"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

zonder titel/untitled 2015-2019  joris geurts

Donderdag, 9 mei, 2019

Geschreven door: Irma Boom
Artikel door: Chris Reinewald

Verzamelde kleurzwemen in omgekeerd oblong

Met haar eigenzinnige catalogus voor de abstracte schilder Joris Geurts (1958) formuleert grafisch ontwerpster Irma Boom weer een aangepaste gebruiksaanwijzing voor het boek. Althans, voor dít boek dat een andere ontwerper een oblong (langwerpige) formaat zou hebben gegeven.

[Recensie] Wie horizontale kleurbanen schildert, schildert al gauw landschappen. Zo zijn we immers gewend  een panoramische compositie uit te leggen. Zachte, transparante kleuren maken het al gauw met de abstractie kussende zeegezichten met kleurzwemen van een “roze vingerige dageraad”.

Maar Joris Geurts (noch de hiervoor geparafraseerde Willem de Kooning) is geen realistisch schilder. Geurts’ landschappen zijn onbestaanbaar. Hoogstens herinneren ze aan mist, aan zeedamp, aan zonlicht dat op de kalme zee schettert. Ontstaande of ontstelde leegte. Wonderbaarlijk oranje in de lucht dat zich niet laat fotograferen. De horizon die met de hemel erboven vervloeit.

Nee, landschappen zijn het niet. Dus schilderde de 19de-eeuwer J.M.W. Turner ook geen landschappen toen hij in zuid-Engeland waarheidsgetrouw aan de kust aquarelleerde? Zonder dat in de gaten te hebben was Turner in de abstractie beland. Geurts lijkt juist vanuit abstractie verder te gaan waar de magistrale Turner stopte.

Boekenkrant

Aanvankelijk schilderde ook Geurts in aquarel, een listige techniek met pigmenten en veel water. Maar ook papierdikte, penselen en de drogende buitenlucht spelen een sturende rol. (Als het buiten vochtig of koud is blijft de aquarel te lang te nat om in door te werken en wordt een haardroger ingezet. Bij overmatige hitte daarentegen ‘brandt’ het pigment bijna in het papier en is het typerende nat-in-nat vloeien onmogelijk.) Minder dan met dekkende schildertechnieken – gouache, olieverf of acryl – kun je niet op je schreden terugkomen. Aquarelleren vereist een duidelijke rangorde. Dat is de kracht en beperking ervan.

Strijken & zetten

Uiteindelijk is Geurts acrylverf ook transparant gaan gebruiken; een weinig toegepaste mogelijkheid. Wat in aquarel amper of meestal niet gaat – lichte kleurlagen aanbrengen zonder dat ze onderling mengen of zichtbare penseelstreken zetten – lukt (hem) wel in acryl en dankzij brede en platte ‘Free Style’ kwasten. Hij is daarin een virtuoos, maar houdt zijn werkwijze toch niet geheim.

In deze catalogus bij zijn werk van 2015 tot nu krijg je een indruk hoe hij werkt. Geurts schept er duidelijk genoegen in zichzelf spelregels op te leggen: hoe lang kun je een verfstreek zetten zonder dat de kwast zijn ingezogen verf vroegtijdig ‘lost’?

Net als bij zijn vroege houtdrukken varieert Geurts met de druk die hij op de kwast uitoefent, waardoor ook uitgespaarde kwaststreken hun sporen achterlaten. Het schattige van klein formaat aquarellen vermeed hij door grote composities. Hiervoor monteerde Geurts meerdere kwasten aan elkaar om zo een breder ‘bestrijkingsgebied’ te krijgen. Het effect is schokkerig als bewogen en slecht passend aan elkaar gezette foto’s. En dan denk je aan Gerhard Richter. Deze Duitse schilder, ’s werelds best verkopende kunstenaar, verschuift met rakels pasteuze verf op zijn doeken. In dergelijk spierballenwerk lijkt Geurts niet geïnteresseerd. Door juist níet met goed modelleerbare vette verfpasta te werken maar met transparante acryl neemt hij grotere risico’s. Dat maakt zijn werk even streng als teder. Schurende kleurcombinaties over, onder, tegen elkaar: geel contra paars. Net iets te groen-groen tegen vuil geel en blauwgroen. Olijfgroen, bijna zwart, bloedend in citroengeel. Maar ook onbestaanbare wolkenluchten in vertrouwd blauw wit.

Turners landschapsaquarellen in overtreffende trap

Onvermijdelijk vervullen in een beeld gedragen catalogus teksten een illustratieve rol. Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits wijdt weinig, maar welgekozen woorden aan het “strijken en zetten” van Geurts werkwijze en stelt dat: “een betekenis erin leggen zou een beperking zijn.” Beschouwer Frits de Coninck gaat in zijn betoog aftastend te werk zoals Geurts. Ook legt hij verbanden met de kale (Webern-achtige) muziek die de schilder componeert (te beluisteren op Spotify.)

Genaaid

Maar uiteindelijk is het Irma Boom die in haar boekontwerp met Eva van Bemmelen, het oog en de hand van de kijker stuurt. Het begint al met het omslag waar, op een kwart van de linkerkant, een wit stiksel genaaid is: door de verticale onderkast-titel heen. Daardoor neem je de rug van het boek in je linkerhandpalm om de composities in de bedoelde breedte te bekijken. Houd die rug ook zo: want dat is de kijkrichting van het werk. De onderkant van het werk bevindt zich het dichtst bij de rug van het boek. Tja, had gewoon oblong-formaat niet handiger geweest? Zeker hierom: de vroegere werken maakte Geurts in brievenbusformaat, waardoor er veel wit bovenop de pagina achterblijft. Maar dat is nu net niet zo met het latere, grotere werk waarvan een klein deel onder het stiksel verstopt blijft. Lostornen? Nee, de paginering op ¾ van de bladzijde geeft aan dat het ontwerp toch echt zo is bedoeld.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

De expositie is nog tot en met 18 mei te zien. Kijk hier voor fotofilmpje van de expositie. Meer informatie: ideabooks.nl


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.