"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie geschiedenis & geografie: Wereldzee in de polder

Dinsdag, 7 november, 2023

Geschreven door: Ronald Nijboer
Artikel door: Evert van der Veen

Van Zuiderzee naar IJsselmeer

In de polder – het landschap van Flevoland – “draait alles om het land, dat is de toekomst” (p. 9). Dat is begrijpelijk als je kijkt naar de wordingsgeschiedenis van deze provincie die aan het water is onttrokken maar inmiddels is er wel – enige – ontwikkeling om een opener relatie tot het water aan te gaan.

Ronald Nijboer maakt in dit boek Wereldzee in de polder een reis over het IJsselmeer en vaart tweeënhalve week met een tjalk uit 1895 langs plaatsen in Noord-Holland, Friesland, Overijssel en Gelderland die zich langs de voormalige Zuiderzee bevinden. Hij doet in de voetsporen van een Fransman die deze tocht in 1873 ook maakte en zijn bevindingen en impressies toen in een boek heeft vastgelegd.

Steeds worden in dit boek verleden en heden van de bezochte plaatsen naast elkaar gelegd en dat levert interessante portretten op met sfeervolle beschrijvingen van hoe het er destijds en hoe het er nu uitziet. Uiteraard is er in die 150 jaar ontzettend veel veranderd en verdwenen maar gelukkig zijn ook karakteristieke elementen van deze plaatsen bewaard gebleven. In het boek zijn er steeds ontmoetingen met mensen die mooie verhalen over hun woonplaats vertellen, waardoor verleden en heden een duidelijk gezicht krijgen.

Ook actuele ontwikkelingen als waterbeheer, moderne landbouw en klimaatverandering komen ter sprake. Ronald Nijboer uit ook zijn zorg over de ‘verdozing’ van het landschap: de bouw van – zeer – grote en fantasieloze gebouwen buiten de bebouwde kom die het landschap langs wegen domineren. Om de waterkwaliteit te verbeteren is in 2016 begonnen met de aanleg van de Marker Wadden die inmiddels wat flora en fauna aangaat succesvol mogen worden genoemd. Ook is het water in dit deel van het IJsselmeer minder troebel geworden zodat allerlei leven hier weer meer kansen krijgt.

Boekenkrant

Enkele impressies
In Marken vallen de verhalen over overstromingen op waarmee dit voormalige eiland in zijn geschiedenis zo vaak te maken heeft gehad. De laatste stormvloed van 1916 die vele plaatsen trof, was de aanleiding tot de Zuiderzeewet, waarmee – eindelijk, want er was al lang sprake van – de aanleg van de Afsluitdijk en de inpoldering een feit werd. “De grote kracht van Lely en zijn plan was dat alles in samenhang bekeken” (p. 161).

Volendam werd destijds al bezocht door schilders als Renoir en Pissarro en later kwamen hier ook beeldhouwers, fotografen en musici. ‘Het meest charmante en potsierlijke dorp dat ooit heeft bestaan’ volgens schilder Nico Jungmann.

Hoorn is de “Stad van de Gouden Eeuw” omdat het belangrijk was voor de vloot van de VOC en dat bracht de stad welvaart die nu nog aan de gebouwen is af te zien. Wel hebben wij ook meer oog voor de schaduwkanten van deze handel en is de naam van Jan Pieterszoon Coen nu onvermijdelijk gerelateerd aan de slavernij. Interessant is in dit verband – maar ook in bredere zin – de vraag van de auteur “Wie bepaalt welke geschiedenis we vertellen?” (p. 112).

Hij vertelt hoe Enkhuizen tot centrum van zaadveredeling is geworden. Hier bevindt zich ook het Zuiderzeemuseum, een openluchtmuseum met gebouwen die destijds in plaatsen rond de voormalige Zuiderzee stonden.

De Friese kant van de Zuiderzee verschilt duidelijk van de Noordhollandse kant. Dat viel de Fransman 150 jaar geleden ook al op en dat is verklaarbaar omdat het water destijds een duidelijke scheidslijn vormde. Friesland heeft “… een geheel eigen geschiedenis, bijzondere gewoonten en een aparte volksaard” (p. 179). Interessant is wat er geschreven over de zwakke positie van de Friese taal in het verleden. De Friese identiteit werd in de 19e eeuw sterker.

Boeiend zijn de onderling zeer uiteenlopende verhalen over Urk waar de visserij in belangrijke mate tot visverwerkende industrie is geworden die nu toonaangevend is  en over Lelystad dat geen gemakkelijke ontwikkeling achter de rug heeft.

Schokland
Kampen was destijds vermaard om zijn sigarenindustrie en ving in Brunnepe veel bewoners van Schokland op dat in de 19e eeuw werd ontruimd.

Harderwijk heeft een universiteit gehad waaraan de namen van de artsen Boerhaave en Linnaeus, ook botanicus, verbonden zijn. Ook was hier het Koloniaal Werfdepot gevestigd, waar rekruten voor Nederlands Indië werden geworven en opgeleid. Het gaf de stad destijds een nogal kleurrijk aanzien zo blijkt uit het verhaal.

Uit alles spreekt liefde voor dit gebied dat geografisch een centrale plaats inneemt in ons land maar wel meer aandacht en zorg zou verdienen, aldus Ronald Nijboer. Hij pleit voor een nieuwe omgang met de aanwezige ruimte in het landschap en het water.

In het boek staan verschillende getekende kaartjes en er zijn ook drie fotokaternen.

Ronald Nijboer is socioloog, onderzoeker en publiceerde eerder Tabé Java, tabé Indie. Hij woont in de Noordoostpolder.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow