"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De geschiedenis van de slavernij

Dinsdag, 14 juli, 2020

Geschreven door: Dick Harrison
Artikel door: Marcel Hulspas

Een oneindige geschiedenis

[Recensie] Er zijn op dit moment rond de dertien miljoen slaven op de wereld. De meesten van hen, rond de tien miljoen, leven in Zuid-Azië (India, Pakistan, Bangladesh). Het gaat dan vooral om slachtoffers van schuldslavernij. Hele families zitten zó diep in de schuld bij hun landeigenaar, dat een of beide ouders zich aan hem hebben verkocht om die schuld af te lossen. Dat lukt meestal niet; droogte of ziekte leiden tot nieuwe schulden, waarna de landeigenaar de volgende generatie dwingt de schuld op zich te nemen.

In Latijn Amerika speelt hetzelfde probleem; Hier leven naar schatting anderhalf miljoen slaven. In het Midden-Oosten zijn er nog zo’n kwart miljoen en in Europa een vergelijkbaar aantal – dat zijn vooral seksslavinnen. Het gaat hier om conservatieve schattingen (van de International Labour Organisation); anderen schatten dat het totaal met een factor twee of drie omhoog moet. Alles bij elkaar zijn er momenteel waarschijnlijk even veel slaven als een, twee of drie eeuwen geleden.

Het verschijnsel slavernij mag dan grotendeels ondergronds zijn gegaan, of zich hebben teruggetrokken op het arme platteland, en slavernij mag tegenwoordig een veel kleinere bijdrage leveren aan de wereldeconomie dan vroeger – als het gaat om het absolute aantal slachtoffers is er niet veel veranderd.

Slavernij is uiteraard zo oud als de mensheid. En het is al sinds de Klassieke Oudheid, sinds de ‘ontdekking’ van de menselijke autonomie, een juridisch probleem. Hoe kan een mens bezit zijn van een ander? Waar liggen de grenzen? Mag men zijn bezit verwaarlozen, slaan, verkrachten? Is het moreel beter om een slaaf vrij te laten? Betekent dat laatste dan niet dat slavernij in wezen slecht, onrechtvaardig is? Kortom, slavernij was eeuwenlang voer voor juristen én theologen – beroepsgroepen die in Europa tot halverwege de Middeleeuwen door elkaar liepen, en die dat in de islamitische wereld vaak nog doen.

Yoga Magazine

Tegenwoordig wordt slavernij hier in het Westen gebruikt voor andere vormen van ‘leering ende vermaeck’. We hebben het liever over de afschaffing van de slavernij, dit als een schoolvoorbeeld van onze beschaving. Dat slavernij nog steeds bestaat, wordt liever vergeten. En sinds kort is het ‘slavernijverleden’ voor velen een dankbare stok om de blanke samenleving af te ranselen. De westerse rijkdom en de huidige westerse dominantie zouden gegrondvest zijn op geweld, en dan met name het bloed en zweet van slaven. Dar valt veel op af te dingen maar wat vooral storend is, is dat het suggereert dat slavernij tot het verleden behoort. Dat het knellende vraagstuk anno nu slechts ‘compensatie’ is. Maar als dit vuistdikke en indrukwekkend gedocumenteerde boek iets duidelijk maakt, is het wel dat slavernij geen historisch probleem is, en ook geen louter ‘witte’ schande is.

Integendeel. De fundamentele strijd tegen de slavernij, het inzicht dat slavernij fundamenteel ‘fout’ is (en dat het geen kwestie is van ‘je moet je slaven netjes behandelen’), is ontstaan in Europa en is een kind van de Verlichting. Dat inzicht werd daarna wereldwijd verspreid door het imperialisme. Naast alle ellende die de Europeanen veroorzaakten, brachten ze ook nieuwe ‘verlichte’ ideeën die in wezen haaks stonden op het imperialisme en die dat systeem dan ook binnen enkele generaties om zeep hielpen. En een van de voornaamste ideeën was het bestaan van universele mensenrechten. Het is niet voor niets dat auteur Dick Harrison constateert dat de neergang van de slavernij, hoe je het ook wendt of keert, te danken is aan het imperialisme.

Het waren de Britten die voor het eerst vielen voor het besef dat slavernij ‘fout’ was. Het was het Britse imperialisme dat in de eerste helft van de negentiende eeuw een einde maakte aan de Portugese slavenhandel aan de Afrikaanse westkust (het voornaamste restant van deze handel), en daarna, in de jaren 1860-1900, aan de omvangrijke Ottomaanse slavenhandel aan de Oost-Afrikaanse kust. Het was een taai, soms schijnbaar hopeloos gevecht tegen koppige handelaren, immorele smokkelaars, bange bestuurders en orthodoxe imams. Het was een zaak van lange adem, met een lange uitloop. De openlijke internationale slavenhandel ging in Arabië nog door tot in de jaren dertig van de vorige eeuw; tot voor kort vonden er in Soedan nog overvallen plaats op zwarte gemeenschappen om vrouwen en kinderen tot slaven te maken. De ‘klassieke’ slaaf bestaat nog steeds, met name in Westelijk Afrika – elders gaat het vooral om schuldslavernij. Een zeer hardnekkig verschijnsel, want het is een kind van de armoede, die mensen steeds opnieuw op het idee brengt om zichzelf te verkopen.

Harrisons boek is alomvattend, meeslepend, en het stemt tot nadenken. De strijd tegen de slavernij is momenteel ‘uitbesteed’ aan internationale organisaties die meestal de wegen der diplomatie bewandelen. De huidige successen zijn mager en fragiel. Oorlog, burgeroorlog en economische crisis doen de slavernij keer op keer weer de kop opsteekt. Kern van het probleem, aldus Harrison, is minachting voor de zwakkere die de kop opsteekt zodra wetteloosheid heerst. “De enige zekere methoden om de slavernij uit te roeien,” schrijft hij, “is om de oorzaken ervan uit te roeien. Oorlog afschaffen en armoede afschaffen.” En zelfs daarna “hebben we nog een lange weg te gaan.”

Eerder verschenen op Sargasso

Boeken van deze Auteur: