"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie mens & maatschappij: Wie over vrede spreekt, heeft moed

Dinsdag, 12 december, 2023

Geschreven door: Leonard Ornstein
Artikel door: Evert van der Veen

Vrede is de grote verliezer

Het raakt me, de oorlog tussen Israël en de Palestijnen, in het langslepende conflict sinds de stichting van de staat Israël in 1948 waarvoor de Palestijnen toen de prijs moesten betalen. Zij werden destijds uit hun dorpen verdreven of vluchtten voor hun leven en kwamen in kampen terecht.

Dát de Joodse staat er in 1948 kwam, kón niet anders na de Holocaust. Ook díe onvoorstelbare geschiedenis raakt mij nog steeds. De Joden hadden na de Tweede Wereldoorlog een thuisland nodig maar het lijkt mij een gemiste kans dat er destijds niet direct goede afspraken tot stand zijn gekomen over leefruimte in Palestina voor Palestijnen én Joden.

Sinds 1948 zijn er meerdere VN-resoluties aangenomen die aandringen op twee staten maar daar is het nooit van gekomen. Toch lijkt me dat de enige weg naar vrede.

Hopelijk dat er ná Gaza een keerpunt wordt bereikt. Duurzame vrede met gestabiliseerde en menswaardige verhoudingen lijkt nu meer onmogelijk dan ooit maar vrede is de enige weg van een gezamenlijke toekomst.

Boekenkrant

Het is van harte te hopen dat Joden en Palestijnen eindelijk ontdekken dat de weg van dodelijk geweld, waar burgers – ook baby’s, kinderen en ouderen – het meest onder lijden, geen oplossing biedt om samen verder te leven. Ook in Israël voelen Joden zich in hun voortbestaan bedreigd evenals elders in de wereld.

Hoe het óók kan, zag ik onlangs in het programma Buitenhof waar rabbijn Awraham Soetendorp en iman Shamier Madhar hun gesprek over de oorlog in Gaza besloten met een warme handdruk.

Persoonlijke betrokkenheid
Dit boek Wie over vrede spreekt, heeft moed bevat acht essays en beschouwingen van vooral Joodse schrijvers over de huidige oorlog in Gaza, maar ook in Israël zoals de ondertitel aangeeft. Bijzonder is dat de opbrengst van dit boek bestemd is voor het vredesproject Hagar, Jewish – Arab Education for Equality.

Zoals te verwachten, voelen de merendeels Joodse schrijvers zich zeer persoonlijk betrokken bij deze oorlog. Hun gedachten gaan terug naar die ándere oorlog die hun familiegeschiedenis voorgoed zal blijven bepalen. Dat is vooral voelbaar in de bijdrage van Chaja Polak die zich verscheurd voelt door de tegengestelde belangen in deze oorlog en daar persoonlijk onder lijdt.

In de bijdragen komen alle aspecten van de oorlog ter sprake zoals de Joodse angst die ook in ons land voelbaar is vanwege het oplaaiende antisemitisme.

Er is aandacht voor de soms agressieve opstelling van Joodse kolonisten op de Westbank die hard en onverdraagzaam kunnen zijn zoals in interviews op tv naar voren komt. Er klinken ook bezorgde geluiden over de eenzijdige berichtgeving en de selectieve verontwaardiging die het soms kritiekloos voor de Palestijnen opneemt en de Joden alle schuld in de schoenen schuift.

In de bijdragen zoeken de schrijvers de nuance en ziet men het gevaar van eenzijdige duiding van deze oorlog die ‘anti-Israëlisch-enthousiasme’ wordt genoemd. In de meeste bijdragen willen de schrijvers recht doen aan het wederzijdse leed en heeft men begrip voor motieven van Joden én Palestijnen. Terecht zegt Hans Fels (cameraman, regisseur, schrijver en maker van documentaires over het Israëlisch – Palestijnse conflict):

“De oorlog in Gaza zal niet worden gewonnen door terroristen van Hamas. En ook niet door Israëlische generaals. De oorlog wordt pas gewonnen als de overgrote meerderheid van de bevolking helemaal geen oorlog meer wil. Als Palestijnen niet stilzwijgend als camouflage blijven dienen voor fundamentalistische moordenaars en hiertegen in verzet komen. En als Israëlische burgers de regering en het leger laten weten dat het tijd is voor het stoppen met bombardementen op burgers en voor vrede, vrijheid en een toekomst voor hun kinderen”(p. 44 – 45).

Leonard Ornstein is politiek journalist en commentator. Hij was parlementair redacteur bij Vrij Nederland en Buitenhof. Hij schreef eerder Op heilige grond en De jonge Fortuyn.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow