlak waardoor het Brussels Hoofdstedelijke Gewest méér invloed kreeg dan haar Waalse en Vlaamse partners (het Waalse en het Vlaamse Gewest). Dat was niet het einde; de discussie over de politiezones zouden volgens de Franstaligen moeten uitgebreid worden met enkele Vlaamstalige zones erbij; Een ander voorbeeld: De Rechtspraak van het (Franstalige) Brusselse Arrondissement  waar 35 gemeenten van Vlaams-Brabant onder vallen en waar de (Franse) taalvrijheid als een éénrichtingverkeer kon worden uitgelegd zodat de ambtenaar de tweede taal niet hoeft te kennen als hij-zij dat niet wilde; Steeds werden en worden de grenzen verlegd en het is nog niet genoeg: De wegenring rond Brussel loopt voor 70% over Vlaams gebied. En dan toch een poging wagen om er een Brussels comité met Brusselse zeggenschap en bevoegdheden achter te plaatsen..

Als Nederlander is het onwennig om naar een taal-enclave te kijken binnen een Gewest, waarvan de onderhandelaars steevast met eisen en vragen blijven komen om een waarlijk landjepik te organiseren. Er gaan zelfs stemmen op om een corridor te verkrijgen over land, vanaf het Brussels Hoofdstedelijke Gewest naar Wallonië.

Ter compensatie van al die extra rechten en bevoegdheden zijn er tijdens de Staatshervormingen beschermingen ingebouwd voor de Vlaamse Brusselaars, zoals verplichte instemming van een meerderheid in beide taalgroepen. Ook daar wordt regelmatig aan gesleuteld om dat ongedaan te krijgen.

De twee auteurs wijzen in het boek herhalend op hun idee dat de Vlamingen zichzelf graag de das om doen. Misschien hebben Vuye en Wouters gelijk. Of misschien is het een kwestie van te weinig Staatsrechtelijke kennis (ongeschikte onderhandelaars en parlementaire stemmers). De auteurs noemen het heel begrijpelijk nooit zo. De kreet dat de Vlamingen zichzelf graag de das om doen is veel neutraler dan iemand ongeschikt voor zijn werk te noemen.

Hoe zegt men dat ook al weer zo schoon? ‘Ollanders zijn veel directer, tot op het bot – het is waar hoor -. Het boek Vlaanderen voltooid. Met of zonder Brussel? legt alle structuren en onderhandelingen heel beeldend uit. En dat maakt het boek zo goed.

De toekomst
Men moet wel met veel bewondering naar de Franstalige onderhandelaars kijken en hoe zij er iedere keer weer in slaagden om Brussel nóg belangrijker te maken  – in het kielzog daarvan steeds meer toezeggingen over de streep trekkend -. Aan het slot van het boek strepen de auteurs Vuye en Wouters de een na de andere communautaire oplossing voor de toekomst van Vlaanderen, Wallonië en Brussel weg. Om uiteindelijk met een functioneel V&W model de lezer te willen overtuigen. De kneep zit hem in het toelaten van dubbelmandaten (tegelijk ministerieel in het ene en in het andere Gewest).

Dames en Heren, het lijkt me een gruwel om het risico van belangenconflicten bewust te veroorzaken in het eerstvolgende bestuurlijke model. Ik wil daarmee niet bestrijden dat er veel nuttige opvattingen in het V&W model zitten, zo lang iedereen er van uit gaat dat de enige weg die belopen kan worden, de weg is van een nog belangrijker Brussel, alsof er geen weg terug is. De weg terug is ook moeilijk omdat er een aantal zaken zijn vastgelegd in de Grondwet en in de speciale Brusselwet. Maar dat is slechts en alleen de formele kant. Wat in die Wetten is opgenomen, kan er bij volgende Staatshervormingen ook weer uitgehaald worden. Waar een (politieke) wil is, is een weg om het gedaan te krijgen. Ook met een onderliggende eis van een grotere (Grondwettelijke) meerderheid.

Hoe een Nederlander er naar kijkt
Hoe bedoelt u? Ik ga, nu we het eind van het boek behandelen, kort weergeven hoe ik er als Nederlander naar kijk; met iets meer afstand tot de materie:

Alle onderhandelaars, en alle onderhandelingen, gaan uit van een éénrichtingverkeer waarin nog meer bestuursorganen in het leven worden geroepen om Brussel nog meer allure te geven en nog uitgebreider te maken. Wat als we zouden stellen dat het een misvatting is?

Het hele communautaire gedrocht is alleen maar zover kunnen komen omdat iedereen zich heeft laten foppen over de noodzakelijkheid en de onontkoombaarheid van een (nog) gro(o)t(er) Brussel. Ik geef u als botte ‘Ollander een tegendraadse kijk:

De enige manier om van het gedrocht af te komen, is om Brussel omgekeerd veel minder belangrijk te maken. Echt? Kan dat? Dames en Heren, indien zowel Wallonië als ook Vlaanderen Brussel moeten opgeven als hoofdstad in de volgende Staatshervorming, welke belangrijkheid heeft Brussel dan?  > > Laat Wallonië eender welke hoofdstad kiezen zijnde niet Brussel (Namen / Luik / Charleroi / anders) en laat Vlaanderen een andere hoofdstad kiezen zijnde niet Brussel (Gent / Brugge / Leuven / Antwerpen / anders). En vul daarna een veel kleinere rol in voor Brussel. Die nieuwe rol en kleiner grondgebied hoeven niet in 1x in 1 Staatshervorming herschapen te worden. Dat kan in stappen en in vele jaren worden afgebouwd. Dit moet naar de onbescheiden mening van deze ‘Ollander toch de grondslag zijn voor de volgende Staatshervorming.  

“Brussel is niet de lijm die België bijeen houdt. Brussel is de splijtzwam geworden.”

Bevoegdheden, grondgebied, en ook nog de rekening betalen
Eén van de grote knelpunten in de ingeslagen richting van een gro(o)t(er) Brussel is dat alle uitbreiding ten koste gaat van de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap, Grondgebied van Vlaanderen en … de portemonnee van Vlaanderen. Want Vlaanderen en de Federale Overheid dragen veel geld bij aan de steeds maar oplopende eisen en vragen van de Franstalige onderhandelaars. Bij iedere nieuwe onderhandeling kijkt deze ‘Ollander weer met grote ogen naar het volgende huzarenstukje van de Franstalige onderhandelaars  +  het ogenschijnlijke gemak waarmee de Vlamingen bevoegdheden, grondgebied en geld afstaan.

Waar ligt de intellectuele en de gevoelsmatige grens voor de Vlaamse onderhandelaars? Wanneer verklaren zij een “Neen” en trekken zij de rode lijn? Beide auteurs vermelden zelf in hun boek dat het zo niet verder kan. Maar het argument om Brussel omgekeerd minder belangrijk te gaan maken, is iets dat ik vreselijk mis in hun prachtige boekwerk. Toch roepen de auteurs op om een Brussel-model te kiezen. Zij stellen zelfs, dat zolang de Vlamingen géén eensgezinde keuze maken, zij altijd aan het kortste eind blijven trekken in alle volgende onderhandelingen. Welnu, ik daag u uit: Kies voor het onbelangrijker maken van Brussel. Geef de taalgebieden ieder een eigen hoofdstad zijnde niet Brussel.

Brussel kan dan nog steeds de zetel zijn van het Federale Parlement en Regering. En Brussel-stad zou dan onder het “model Sturtewagen” onder Federaal bestuur kunnen worden geplaatst zoals het ooit was en weer zou kunnen zijn. Zoals de auteurs het zelf beschrijven: “Die is bicommunautair en paritair samengesteld”. Het Vorstenhuis der Belgen kan de toekomstige lijm zijn die België bijeen gaat houden (nadat ieder taalgebied een eigen hoofdstad heeft gekregen) dankzij de jonge Prinses Elisabeth. Zij is 4-talig opgegroeid en wordt zeer gewaardeerd. Hef op wat verdeelt (de splijtzwam die Brussel is) en geef de drie taalgebieden elk hun eigen centraliteit. Kom samen op wat verbindt.  

Het Koningshuis is het enige instituut dat niet besproken wordt in het boek Vlaanderen voltooid. Met of zonder Brussel?  Maar dan ook totaal niet, met geen woord. Toch liggen daar hele grote belangen om België te verstevigen en te behouden voor de toekomst. Want wat is een Belgisch Koningshuis zonder België?


Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow