Op 12 augustus 2022 overleefde schrijver Salman Rushdie ternauwernood een aanslag op zijn leven. Hij schrijft hierover in Knife: Meditations After an Attempted Murder. Het boek verschijnt op 16 april 2024 in zestien landen, waaronder in Nederland met de naam Mes.
“Ik heb dit verhaal uit noodzaak geschreven,” zegt Rushdie over Mes. “Het is voor mij een manier om controle te krijgen over wat er gebeurt is en om geweld te beantwoorden met kunst.”
Zijn recente boek Victoriestad kwam dit jaar uit. Hij rondde het voor de aanslag af. Mes is het eerste boek dat hij na de aanslag schreef.
Aanval
Rushdie werd internationaal bekend door het boek de De duivelsverzen. Het boek zorgt voor veel ophef bij Moslims. Zij vinden dat Rushdie Mohammed heeft beleidigd omdat de profeet in het boek menselijke zwakheden heeft. Lees hier meer over het boek en wat het zo controversieel maakt.
Rushdie wordt bedreigd sinds de Iraanse leider Ayatollah Khomeini in 1989 een fatwa (doodvonnis) over hem uitsprak. Hij dook onder en kon lange tijd niet meer zonder beveiliging vrij rondlopen. Op 12 augustus 2022 werd de schrijver aangevallen met een mes toen hij een lezing gaf in New York.
Door de aanval raakte hij zwaargewond in zijn gezicht, nek en buik en lag twee dagen in het ziekenhuis aan de beademing. Rushdie overleefde de aanslag, maar is blijvend blind aan zijn rechteroog en kan één hand niet meer gebruiken. Ook leidt hij naar eigen zeggen sindsdien aan PTSS, een posttraumatische stressstoornis.
Niet alleen Rushdie werd de afgelopen jaren aangevallen, maar ook zijn uitgevers en vertalers. Lees er hier meer over.
Veel collega auteurs reageerde vol afschuw op de aanslag. Sinds de aanslag is er weer veel aandacht voor Rushdie zijn werk. Zo kwam uitgeverij Pluim met een nieuwe editie van het boek uit.
Op 22 oktober ontvangt Rushdie de Vredesprijs van de Duitse Boekhandel op de Frankfurter Buchmesse. Rushdie zegt over de prijs: “Ik kan de jury alleen maar bedanken voor hun vrijgevigheid. Ik weet hoe belangrijk deze prijs is […]. Ik ben echt heel blij.”
–
Laura van de Bult