"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de hoek 41: Still goth

zondag, 12 december 2021

Marc Schoorls brutale vrijplaats

Samen met dochterlief ging ik wat boekjes brengen naar het Designmuseum in Den Bosch. Daar is tot 18 april 2022 de sexy expositie GOTH – Designing Darkness te zien. Ik schreef er vorige keer al iets over, naar aanleiding van een stuk in De Groene. Nu ben ik er zelf geweest. Het is een kleine, maar heel fijne en veel omvattende tentoonstelling. En dat omdat de subcultuur goth oud èn wijdverbreid is: zowel de beeldende kunst inclusief de film, als de literatuur en de muziek zijn ervan vergeven.

Wat die boekjes betreft, het ging om mijn monografie Ode aan Joy Division en de allerlaatste exemplaren van mijn tamelijke gothic bundel Vergiftigde vruchten, vol verzen uit de sombere jaren tachtig, toen de goth-beweging een enorme impuls kreeg door vooral de popmuziek van Joy Division, Siouxie and the Banshees en The Cure. Ik hield er wel van, zoals ik ook van de verhalen van Edgar Allan Poe en van Dostojevski hield. En houd! (Kwelzucht kan om te kwijlen zo mooi zijn: dat is de hoofdwet van de Verschrikking.)

Ik heb Mario Praz’ beroemde studie The Romantic Agony drie keer volledig tot me genomen (in de vertaling van de op dit gebied deskundige Anton Haakman: Lust, dood & duivel. Heerlijk. Haakman is ook de samensteller van Afgronden: ‘Verontrustende literatuur uit de Romantiek, met verhalen van bekende en onbekende auteurs’ uit 1997. Een literaire stroming die ten onrechte vergeten raakt, schijft hij in zijn woord Vooraf. Het motto van de bloemlezing is van de marquise du Deffand (1667-1780): ‘Ik geloof niet in spoken, maar ik ben er wel bang voor.’

Yoga Magazine

In Lust, dood & duivel staat een citaat uit De gebroeders Karamazov: ‘Schoonheid is verschrikkelijk en beangstigend. Verschrikkelijk omdat schoonheid ondefinieerbaar is, omdat God ons alleen maar raadsels heeft opgegeven. (…) Het is verschrikkelijk dat de schoonheid niet alleen angstaanjagend maar ook mysterieus is. Daar is de duivel in gevecht met God en het slagveld is het menselijk hart…’

Op de weg terug merkte mijn dochter op dat de goth-subcultuur dus kennelijk al eeuwen bestaat – en dat bijvoorbeeld de roaring twenties en de flower power-beweging gedateerd zijn en wellicht blíjven. Die zo aan hun tijd gebonden fenomenen keren niet meer terug. Maar goth is springlevend. En dat dus al eeuwen.

Dat heeft natuurlijk alles te maken met de tijdloze thematiek ervan en met de somberheid die zich laat gelden in angstige tijden. En eigenlijk zijn alle tijden beangstigend, zoals het hele leven beangstigend is: omdat het mysterieus en eindig is.

Op de tentoonstelling waren tot mijn verbazing en ja, vreugde dan ook heel wat eigentijdse voorwerpen te zien: van prachtig vormgegeven wapens tot tamelijk lugubere kunstwerken. Soms ietwat kinderachtig misschien – al is angst bepaald niet aan kinderen voorbehouden. Een paar werken zwemen misschien wat naar kitsch, schreef Parool-verslaggever Nadia de Vries die er vooral nostalgisch gestemd rondliep. Maar er staat een heleboel serieus fraais tegenover. Neem het werk van de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger (Ja, die ook voor David Lynch werkte en props maakte voor de film Alien.) Of het welhaast decadent fraaie horror-werk De dood en het meisje van de verder zeer bescheiden kunstenares Carolein Smit (‘Het is niet zo moeilijk om van mijn werk te houden. Alles glimt en glinstert, is schattig en de details van ogen, tongen, neuzen en oren zijn vertederend.’) Ik had nog nooit van haar gehoord.

Tot mijn verrassing en zeer zeker ook voldoening is er ook prachtig oud werk van Odilon Redon en mijn favoriet, Félicien Rops: kunstenaars die zich graag lieten inspireren door literatuur. En die gelukkig ook de grap inzagen van alle wereldse leed en ellende. Zoals de bandleden van Joy Division heel graag jongensachtige grollen uithaalden. For life is quite absurd, zoals Brian en anderen tegen het eind van die film, de tenen mee wiebelend, aan het kruis zongen. De naam Joy Division druipt natuurlijk ook van de ironie, als wit kaarsvet van een alleen van buiten zwarte kaars. Wat weer meteen (Rops!) erotische connotaties met zich meeneemt: van de liefde die schoonheid heet en die tegelijkertijd angstwekkend is. En zo zijn we weer terug: bij de huivering van het sublieme.   

Alle kunst komt misschien wel vooral uit angst voort en bestaat derhalve uit vorm gegeven bezwering. Op deze kleine maar mooie tentoonstelling is dat prachtig te zien. Een regelrechte aanrader. Ik ga er zeker nog een keer naar toe.

Van Marc Schoorl (Wassenaar, 1962) verschenen in onder meer De Gids, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer literaire artikelen en beschouwingen. De laatste tien jaar werkte hij vooral aan zijn ‘grote trilogie’ Autobiografie van een romanpersonage. Deel 1 is Glas in lood, 100 jaar W.F. Hermans.

 

 


Tiktok kinderboek: Konijn & Boom

zaterdag, 11 mei 2024

Door Nico Voskamp "Een woordloos beeldboek, dat zonder woorden inderdaad gaat over een konijn e...


Column Roeland Dobbelaer: Plato

vrijdag, 10 mei 2024

“Nieuw onderzoek naar eeuwenoud papyrus zou locatie graf Plato onthullen” kopte de Telegraaf en...


Tips: 3 tips om meer te lezen op vakantie

vrijdag, 10 mei 2024

Met de zomervakantie voor de deur genieten we binnenkort eindelijk weer van wat meer vrije tijd. Ho...


Citaat van de week: Emoties

vrijdag, 10 mei 2024

“Zonder dat we het beseffen, is onze tijd diep doordrenkt van een specifieke, Romantische kijk op...